Rapport, 23-9-2004
RIVM Jaarverslag 2003
Het jaarverslag 2003 van het RIVM schenkt op het gebied van Volkgezondheid aandacht aan de SARS- en vogelpest uitbraken. Op het gebied van consumentenveiligheid stond in 2003 onder meer centraal de studie naar toegestane hoeveelheden natuurlijk schimmelgif in voedsel. Op andere terreinen kwam bijvoorbeeld het onderzoek Nuchter omgaan met risico's van het Milieu- en Natuurplanbureau in de schijnwerpers.
Voorts was 2003 een belangrijk jaar vanwege de omvorming naar agentschap en de verzelfstandiging van het Nederlands Vaccin Instituut.
PDF
RIVM Jaarverslag 2003
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Missie RIVM 7
Samenvatting 9
Volksgezondheid 12
Voeding en Consumentenveiligheid 16
Milieurisico's en Externe Veiligheid 20
Milieu- en Natuurplanbureau 24
Strategisch Onderzoek 28
Cijfers en kengetallen 31
Personalia 33
Productie RIVM in rapporten en publicaties 35
Sector Volksgezondheid 35
Sector Voeding en Consumentenveiligheid 38
Sector Milieurisico's en Externe Veiligheid 40
Milieu- en Natuurplanbureau 43
Commissie van Toezicht RIVM 47
---
Samenvatting
Groeiende internationale erkenning
Bewogen, veelbelovend, pro-actief, communicatief, internationale erkenning en
samenwerking. Als een jaar in trefwoorden kan worden geschetst, zijn deze karakte-
ristieken zeker van toepassing op de activiteiten en de werkwijze van het RIVM in
2003.
Volksgezondheid
Wat iedereen nog vers in het geheugen staat is de uitbraak van vogelgriep, de drei-
ging van de besmettelijke longziekte SARS en van bioterrorisme (poederbrieven). Voor
met name de sector Volksgezondheid braken met de uitbraak van vogelgriep hecti-
sche tijden aan. Een groot aantal onderzoekers was 24 uur per dag in touw om geval-
len van besmetting met de humane variant van het virus op te sporen en met onder-
zoek naar bescherming van mensen. RIVM-onderzoek, later gepubliceerd in The
Lancet, wees immers uit dat ook mensen wel degelijk besmet konden raken.
Bovendien vond men aanwijzingen voor overdracht van het virus van mens op mens.
Op het terrein van SARS heeft het RIVM onder meer bijgehouden welk onderzoek
elders is uitgevoerd en zijn de ziektegevallen uit andere landen geanalyseerd. Met die
actuele gegevens zijn het ministerie van VWS en `het veld' voortdurend gevoed.
Daarnaast heeft het RIVM een aantal scenario's uitgewerkt voor als de ziekte ook in
Nederland zou opduiken. Deze know how was voor de Wereldgezondheidsorganisatie
aanleiding om het RIVM uit te nodigen als discussiepartner en adviseur op het gebied
van SARS.
Internationale erkenning is er ook steeds meer voor de werkwijze bij de langlopende
Volksgezondheid Toekomstverkenningen, die vierjaarlijks de oorzaken, trends en
gevolgen van ziekten in Nederland doorlicht. De Europese Unie heeft het RIVM
gevraagd om een Europees gezondheidsmonitoring systeem op te zetten.
Voeding en Consumentenveiligheid
Een van de topactiviteiten van de Sector Voeding en Consumentenveiligheid betrof
vorig jaar het gecombineerde onderzoek van toxicologen/microbiologen en voedings-
deskundigen naar de gezonde en ongezonde aspecten van voedsel en hoe die zich tot
elkaar verhouden. De studie komt in de loop van 2004 uit.
Ook de herziene mycotoxinenregelgeving springt in het oog. Dit naslagwerk, gemaakt
in opdracht van de Food and Agriculture Organization FAO, is een wereldwijde update
van de toegestane hoeveelheden natuurlijk schimmelgif in voedsel. De regelgeving
voor enkele mycotoxinen in voeding en veevoeder wordt de komende jaren naar ver-
wachting sterk uitgebreid.
Het RIVM is in 2003 tevens gestart met voorbereidingen voor Medvetnet, een interna-
tionale samenwerking tussen medische en veterinaire instituten uit zestien Europese
landen. Deze studie richt zich op de verspreiding van ziekteverwekkers door de hele
voedselketen en op het opsporen van zwakke plekken in die keten. Voor dit state-of-
---
the-art onderzoek trekt de Europese Unie de komende vijf jaar vijftien miljoen euro
uit.
Wat betreft consumentenveiligheid heeft het RIVM onder meer ingrediëntenlijsten
verzameld van 35 Nederlandse importeurs en fabrikanten van tabak. Zij moeten daar-
op in het kader van de Tabakswet aangeven welke stoffen zij aan hun rookwaar toe-
voegen, waarna het RIVM beoordeelt of ingrediënten schadelijk of verslavend zijn.
Uiteindelijk moeten Europese landen komen met een gezamenlijke lijst van in tabak
toegestane stoffen. Daarop vooruitlopend werkt het RIVM aan een website met pro-
ductinformatie voor consumenten.
Milieurisico's en Externe Veiligheid
De sector Milieurisico's en Externe Veiligheid is vorig jaar de weg ingeslagen naar
vraaggestuurd onderzoek in opdracht van ministeries en provinciale en lokale over-
heden. Voor het monitoren en analyseren van wat er feitelijk aan de hand is na een
calamiteit of ramp, werken de meetlaboratoria samen met relatief nieuwe RIVM-
onderdelen als het Centrum voor Gezondheidsonderzoek bij Rampen en het Stoffen
Expertise Centrum. Het gaat daarbij om uiteenlopende zaken als geluidsoverlast rond
Schiphol, analyse van de uitbraak van vogelgriep, informatie over smog of fijn stof in
de lucht.
De sector Milieurisico's en Externe Veiligheid verschaft facts and figures in de vaak
complexe wereld van politieke meningen. Zo wees onderzoek vorige zomer uit dat in
geval van smog het van de weg halen van auto's alleen zin heeft als een smogfase lan-
ger dan een dag aanhoudt. Bij een verwachte kortere smogfase spelen uitlaatgassen
van auto's juist een katalyserende rol in de afbraak van smog.
De toenemende milieudruk in het volgebouwde Nederland trekt zijn wissel op de
gezondheid van mens en natuur. Het RIVM draagt via haar studies, bijvoorbeeld naar
de risico's van een LPG-station bij een woonwijk of de effecten van wonen onder een
hoogspanningsleiding, voortdurend feiten aan die kunnen worden meegewogen in de
ruimtelijke ordening.
Er ontspint zich een toenemende intensieve samenwerking met Europese instanties.
De vraag naar onafhankelijke gegevens in een internationale context lijkt groter dan
ooit. Zo werkt de sector onder meer aan veiligheidsscenario's die zijn aangescherpt
vanwege de internationale dreiging van (bio-)terrorisme. In 2003 analyseerde het
RIVM een aantal poederbrieven, waarvan eentje naar het instituut zelf was gestuurd.
Loos alarm, maar een goede oefening.
Milieu- en Natuurplanbureau (MNP)
Voor het MNP is het rapport Nuchter Omgaan met Risico's een van de meest verras-
sende onderzoeken van 2003. Hierin worden immers ongelijksoortige risico's, zoals
leven bij een GSM-mast, het roken van sigaretten of de kans op overlijden tijdens sport
met elkaar vergeleken. Ook is gekeken naar hoe mensen zélf bepaalde risico's inschat-
ten en naar wat maatschappelijk geaccepteerd is. Het rapport wordt intern wel
beschouwd als instrument om beter te kunnen begrijpen waarom duizend verkeersdo-
den per jaar in Nederland wel worden geaccepteerd, terwijl over mogelijk een halve
10
dode per jaar vanwege het wonen onder een hoogspanningsmast grote (en deels
terechte) commotie ontstaat.
De roep om een duidelijke ruimtelijke planning wordt alleen maar luider. De groene
ruimte is een relatief nieuw onderwerp waarvoor het MNP wordt ingeschakeld, in
nauwe samenwerking met Wageningen Universiteit. Het MNP, dat zich onder meer
richt op de kosteneffectiviteit van natuur- en milieumaatregelen, bracht de verstedelij-
king van de Randstad in kaart en toont aan de hand van prominente beleidsonderwer-
pen als de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS), luchtvervuiling, Vogel- en Habitatrichtlijn,
geluidhinder en fijn stof aan dat de schaarse groene ruimte in Nederland het best kan
worden ontzien. Door het secuur bijhouden van de ontwikkelingen in natuur en
milieu wijzen wetenschappers in de jaarlijkse Natuur- en Milieubalans de politiek op
sluipende ontwikkelingen en trends. Uit de Milieubalans van 2003 blijkt dat de tot-
standkoming van de EHS achterblijft bij de beleidsdoelstellingen. Voor plant en dier
heeft de klimaatverandering concreet merkbare effecten: zij moeten hun leefgebied
en hun gedrag aanpassen en daarbij is een robuuste groenzone van levensbelang.
Directieraad van het RIVM
V.l.n.r. Daan Kromhout (directeur sector Voeding en Consumentenveiligheid), Klaas van Egmond
(directeur Milieu- en Natuurplanbureau), Reinout Woittiez (directeur sector Milieurisico's en Externe
Veiligheid), Adri Kromwijk (adjunct-secretaris Directieraad), Marc Sprenger (directeur-generaal), Chris
Maas (secretaris Directieraad en hoofd stafbureau Strategie, Bestuursondersteuning en Communicatie)
en André Henken (directeur sector Volksgezondheid).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport