VVD



Nieuws

28 sep 2004 - VVD wil verduidelijking over
uitspraken Raad van State over luchtkwaliteit

De Volkskrant berichtte zaterdag 25 september dat de geplande aanleg van nieuwe snelwegen, spitsstroken, industrieterreinen en andere infrastructurele projecten onzeker is geworden. Uit het artikel blijkt dat dit het gevolg is van uitspraken van de bestuursrechter waar hij zegt dat de lucht in Nederland te veel ongezonde deeltjes bevat. Deze uitspraken maant de VVD-Tweede-Kamerfractie schriftelijke vragen te stellen aan de minister en staatssecretaris van VROM en de minister van Verkeer en Waterstaat.

Hieronder treft u de vragen.

Vragen van de leden De Krom, Hofstra en Veenendaal (allen VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Verkeer en Waterstaat over recente uitspraken van de Raad van State met betrekking tot luchtkwaliteit.

1. Heeft u kennis genomen van het artikel 'Uitbreiding snelweg in gevaar' en het artikel 'Klem tussen auto en gezondheid ' over gevolgen van recente uitspraken van de Raad van State ?

2. Kunt u concreet aangeven wat de gevolgen zijn van deze uitspraken van de Raad van State inzake de naleving van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit op het gebied van infrastructuur, ruimtelijke ordening en woningbouw? Hoe verhoudt zich dit tot de spoedwet wegverbreding?

3. Kunt u een overzicht geven van andere landen c.q. regio's in de Europese Unie waar de gestelde grenswaarden voor luchtkwaliteit tot problemen leiden of zullen leiden? Kunt u in dit overzicht vermelden welke maatregelen deze overheden nemen om aan de grenswaarden te voldoen?

4. Kunt u zich herinneren dat de Tweede Kamer heeft verzocht om een wettelijke regeling te treffen voor het besluit luchtkwaliteit? Waarom heeft de Tweede Kamer tot nu toe nog niets van u vernomen? Wanneer kunnen concrete voorstellen tegemoet worden gezien?

5. Kunt u aangeven welke maatregelen het Kabinet overweegt te nemen om aan de gestelde grenswaarden voor luchtkwaliteit in 2005 (voor fijn stof), respectievelijk in 2010 (voor stikstofdioxide) te voldoen? Kunt u aangeven welke consequenties daaraan zijn verbonden?

6. Indien u niet in staat bent om aan de gestelde grenswaarden te voldoen binnen de gestelde termijnen, welke acties overweegt u dan te nemen?

7. Kunt u aangeven wat de uitspraak van de Raad van State betekent voor het wegontwerp en het wegbeheer in Nederland, nu de Raad van State stelt dat rijstroken minimaal 3,5 meter breed moeten zijn, dat er steeds vluchtstroken aanwezig moeten zijn en dat er slecht minimaal sprake mag zijn van verkeerscongestie, rekening houdende met het gedrag van automobilisten?

8. Welke betekenis kent u toe aan de "Europese overeenkomst inzake internationale hoofdverkeerswegen", d.d. 15 november 1975? Dient deze overeenkomst mede gelet op het huidige Europese beleid, niet dringend te worden geactualiseerd? Hoe gaan Europese landen met deze regels om en welke acties gaat u op dit punt ondernemen?

9. Welke wetswijzigingen zijn nodig om de stringente eisen in de onder vraag acht genoemde overeenkomst met succes te elimineren?