CENTRAAL PLANBUREAU
Nummer: 39
Datum: 23 september 2004
Voorgenomen EU-richtlijn voor diensten stimuleert handel en investeringen
De bilaterale handel in commerciële diensten en de buitenlandse directe investeringen in diensten kunnen beide met 15 tot 35 procent toenemen als gevolg van nieuwe Europese voorstellen om de heterogeniteit in de nationale regels met betrekking tot zakelijke diensten te verminderen.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen notitie A quantitative assessment of the EU proposals for the Internal Market for Services . Deze notitie is een samenvatting van de voornaamste onderzoeksbevindingen. Het volledige rapport verschijnt in oktober als CPB Document.
In maart 2004 stelde de Europese Commissie in een kaderrichtlijn een reeks maatregelen voor die de negatieve invloed van binnenlandse marktregulering op de intra-Europese handel en investeringen kunnen terugdringen. Het CPB heeft geanalyseerd welke effecten de voorgestelde richtlijn kan hebben op handel en directe investeringen in diensten.
Een hoeksteen van de Europese Unie (EU) is het principe van vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en werknemers. De interne markt voor goederen lijkt goed te functioneren. Dat is echter niet het geval voor diensten. Veel aanbieders ervaren belemmeringen als zij hun diensten binnen de EU willen exporteren of een vestiging in een ander EU-land willen opzetten.
Leidraad in de voorgenomen richtlijn is dat lidstaten meer op elkaars regelgeving moeten vertrouwen en onnodige heterogeniteit in regulering zouden moeten terugdringen. De Europese Commissie stelt voor dat dienstenexporteurs voortaan alleen nog te maken hebben met de regelgeving in het eigen land, het zogenoemde "land van oorsprong-beginsel". Dit dringt de kosten terug van het betreden van de buitenlandse markt. De Commissie stelt voorts enige maatregelen voor die gericht zijn op directe buitenlandse investeringen. Zo vraagt men onder meer het opzetten van per land één loket waar buitenlandse investeerders alle administratieve verplichtingen kunnen afhandelen.
Het CPB heeft onderzocht in hoeverre handel en investeringen in de Europese diensteneconomie veranderen als de richtlijn volledig wordt ingevoerd. Het onderzoek concentreert zich vooral op de heterogeniteit in de vorm en inhoud van nationale regulering. De reden is dat verschillen in regulering de voornaamste oorzaak vormen voor belemmeringen van de handel en investeringen in diensten. Elke keer dat een dienstenaanbieder een buitenlandse markt betreedt moet deze aan de landspecifieke regulering voldoen. Kenmerkend is dat zulke landspecifieke regelingen extra vaste kosten met zich meebrengen die vaak onafhankelijk zijn van de schaal van het dienstverlenend bedrijf. Kleine en middelgrote bedrijven ondervinden zo extra nadeel.
De volledige implementatie van de richtlijn kan op termijn leiden tot een toename van zo n 15% tot 35% van de handel in commerciële diensten in de EU. De totale handel in de EU neemt dan met ongeveer 1% tot 3% toe, omdat commerciële diensten circa 10% van de totale handel beslaan. De met buitenlandse investeringen opgebouwde kapitaalgoederenvoorraad in dienstensectoren kan hierdoor ook met ongeveer 15% tot 35% toenemen.
Het onderzoek stelt vast dat vermindering van heterogeniteit in de nationale regels met betrekking tot zakelijke diensten een sterk positief effect zal hebben op zowel de handel als de directe investeringen in diensten.
De CPB Notitie A quantitative assessment of the EU proposals for the Internal Market for Services met de voornaamste resultaten van het onderzoek kan (gratis) gedownload worden als PDF-bestand op
Het volledige rapport verschijnt in oktober als CPB Document.
Inlichtingen bij:
Centraal Planbureau