Uitspraken van de Belastingkamers (week 40)
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 29-09-2004
1. Hof Amsterdam 14 september 2004, 03/02434, MK 1. Geen
eindafrekening bij belanghebbende, een BV, nu de inspecteur niet heeft
gesteld en niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende naar de
wetgeving van Spanje aldaar belastingplichtig is. Verkoop van verhuurd
bedrijfspand in Nederland, gevolgd door investering in te verhuren
(vakantie)woningen in Spanje. Vervanging in de zin van artikel 14 van
de Wet IB 1964.
Tekst uitspraak: 'AR2828'
2. Hof Amsterdam 20 augustus 2004, 03/01805, MK 4. Alleen de
woonkamers van twee zorgcentra zijn volledig dienstbaar aan
woondoeleinden, maar daaraan is niet ten minste 70% van de waarde toe
te rekenen. Het tarief voor woningen is daarom niet van toepassing op
deze verzorgingstehuizen. Het bejaardenhuis `oude stijl' is gelet op
de wetsgeschiedenis wél als woning in de zin van art. 220f van de
Gemeentewet aan te merken.
Tekst uitspraak: 'AR2722'
3. Hof Amsterdam 2 september 2004, 03/04429, EK 18.
Tariefgroepindeling: de door belanghebbende gestelde omstandigheid dat
de aan zijn echtgenote opgelegde navorderingsaanslag moet worden
vernietigd wegens het ontbreken van een nieuw feit, brengt echter niet
mee dat ook de onderhavige navorderingsaanslag moet worden vernietigd.
Tekst uitspraak: 'AR2679'
4. Hof Amsterdam 20 augustus 2004, 03/01665, MK 4. Inkomstenbelasting;
landbouwvrijstelling. In geschil is welk deel van de koopsom van een
boerderij is toe te rekenen aan de grond. Hof volgt de splitsing van
de koopsom in de akte van levering, aangezien deze op zakelijke wijze
tot stand is gekomen.
Tekst uitspraak: 'AR2672'
5. Hof Amsterdam 9 september 2004, 03/03648, MK 5. Uit genoemde
gedingstukken leidt het Hof af dat de werknemers de werkzaamheden
rechtstreeks in opdracht van belanghebbende hebben verricht en
derhalve door een of meer van de H-vennootschappen aan belanghebbende
ter beschikking zijn gesteld in de zin van artikel 34, eerste lid, van
de Invorderingswet 1990.
Tekst uitspraak: 'AR2637'
6. Hof Amsterdam 30 augustus 2004, 03/03452, MK 2. In geschil is of
belanghebbende zijn onderneming heeft gestaakt in 1997. Zo neen of hij
zijn onderneming heeft gestaakt vóór 27 juni 2000. Voorts is de waarde
van de schuur op het stakingstijdstip in geschil (waarde bewoond of is
belanghebbende gehouden aan de minnelijke taxatie). Tot slot is in
geschil of de aanslag toch in stand dient te blijven doordat bij wege
van interne compensatie het inkomen alsnog dient te worden verhoogd
met het totale bedrag van de Minasheffingen en taxatiekosten of dat de
interne compensatie beperkt dient te blijven tot bijtelling van de
taxatiekosten.
Tekst uitspraak: 'AR2623'