Persbericht
23 september 2004, nr. 087
De effectieve zorgboerderij is primair een boerenbedrijf
Voor mensen met een verstandelijke beperking die meewerken op een
zorgboerderij, is het beter wanneer de boerderij bedrijfsmatig werkt.
De bedrijfsmatige zorgboerderij biedt in tegenstelling tot de
zorgboerderijen waar het accent meer op zorg ligt dan op agrarische
productie, een goede opstap voor het doorstromen van cliënten naar een
regulier landbouwbedrijf. Dat staat in het rapport Boer, zorg dat je
boer blijft!, dat minister Cees Veerman van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit op 28 september uit handen van Kees van Ast van
Wageningen Universiteit en Researchcentrum krijgt aangeboden.
Het onderzoek dat door ir. Marjolein Elings voor de Wetenschapswinkel
van Wageningen UR is uitgevoerd gaat in op de rol van de boer, de
effecten van een bedrijfsmatige aanpak, het sociale netwerk waarin
cliënten verkeren, de begeleiding en de waarde van `echt werk'. De
landbouw en zorgwereld gaat er vanuit dat een bedrijfsmatige sfeer op
de zorgboerderij, waarvan er meer dan 400 zijn, van waarde is voor
hulpboeren. Het idee daarbij is dat een boerderij, in vergelijking met
een activiteitencentrum, een regulier bedrijf is waarin `echt' of
noodzakelijk werk wordt aangeboden dat meer of andere voordelen biedt
dan gecreëerd of hobby-achtig werk.
Voor cliënten met een verstandelijke handicap, maar ook voor mensen
met een burn-out die `bijkomen', blijkt de boer op de bedrijfsmatige
zorgboerderij een rolmodel. De boer heeft niet alleen de kennis en
kunde van de landbouw in huis, hij is ook de baas op de boerderij en
hij is ondernemer die gewend is bepaalde risico's te nemen. De boer
straalt autoriteit uit, anders dan een therapeut of hulpverlener, en
verschaft de cliënten de noodzakelijke duidelijkheid. Hierdoor
identificeren de cliënten zich met de boer, voor wie zij een
volwaardige hulpboer kunnen zijn.
De zakelijke bedrijfsvoering geeft de cliënten waardering en
voldoening, omdat zij noodzakelijke en nuttige werkzaamheden
verrichten om een kwaliteitsproduct, zoals eieren, vleesvarkens of
verse groenten tot stand te brengen. De cliënten voelen daardoor
verantwoordelijkheid, ook al omdat slecht beheer of nalatigheid veelal
directe gevolgen heeft, zoals slaphangende bladeren of luidruchtige
varkens. Bovendien merken de cliënten dat hun werk financiële gevolgen
heeft voor het bedrijf.
Door de kleinschaligheid is er veel aandacht voor het individu, leert
de cliënt het boerengezin en andere werklieden kennen en komen de
cliënten met alle aspecten van het boerenbedrijf in aanraking. Het
samenwerken met de boer, werknemers en begeleiders bevordert de
saamhorigheid. Doordat een cliënt op een bedrijfsmatige zorgboerderij
wordt aangesproken op zijn mogelijkheden - en niet op zijn beperkingen
- ervaren veel cliënten werkdruk tot op zekere hoogte als uitdagend en
prettig.
Onderzoekster Marjolein Elings die het onderzoek in opdracht van het
Landelijk Steunpunt voor Landbouw en Zorg in Barneveld, en Omslag in
Dronten uitvoerde, doet een aantal aanbevelingen voor het verbeteren
van de functionaliteit van zorgboerderijen. Zo stelt zij de sector
voor te stimuleren bedrijfsmatige elementen in een niet bedrijfsmatige
zorgboerderijen in te bouwen en beveelt ze aan dat zorgboerderijen
vooral beschikken over een echte boer. Ook beveelt ze ministeries en
zorgverzekeraars aan mogelijkheden te creëren voor zorgdiensten waar
AWBZ-financiering en ondernemerschap samengaan.
Wageningen Universiteit