ChristenUnie
Bijdrage debat Algemene Politieke Beschouwingen Dinsdag 28 September
2004 - 20:29
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
MdV, onder dit kabinet is het actieprogramma Andere Overheid van start
gegaan. Een andere overheid. Ik zou bijna zeggen: dat komt dan goed
uit, want dat is ook wat al die tienduizenden mensen willen die deze
weken te hoop lopen tegen het kabinetsbeleid Maar hoe ziet die andere
overheid eruit? Wat moet er dan anders? Mag ik het zeggen? Mensen
hebben niet meer het gevoel dat de overheid er ook voor hen is. Bij de
ChristenUnie zeggen we graag dat de overheid is geroepen om in dienst
van God de vrede en de gerechtigheid te zoeken, zodat de burgers een
stil en gerust leven hebben. Het trefwoord van de Andere Overheid is
wat mij betreft dus dienstbaarheid. De overheid is er niet voor
zichzelf!
Vertrouwen win je niet vanuit de loopgraven
De werkelijkheid van vandaag staat ver van dit ideaal af. Vrede in de
samenleving Een stil en gerust leven Kom er eens om! Vraag de mensen
op straat er eens naar! Nu besef ik wel dat dit geen gemakkelijke
opgave is. Er is van alles gaande wat mensen onzeker maakt, bang voor
de toekomst. En echt niet alleen in financiële of economische zin. Op
veel dingen krijg je in je uppie geen greep, maar ze schudden wel aan
je bestaan. Terrorisme. Oorlog. Honger. Armoede. Miljoenen
vluchtelingen. Maar ook dichterbij, in eigen land, stad of straat:
vragen rond integratie en de multiculturele samenleving, het verlies
van gedeelde waarden en van gemeenschapszin, criminaliteit: het draagt
allemaal bij aan gevoelens van onzekerheid, onveiligheid en zelfs
angst bij veel mensen. En er is echt meer aan de hand dan onvrede over
bepaalde maatregelen op sociaal-economisch gebied. M-P Balkenende
spreekt zelfs van een morele crisis. Er is reden tot bezorgdheid, niet
alleen over het huishoudboekje van de staat, maar ook en vooral over
de ziel van onze samenleving.
Vertrouwen was de rode draad in de Troonrede. Welnu: als we een
gezonde, een dienstbare samenleving willen, dan zal er ook
geïnvesteerd moeten worden, in mensen, in voorzieningen, in sociale
kwaliteit, in wat gemeenschappelijk en onopgeefbaar is. Dan zal er
vertrouwen moeten worden gewonnen. Daarvoor is veel nodig, zeker ook
van de kant van de overheid: betrouwbaarheid; vertrouwenwekkend
beleid, dat als rechtvaardig wordt ervaren; en heel belangrijk :
vertrouwen win je niet vanuit de loopgraven.
Leiderschap houdt de samenleving bijeen
Tegen deze achtergrond moet ik vaststellen dat het kabinet-Balkenende
II er totnogtoe niet in slaagt om overtuigend invulling te geven aan
de kernopdracht van een dienstbare overheid. Het lukt niet om vrede in
de samenleving te brengen en tegenstellingen weg te nemen. Of het nu
in de presentatie zit of in het ontbreken van het grote verhaal, feit
is dat het beleid massief wordt afgewezen, de verhoudingen in de
samenleving meer en meer onder druk komen te staan en de sociale
samenhang verdwijnt. Niemand, ook vice-premier Zalm niet, zal durven
ontkennen dat dit kabinet een geweldig vertrouwensprobleem heeft.
Hoe komt dat nu? Volgens mij heeft het te maken met leiderschap. Het
ontbreekt dit kabinet niet aan vasthoudendheid wat de visie betreft en
evenmin aan de bereidheid om impopulaire maatregelen te nemen. Maar ik
mis de bezieling, de compassie, de vastbeslotenheid om Nederland niet
alleen economisch sterker, maar ook een stukje mooier te maken. Ik was
het wel eens met collega Dittrich, dat het in de beeldvorming lijkt
alsof het kabinet voortdurend bezig is mensen te pesten.
CNV-voorzitter Terpstra verzuchtte ook al: Laat nou eens zien dat je
je geraakt voelt door wat er in de samenleving gebeurt. Misschien mag
ik herinneren aan wat ik in het debat over de Regeringsverklaring heb
gezegd: Er is meer nodig dan daadkracht en het realiseren van
omvangrijke ombuigingsoperaties. Leiderschap vergt ook het vermogen om
de samenleving bijeen te houden en richting te wijzen.
Waarden en normen en tegeltjeswijsheden
Essentieel daarbij is aandacht voor fundamentele en gemeenschappelijke
waarden. We zijn dan ook positief over het waarden en normen-debat.
Het is een verademing om na acht jaar paars een publiek debat hebben
dat over meer gaat dan alleen markt en munt. De M-P heeft zich er,
ondanks alle kritiek, niet van laten weerhouden om dit cruciale debat
op de agenda (ook de Europese!) te zetten. Daarvoor verdient hij
waardering. Probleem is wel dat uitgerekend de beide vice-premiers in
het verleden niet zoveel brood zagen in zon debat. Ik herinner mij de
opmerkingen van fractievoorzitter Zalm over tegeltjeswijsheden.
Misschien is dit wel een goed moment om aan vice-premier Zalm te
vragen of hetgeen door de minister-president op dit vlak wordt gezegd
en gedaan door het hele kabinet wordt gedragen.
Solidariteit straks niet uitspelen tegen solidariteit nu
Maar dan Een debat over waarden is mooi, maar vervolgens is óók de
vraag wat de overheid daarvan waarmaakt. Juist daarop richt zich onze
kritiek: de visie deugt, maar in de uitwerking ontbreekt de balans.
Centraal in de kabinetsvisie staat de noodzaak tot sanering met het
oog op de versterking van de economische structuur en de houdbaarheid
van ons sociale stelsel op lange termijn. Steun! Daartoe worden
verantwoordelijkheden verlegd van overheid naar burgers en hun
omgeving. Eens! Eigen verantwoordelijkheid is ook in onze
christelijk-sociale benadering een belangrijke notie. Maar onze wegen
scheiden waar in het beleid de balans zoek raakt en mensen in de knel
komen. De kern van onze kritiek is dat het kabinet wel veel oog heeft
voor de situatie over 20, 30 jaar, maar dat de borging van de
solidariteit van vandáág vergeten wordt. Minister Brinkhorst zei het
in reactie op de kritiek op de Miljoenennota treffend: Wij regeren
voor de volgende generatie. Zo wordt de solidariteit van straks
uitgespeeld tegen de solidariteit van nú. Eigen verantwoordelijkheid
is iets anders dan zelfredzaamheid. En wie, zoals premier Balkenende,
de solidariteit rekent tot de kernwaarden van de Europese Unie, zal
die ook zichtbaar moeten maken voor gewone mensen hier en nu!
Verschuiven van verantwoordelijkheden mag geen afschuiven zijn. Dat
leidt onherroepelijk tot vacante verantwoordelijkheden en dan dreigen
maatschappelijke verschraling en sociale uitsluiting.
Spookbeeld als legitimatie voor loslaten solidariteit
Natuurlijk, de vergrijzing is een reëel probleem. Met het oog daarop
mag van iedereen een bijdrage worden verwacht. Maar een slechte
conjunctuur legitimeert niet zonder meer tot al die maatregelen die de
kwaliteit van leven van AOWers, chronisch zieken, minima,
alleenstaanden en gezinnen aantasten. Ook voormalig CDA-voorman Bert
de Vries bekritiseerde onlangs de gewoonte van het kabinet om de
vergrijzing als spookbeeld neer te zetten teneinde financieel te
kunnen ingrijpen en de solidariteit los te laten.
Minister Hoogervorst introduceerde zelfs de term omgekeerde
solidariteit, in verband met zijn voorstel voor een no-claimkorting in
de zorg. Toegegeven: het is een vondst, maar wel een bedenkelijke!
Intussen lijkt de gedachte breder ingang te hebben gevonden in het
kabinetsbeleid. Ik denk aan het taboe op iedere beperking van de
hypotheekrenteaftrek, terwijl het bericht dat mensen geld moeten lenen
om de thuiszorg te kunnen betalen moeiteloos wordt geaccepteerd; eigen
verantwoordelijkheid, toch? En ik bespeurde het in de belofte van
staatssecretaris Ross in Athene, dat de topsport het komende jaar bij
de bezuinigingen ontzien wordt. Argument: onze Olympische sporters
zijn de visitekaartjes van ons land. Nu wil ik dáár niets aan afdoen,
maar dat kunnen al die chronisch zieken en ouderen in hun zak steken.
Omgekeerde solidariteit Nee, de Griekse filosoof die zei dat een stad
niet beter wordt geregeerd omdat haar atleten veel prijzen hebben
gewonnen had gelijk!
Mijn vraag aan de vice-premier is of dit kabinet de geschiedenis wil
ingaan als het kabinet van de omgekeerde solidariteit.
Dezelfde bezuiniging en toch een ánder beleid!
De ChristenUnie neemt van die benadering afstand. Waar het beleid
schuurt of botst met de solidariteit en de rechtvaardigheid, haken we
af en komen we met betere, eerlijker alternatieven. In ons
christelijk-sociale inkomensplan Omzien naar elkaar, dat we vorige
week hebben gepresenteerd, brengen we noodzakelijke correcties op het
kabinetsbeleid aan. Ik licht er drie punten uit. In de eerste plaats
verbeteren wij de inkomenspositie van kwetsbare groepen die het
afgelopen jaar onevenredig zijn getroffen (ouderen, chronisch zieken
en gehandicapten), door voor hen de fysiotherapie terug te brengen in
het pakket, de eigen bijdrage voor de thuiszorg te halveren, de
zelfzorgmedicijnen weer volledig te vergoeden, en de regeling voor
zittend ziekenvervoer te verruimen. De dekking zit in daadwerkelijke
toepassing van het principe van de sterkste schouders die de zwaarste
lasten dragen.
In de tweede plaats doen wij concrete voorstellen om de onderlinge
zorg in de samenleving te bevorderen. Het kabinet lijkt dat ook te
willen, maar stelt tegenstrijdige eisen: enerzijds wordt iedereen
geacht aan het werk te gaan, anderzijds wordt steeds meer verwacht van
mantelzorg. Dat brengt de samenleving in een spagaat. Wij stellen
daarom een Combinatiekorting Nieuwe Stijl voor, waarbij de fiscale
stimulans om arbeid en zorg te combineren wordt gemaximeerd tot 56
uur. En ten derde: bij de Voorjaarsnota stelde ik al vast dat er reden
is voor bezorgdheid over de inkomens en koopkrachtontwikkeling van
gezinnen met kinderen. Nederland scoort internationaal uitermate
slecht op gezins- en kindvriendelijk beleid. Ik heb toen verwezen naar
een onderzoek van de Universiteit van York, waaruit blijkt dat van
alle onderzochte westerse landen alleen Griekenland het in dit opzicht
slechter doet dan Nederland. Vandaar ons voorstel voor een moderner en
rechtvaardiger vormgeving van kinderbijslag en kinderkorting, namelijk
via het kindgebonden budget.
MdV, ons inkomensplan is niet alleen socialer en rechtvaardiger dan de
kabinetsplannen, maar scoort volgens het CPB ook nog eens beduidend
beter t.a.v. werkgelegenheid, economische groei en koopkracht over de
hele linie. En dat alles zonder het EMU-tekort te laten oplopen. Ik
krijg van de vice-premier graag een inhoudelijke reactie op onze
voorstellen.
Vernieuwende interactie kabinet en coalitiefracties
MdV, het ChristenUnie-alternatief richt zich specifiek op een
evenwichtiger inkomensbeeld. Maar ook overigens roepen de voorstellen
uit de Miljoenennota en de begrotingen bij ons gemengde reacties op.
Zo wijzen we bezuinigingen op onderwijs en jeugdzorg af, evenals bijv.
het korten van ontslagvergoedingen op de WW-uitkering. Tamelijk
vernieuwend vond ik de interactie tussen kabinet en coalitiefracties
dit jaar: het kabinet presenteert op Prinsjesdag een stevig pakket
bezuinigingen; als oppositiefracties daar kritiek op hebben, luidt het
verweer dat er geen alternatief is en dat wijzigingen in het pakket
onverantwoord zijn met het oog op de toekomst; vervolgens komen de
coalitiefracties na een gezellig onderonsje met plannen om het pakket
voor ongeveer een miljard te verbouwen; en dan zien we allerlei
ministers en staatssecretarissen in de media verschijnen die zich daar
heel verheugd over betonen, omdat iedere euro die we meer aan hun
beleidsterrein spenderen het dubbel en dwars waard is. En nog voor het
debat verklaart de vice-premier zich al akkoord met de verbouwing. Een
brevet van eigen onvermogen!
Doofheid is niet hetzelfde als daadkracht
MdV, niet alleen het beleid, ook de houding het kabinet draagt bij aan
vergroting van de onrust en tegenstellingen in de samenleving. Kijk,
beslistheid is mooi en tegenwind doet de vlieger stijgen. Maar dit
kabinet straalt uit de samenleving niet nodig te hebben om te regeren
en loopt aldus een NRC-commentaar het gevaar doofheid te verslijten
voor daadkracht. Hierdoor vervreemdt het kabinet zich in hoog tempo
van diegenen die onmisbaar zijn voor het doorvoeren van de inderdaad
noodzakelijke modernisering van onze verzorgingsstaat! Uitgerekend dit
kabinet, dat tot stand is gekomen na de Fortuyn-revolutie, heeft zo
ongeveer alle relevante maatschappelijke spelers in de gordijnen
gejaagd, van de ouderen tot de politie en van de vakbeweging tot de
pensioenfondsen. Ik noem apart nog de VNG, waarmee het kabinet
herhaaldelijk overhoop ligt. De ene keer gaat het om de aankondiging
van minister Verdonk dat ze burgemeesters wil aanpakken die weigeren
uitgeprocedeerde asielzoekers op straat te zetten. Onbegrijpelijk! En
dan is het weer de invoering van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning, waar gemeenten geweldige problemen voorzien, maar het
kabinet toch vasthoudt aan de invoeringsdatum van 1 januari 2006,
ondanks het feit dat het wetsvoorstel later wordt ingediend dan
voorzien. Ik hou mn hart vast! Maar mijn punt is nu vooral dat de
onverzettelijkheid van de bewindspersonen leidt tot het verlies van
relevante en onmisbare partners. Waarom moet dat toch zo? En het staat
zo mooi in de Troonrede: Hernieuwd vertrouwen moet gebaseerd zijn op
maatschappelijke samenhang. De overheid kan dat niet alléén
realiseren. Het zijn burgers, maatschappelijke organisaties en sociale
partners die vorm geven aan de Nederlandse samenleving.
Polderen niet lichtvaardig inruilen voor polariseren
Haaks hierop staat de observatie van het CPB in de MEV dat de
onzekerheid bij de burgers mede gevoed wordt door de spanningen tussen
het kabinet en de sociale partners. Kijk, híer ligt voor de
ChristenUnie het motief om op het punt van prepensioen/ levensloop met
anderen een uiterste poging te doen de impasse in de polder te
doorbreken. Ik roep het kabinet met klem op om van zijn kant er alles
aan te doen het overleg met de sociale partners te hervatten. Dat is
in het belang van de arbeidsverhoudingen en het sociaal klimaat in ons
land. En dat is cruciaal met het oog op het vertrouwen en de vrede in
de samenleving.
Het kan geen kwaad onze overlegeconomie eens kritisch tegen het licht
te houden. Maar wie meedoen in het vaandel heeft staan doet er wijs
aan om het polderen niet lichtvaardig in te ruilen voor polariseren.
Prof. dr. W. Albeda legde onlangs de vinger op de zere plek: Hét
probleem van Balkenende II is dat het zich heeft verstriktin de
gedachte dat de economie er zo slecht voorstaat, dat er geen ruimte
meer is voor overleg. () Dit kabinet is vastgelopen in de eigen
dogmatiek. Wil de vice-premier hierop reageren?
Zalm en Brinkhorst spreken niet met één mond
Wat ook niet echt helpt om vertrouwen te winnen is dat het kabinet
niet altijd met één mond spreekt. Vorige week liet minister Zalm in de
Volkskrant optekenen dat het ergste achter de rug is. De volgende dag
citeerde de zelfde krant minister Brinkhorst: we staan pas aan het
begin. Dan hebben we het dus kennelijk ook over de toekomst van de
AOW. Want ministers mogen dan om het hardst roepen dat de AOW-leeftijd
in deze periode niet zal worden verhoogd, een onderzoek naar de
effecten van zon verhoging doe je natuurlijk niet voor Jan Doedel. En
dan geldt de Wet van Tocqueville: als een norm eenmaal ter discussie
wordt gesteld, leidt dat onherroepelijk tot de afschaffing ervan.
Milieu nu even niet
De houding van er moet geregeerd worden, de problemen zijn groot, het
zit economisch niet mee, en we hebben even geen tijd voor overleg,
solidariteit en zo wreekt zich ook op milieuterrein. Staatssecretaris
Van Geel vatte het kabinetsbeleid vorige week quasi-koddig samen:
"Milieu: nu even niet". Het zou humoristisch zijn als het niet zo
triest was! Het credo van minister Brinkhorst dat dit kabinet regeert
voor de volgende generatie geldt dus in elk geval niet voor het
milieubeleid.
MdV, deze passieve houding staat in schril contrast met de urgentie
die spreekt uit televisiebeelden over de orkanen in het Caribisch
gebied en berichten over het afsmelten van de ijskappen op
West-Antarctica, gevolgen van de opwarming van de aarde. De
verdwijning van oerwouden in Zuid-Amerika, Azië en Afrika brengt de
klimaatverandering in een stroomversnelling. In lijn met het recente
rapport over klimaatverandering, dat in opdracht van de Kamer is
uitgevoerd, dringt mijn fractie daarom aan op ambitieuze maatregelen,
óók als het economisch even niet meezit. Vanuit deze houding zal mijn
fractie straks de Nota Mobiliteit ook beoordelen.
Ik heb drie vragen aan het kabinet. Eén: de aardgasbaten kunnen op
korte termijn wel eens hoger uitvallen dan voorzien in verband met de
hoge olieprijs. Gaat het kabinet die meevaller gebruiken om te
investeren in omschakeling naar een duurzame energievoorziening? Twee:
komt er onder het Nederlands voorzitterschap een Europees invoerverbod
op illegaal gekapt hout? De Kamer heeft daarom gevraagd bij motie,
maar het kabinet beweegt niet. Ten derde: ziet het kabinet
mogelijkheden om binnen het milieubudget voor
ontwikkelingssamenwerking projecten te financieren die een halt kunnen
toeroepen aan de snelle verdwijning van veenbosgebieden in Kalimantan,
Indonesië? Ik vraag hiervoor aandacht, omdat hier 40% van s werelds
totale CO2-voorraad ligt opgeslagen en de verbranding hiervan het
broeikaseffect met een factor 2 zou verergeren.
Andere wind dan paars
MdV, voordat het kabinet denkt dat er in de ogen van de
ChristenUnie-fractie helemaal niets deugt in het kabinetsbeleid, haast
ik mij om te zeggen dat er zeker ook positieve punten te noemen zijn.
Maar u zult begrijpen dat ik mijn spreektijd niet teveel wil besteden
aan complimentjes, maar vooral wil gebruiken om verbeteringen te
bepleiten waar die nodig zijn.
Toch wil ik mijn bijdrage niet besluiten zonder enkele themas te
hebben genoemd waar de fractie van de ChristenUnie zich wél in kan
vinden, in elk geval op de hoofdlijnen. Ik heb al genoemd de aandacht
voor waarden en normen. Een ander onderwerp is het veiligheidsbeleid,
waar dit kabinet terecht hoge prioriteit aan geeft. Zeker, we zullen
de rechtsstatelijke grenzen van het optreden van politie en
inlichtingendiensten scherp in het oog moeten houden; wat ik eerder
over de vergrijzing heb gezegd geldt mutatis mutandis ook voor het
terrorisme: de reële dreiging ervan rechtvaardigt niet iedere
maatregel. Maar zeker hier geldt dat de overheid de dure plicht heeft
om te doen wat in haar vermogen ligt om de vrede en de veiligheid in
de samenleving te waarborgen.
Daarnaast hebben wij het afgelopen jaar met vreugde geconstateerd dat
er op het terrein van de ethische vraagstukken onmiskenbaar een andere
wind waait dan onder paars: er wordt ernst gemaakt met de evaluatie
van wetgeving op medisch-ethisch vlak en er zijn verheugende aanzetten
tot een beteugeling van al te liberale wetten. Helemaal zonder kritiek
kunnen we helaas ook hier niet zijn. Zo zijn we ronduit teleurgesteld
dat de mooie woorden uit het Hoofdlijnenakkoord over meer aandacht
voor hulp, voorlichting en zorg rond kwesties als ongewenste
zwangerschap, abortus en euthanasie niet worden waargemaakt; waren we
verontwaardigd over het optreden van minister Bot ten aanzien van het
provocerende optreden van de abortusboot van Women on Waves in
Portugal; en zijn we zeer verontrust over de ruimte die het kabinet
heeft gegeven voor euthanasie bij dementie. We komen daarover
binnenkort met de bewindslieden uitvoerig te spreken, maar ik kan en
wil het in dit debat niet ongenoemd laten.
Geen goedkope oppositie, maar attractief tegenspel
MdV, al met al was mijn bijdrage voornamelijk kritisch van toon. Dat
was ook nodig. Het kabinet weet dat onze steun verdiend moet worden en
dat wij het beleid steunen waar dat kan, maar kritiseren waar dat
moet. Dat doen we constructief-kritisch. Niet mopperend langs de
zijlijn, maar vanuit een zelfstandige positie met eigen alternatieven.
Geen goedkope of agressieve oppositie, maar wel gedurfd en attractief
tegenspel. Zeg maar het Van Basten-concept. Wij voeren geen oppositie
tégen het kabinet, maar vóór een goed, christelijk-sociaal beleid. Het
zou mij een lief ding waard zijn als het kabinet van zijn kant in dit
debat zich niet zou opsluiten in het eigen gelijk, maar zich echt zou
willen openstellen voor een inhoudelijk debat over een verantwoord
beleid, waarmee de vrede in de samenleving wordt gediend en het
vertrouwen kan worden herwonnen.
Ik wens het voltallige kabinet daarbij veel wijsheid en in het
bijzonder Gods zegen toe.
---