De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
IPAL 2004-00271 M
Onderwerp
Administratieve lasten voor bedrijven vanuit
gemeentelijke regelgeving: inventarisatie en
aanpak
Hierbij bied ik u, mede namens de minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
het eindrapport Administratieve lasten gemeenten
aan. Het rapport is opgesteld in het kader van
de in 2003 ingezette verbreding van het
administratieve lasten beleid naar de
regelgeving van medeoverheden. Het rapport bevat
de uitkomsten van een inventarisatie van de
administratieve lasten vanuit gemeentelijke
regelgeving. In dat kader is tevens een
instrument ontwikkeld voor gemeenten om de
administratieve lasten uit de eigen regelgeving
in kaart te brengen en knelpunten daarin aan te
pakken.
De basis voor het rapport vormt een nulmeting
van de administratieve lasten uit de autonome
gemeentelijke regelgeving en de autonome
gemeentelijke regels bij de uitvoering in
medebewind van rijksbeleid in 12 gemeenten. Deze
gemeenten hebben in het kader van dit onderzoek
allen een eigen rapportage ontvangen. De
resultaten uit deze 12 gemeenten zijn
geëxtrapoleerd naar een landelijk beeld van de
administratieve lasten die met gemeentelijke
regels samenhangen. Het eindrapport schetst dat
landelijke beeld.
Het eindrapport laat zien dat ongeveer 8% van de
administratieve lasten uit wet- en regelgeving
van het rijk via gemeentelijke loketten bij het
bedrijfsleven komt. Dat correspondeert met een
bedrag van ¤ 1.369 miljoen aan administratieve
lasten. Het betreft wetten en regels van het
rijk die door gemeenten in medebewind worden
uitgevoerd. Daarbij hebben gemeenten steeds
ruimte om de uitvoering aan te passen aan lokale
omstandigheden. Met de lokale regels die zich
daarop richten, zijn ¤ 205 miljoen aan
additionele administratieve lasten gemoeid. Deze
lokale kop op de administratieve lasten vanuit
rijksregels heeft vooral te maken met de
informatieverplichtingen die gemeenten
voorschrijven in het kader van de lokale
uitvoering van de wet Milieubeheer.
Met de regelgeving vanuit de autonome
regelgevende bevoegdheden van gemeenten op basis
van de Gemeentewet is additioneel ¤ 52 miljoen
aan administratieve lasten voor de bedrijven
gemoeid. Deze lasten hebben voor een groot deel
te maken met de informatieverplichtingen in het
kader van de lokale vergunningen voor het
bedrijfsleven gelden.
Het rapport laat zien dat de administratieve
lasten tussen de gemeenten sterk kunnen
verschillen.
Het totaal aan administratieve lasten voor
bedrijven vanuit de gemeentelijke regels (¤ 257
miljoen) is in verhouding tot de administratieve
lasten die binnen de rijksregels voor bedrijven
ontstaan (¤ 16,4 miljard) gering van omvang. Dit
laat echter onverlet dat deze inventarisatie
aanleiding dient te geven om deze lokale
administratieve lasten terug te dringen. De
reden hiervoor is tweeledig:
Allereerst wordt de verhouding tussen de
gemeentelijke overheid en het lokale
bedrijfsleven naast de administratieve lasten
die in gemeentelijke procedures ontstaan bepaald
door een aantal daaraan verwante zaken die voor
de bedrijven zwaar tellen, maar niet in de
gemeten administratieve lasten mee tellen.
Hierbij dient onder andere worden gedacht aan de
doorlooptijden van aanvragen van vergunningen,
de daarbij verschuldigde leges en gemeentelijke
belastingen en de wachttijden die te maken
hebben met de toegankelijkheid van de ambtelijke
organisatie.
Daarnaast geeft het in kaart brengen van de
administratieve lasten en de mogelijkheden om
deze terug te dringen gemeenten inzicht in het
functioneren naar het lokale bedrijfsleven toe.
Dit biedt de gemeente een handvat voor een
verdere professionalisering van de gemeentelijke
organisatie en daarmee ook de mogelijkheid om de
irritaties van de bedrijven over de lokale
bureaucratie weg te nemen.
Naar tijdens het onderzoek is gebleken zijn dit
aspecten, die de deelnemende gemeenten
waarderen.
De aanpak van de administratieve lasten vanuit
de autonome gemeentelijke regels en de lokale
bevoegdheden in het kader van het medebewind
behoort vanzelfsprekend tot de
verantwoordelijkheid van de gemeentelijke
overheid.
Het is de keuze van de gemeente om al dan niet
op het terugdringen van deze lasten in te zetten
en aldus te investeren in de verhouding met het
lokale bedrijfsleven.
Echter om een dergelijke aanpak te faciliteren
en te stimuleren is in het kader van dit
onderzoek ook een instrument ontwikkeld, dat
gemeenten zelfstandig in staat stelt de lokale
administratieve lasten in kaart te brengen en
knelpunten daarin aan te pakken. In een nog dit
najaar samen met het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging
Nederlandse Gemeenten te organiseren congres zal
dit instrument ook aan gemeenten worden
gepresenteerd.
Daarnaast zal het instrument in het kader van
het GSB-programma 2005 - 2009 aan de dertig
grootste gemeenten worden aangeboden. Het
kabinet wil daarbij met deelnemende gemeenten
tot prestatieafspraken over het terugdringen van
de lokale administratieve lasten komen. Ook voor
de andere gemeenten komt dit instrument
beschikbaar. In het voor dit najaar
aangekondigde plan van aanpak voor het
terugdringen van de administratieve lasten
vanuit de regelgeving van mede overheden zal dit
door de minister voor Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties nader worden uitgewerkt.
In het kader van de bevordering van de aanpak
van ook de lokale administratieve lasten voor
bedrijven worden ook mogelijkheden van enkele
lokale experimenten verkend. Ten aanzien van de
lokale administratieve lasten die verband houden
met de medebewindstaken in het kader van de wet
Milieubeheer wordt verkend welke mogelijkheden
er zijn om in het verlengde van het project, via
verdere harmonisatie en stroomlijning van de
lokale uitvoering, tot één VROM-vergunning te
komen. Hiermee zou een verdere reductie van de
lokale administratieve lasten worden
bewerkstelligd. In het bovengenoemde plan van
aanpak zal hier verder op worden ingegaan.
De minister van Financiën,
G. Zalm
Bijlage:
· Administratieve Lasten Gemeenten
Ministerie van Financiën