OPEN BRIEF (van hoofdredacteuren regio)
28 september 2004
Ondergetekenden, hoofdredacteuren bij de regionale omroep, maken zich
zorgen. De CAO is op dit moment aanleiding voor hevig debat bij de
regionale omroepen, maar het is niet de oorzaak van de problemen.
Met de NVJ zijn wij van mening dat er in Nederland één publieke omroep
is, op twee schaalniveaus. De landelijke en regionale publieke
omroepen werken op basis van dezelfde wet- en regelgeving, hebben
dezelfde wettelijke taken, kennen dezelfde Omroep CAO en ze worden
beide betaald uit de Rijksmiddelen, al dan niet doorgesluisd via de
provincies.
Wij roepen de NVJ op om vanuit het principe `één publieke omroep' in
gesprek te gaan over de toekomst van de regionale omroepen. Alleen de
CAO eruit pikken, is korte-termijn politiek. En daar is niemand
voorstander van. Omdat de regionale omroepdirecties hebben toegezegd
dat in elk geval tot en met 2005 de Omroep CAO wordt gevolgd, is er
volgens ons nu tijd om het fundamentele debat te voeren, zonder het
mes op tafel van bezuinigingspercentages.
Wij zijn blij met uitspraken van NVJ-bestuurder Thomas Bruning. De
vakbond vindt het volgens Bruning `bespreekbaar' om in Hilversum de
bureaucratie aan te pakken, zodat er Rijksmiddelen vrij komen om de
financiering van de regionale omroepen structureel gezonder te maken.
Een herverdeling van publieke omroepmiddelen waar zowel journalisten
in Hilversum als in de regio blij mee zullen zijn. De NVJ kan als
belangenbehartiger van journalisten dit onderwerp juist nu op de
politieke agenda zetten. Wij zijn ervan overtuigd dat voor deze
hervormingen politiek draagvlak is te winnen.
Vanuit het belang van de kwaliteit van de programmering zeggen wij:
regio-omroepen in de Omroep CAO met behoud van werkgelegenheid. Het
handhaven van de Omroep CAO mag niet ten koste gaan van
werkgelegenheid bij de regionale omroepen. Wij gaan er vanuit dat de
NVJ deze dubbele doelstelling ondersteunt. Dat is in het belang van
zowel de arbeidsvoorwaardelijke positie van álle medewerkers als de
programmering van de regionale omroepen.
Er zijn voldoende argumenten om te pleiten voor extra Rijksmiddelen
voor de publieke regionale omroep. Een greep:
1. Al jarenlang moet de regionale publieke omroep vergeleken met de
landelijke publieke omroep met beduidend minder middelen-per-uur zijn
publieke taak uitoefenen, terwijl de wettelijke taken (grotendeels)
dezelfde zijn. Vanuit het principe één publieke omroep is dit volgens
ons onverteerbaar. Wij nemen aan dat de NVJ ons daarin voor 100%
ondersteunt.
2. Nergens staat geschreven dat voor het bereiken van de
doelstellingen van publieke omroep de landelijke schaal de beste is.
Een flink aantal publieke programmataken - zoals omschreven in de wet
en in het rapport van de commissie Rinnooy Kan - kunnen volgens ons
voor een belangrijk deel via zelfstandige regionale zenders
effectiever en efficiënter worden gerealiseerd. Steunt de NVJ deze
stelling?
3. Als de financiering van de regionale omroepen niet structureel
beter wordt, dan zijn de groeikansen op middellange termijn minimaal.
Dat is tegen de wens van het publiek in. Gelet op de hoge
luistercijfers (Regio Radio is landelijk marktleider) en de groeiende
kijkcijfers, is bewezen dat het publiek de regionale omroepprogramma's
zeer waardeert. Vindt de NVJ dat regionale omroepen terecht
programmatische groeiambities nastreven gelet op de belangstelling van
het publiek?
Wij roepen de NVJ op om nog dit jaar - in overleg met de
regio-omroepen en hun medewerkers - te komen tot een visie op de
toekomst van een zelfstandige, publieke regionale omroep.
In deze brief staan genoeg concrete punten waarover volgens ons de NVJ
een helder standpunt zou kunnen formuleren.
Met vriendelijke groet,
Dink Binnendijk, hoofdredacteur RTV Noord-Holland
Jos Campman, hoofdredacteur/directievoorzitter RTV Gelderland
Rob Freijssen, hoofdredacteur a.i. RTV Rijnmond
Leo Hauben, hoofdredacteur L1 Radio-TV
Rommert Kruithof, hoofdredacteur RadioNieuwsCentrale
Paul van der Lugt, directeur/hoofdredacteur RTV Utrecht
Nederlandse Vereniging van journalisten