Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van staatssecretaris Van Geel bij de opening van het internationaal legionellacongres op 28 en 29 september in Amsterdam.

Dames en heren,

Welkom op dit internationaal congres over legionella. Een bijzonder congres, kan ik wel stellen. Naar mijn beste weten is het voor het eerst dat er een congres wordt gehouden over preventie van legionella, dat nu eens een keer niét primair bedoeld is voor wetenschappers, maar vooral voor de beléidsmakers van alle EU-lidstaten en kandidaatlidstaten. Gericht dus op de mensen die de concrete plannen moeten maken om de problemen aan te pakken. En dat is precies wat er moet gebeuren, want het gaat hier om een belangrijk gezondheidsprobleem dat onze, Europese aandacht verdient. Ik ben bij u dus aan het juiste adres. Ik ben dan ook zeer verheugd dat vrijwel alle aangeschreven landen en organisaties gehoor hebben gegeven aan de uitnodiging om aan dit congres deel te nemen.

Het is naar mijn idee ook hoog tijd voor zo'n bijeenkomst. Even de feiten op rij om aan te geven waar wij het over hebben. Jaarlijks lopen duizenden mensen in Europa een legionella-infectie op. In Nederland zijn dat per jaar zo'n 800 patiënten. Ongeveer 10 procent van deze mensen overlijdt uiteindelijk aan de gevolgen van die besmetting. Het is dus een belangrijk probleem waar wij verstandig mee om moeten gaan. Ik wil dat probleem, nu Nederland voorzitter is van de Europese Unie, hoog op de agenda zetten.
Volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg in Nederland hebben meer dan de helft van de Legionellose-patienten die infectie in het buitenland opgelopen. Andersom geldt dat mensen die vanuit het buitenland Nederland bezoeken - en velen van u behoren tot deze groep
- hier besmet hadden kunnen worden als Nederland geen preventieve maatregelen zou nemen. Dat schetst meteen haarscherp waarom wij hier zitten. Legionella is een internationaal probleem, dat niet ophoudt bij de grens, en soms dus juist over de grens begint.

In Nederland doenwijinmiddelsveelomlegionellatevoorkomen.Waar ik nu zo benieuwd naar ben, is hoe dat zit in de andere Europese landen. Ik wil graag weten wat er gedaan wordt aan preventieve maatregelen, maar bijvoorbeeld ook wat de voornaamste obstakels zijn om dergelijke maatregelen niet te nemen. Betekent dat bijvoorbeeld dat er pas wat gebeurt op het moment dat mensen daadwerkelijk besmet zijn geraakt. Ik hoop daar de komende twee dagen meer inzicht in te krijgen.

Waar hebben wij het nu over. Legionella is een bacterie die Legionellose, ook wel de veteranenziekte genoemd, kan veroorzaken. De ziekteverschijnselen variëren van een fikse verkoudheid (legionellagriep) tot een flinke griep met longontsteking. De meeste mensen worden niet ziek na besmetting. Zware rokers, ouderen en mensen die geneesmiddelen gebruiken die het afweersysteem verstoren, lopen een groter risico ziek te worden. Uiteindelijk wordt slechts een klein aantal van de besmette mensen echt ernstig ziek. Besmette mensen kunnen gelukkig goed behandeld worden, maar het is wel zaak snel in actie te komen zodra iemand symptomen van een infectie begint te vertonen .Hoeeerderdepatiëntdejuisteantibioticakrijgt toegediend, hoe beter. Het duurt enkele weken voordat de patiënt er weer bovenop is. Als je er niet op tijd bij bent, of als de infectie niet goed wordt behandeld, kan de patiënt overlijden aan de gevolgen van de besmetting. Snelle actie is dus noodzakelijk, maar daarnaast is het natuurlijk van het grootste belang dat de bron vervolgens snel wordt opgespoord om verdere besmettingen te voorkomen.

Natuurlijk moeten wij niet wachten met maatregelen totdat mensen besmet zijn geraakt of erger nog, zijn overleden. Naar mijn mening kom je dan echt te laat in actie. In Nederland kiezen wij daarom voor de lijn van gerichte preventie. Hier doet Nederland heel veel aan. Wij pakken heel gericht de bronnen aan waarvan wij weten dat die een groot risico vormen. Wij kiezen er dus heel bewust voor niet te streven naar een geheel risicovrij-Nederland. Dat zou miljarden euro's kosten en is bovendien ook niet nodig. Wij maken een weloverwogen, nuchtere afweging. Zo zijn in Nederland eigenaren van bepaalde risicovolle, collectieve leidingwaterinstallaties verplicht om expliciet aan te geven wat de risico's zijn en er alles aan te doen om gezondheidsrisico's van legionellabacteriën te voorkomen.

Nederland werd in 1999 na afloop van de Westfriese Flora in Bovenkarspel voor het eerst geconfronteerd met een grootschalige legionellabesmetting. Tientallen mensen overleden aan de gevolgen van legionellose, honderden liepen blijvend letsel aan het zenuwstelsel op. Na die grootschalige uitbraak is er veel gebeurd. Vooral dus in de preventieve sfeer.
De eerste reactie na deze uitbraak was om, vanuit het voorzorgsbeginsel, op zo ongeveer alle denkbare locaties preventieve maatregelen te nemen. Dat gebeurde ondanks het feit dat nationaal en internationaal onderzoek al had uitgewezen dat
Legionellose-besmettingen eigenlijk vooral op bepaalde, specifieke locaties ontstaan. Dat zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen, zorginstellingen, zwembaden en hotels. Van dergelijke risicolocaties is duidelijk dat er een verband is met besmettingen. Veel andersoortige locaties, zoals scholen, defensieterreinen, sportinrichtingen en woongebouwen, kregen door dit besluit dus echter ook met een reeks van voorzorgsmaatregelen te maken. Dat kost natuurlijk ontzettend veel geld en menskracht, terwijl het onzeker is of je er echt gezondheidsrisico's mee wegneemt. Ik zei daar net al iets over.
Het gaat er naar mijn idee dus om om hierin een goed evenwicht te vinden. Enerzijds moet je niet wachten met preventieve maatregelen tot er mensen besmet raken en anderzijds moet je geen maatregelen voorschrijven in situaties waar je redelijkerwijs geen slachtoffers hoeft te verwachten. Die uitgebalanceerde lijn heeft Nederland een jaar na de bewuste grootschalige uitbraak in Nederland gevonden. Dat is, zo is mijn overtuiging, een nuchtere aanpak. Het gaat er voortdurend om de kosten en de baten van het wegnemen van risico's tegen elkaar af te wegen. Een risicoloze samenleving is een utopie. Er zullen dus altijd risico's blijven bestaan. Het gaat erom om de gevaren die je redelijkerwijs kunt aan pakken, weg te nemen. Het hele land beveiligen is niet noodzakelijk en ook economisch (én maatschappelijk) niet haalbaar. Nu beperken wij de maatregelen tot plekken waarbij het aannemelijk is dat er risico op besmetting bestaat; nuchter omgaan met risico's dus.

Ik zei het net al; de helft van de Nederlandse patiënten doet de besmetting op in het buitenland. Er is mij dus veel aangelegen om de problemen van een Europees antwoord te voorzien. Legionella moet op de Europese agenda en wij moeten onze kennis van legionella-infecties verdiepen. Het zou mooi zijn als onderzoek naar legionella, binnen én buiten Europa, beter op elkaar afgestemd kan worden. De Europese lidstaten moeten wat Nederland betreft meer samen optrekken bij de aanpak van legionella. Dat betekent in ieder geval dat de landen elkaar onderling moeten informeren over uitbraken van legionella, vooral natuurlijk bij verblijfsaccommodaties waar mogelijk buitenlandse bezoekers besmet zijn geraakt. Ik zou graag zien dat alle technische voorschriften in Europa geharmoniseerd worden. Misschien is het op termijn zelfs mogelijk om daadwerkelijk Europese besluiten te nemen op het gebied van preventie.

Ik denk dat dit congres, binnen en buiten het programma om, genoeg mogelijkheden biedt om hier verder over door te praten. Ik wens u een goed congres toe en ben benieuwd tot welke conclusies dat morgenmiddag zal leiden.

Dank