Aan de voorzitters van de
Tweede Kamerfracties
Postbus 20018
2500 AE DEN HAAG
Utrecht : 22 september 2004
Kenmerk : C04/0309/MvCh/TB
Betreft : Rijksbegroting
Geachte mevrouw/heer,
Met belangstelling heeft de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad
Nederland (CG-Raad) kennis genomen van de Rijksbegroting. De verwachtingen
waren hoog gespannen. Mensen uit onze achterban zijn sinds vorig jaar
immers een door het kabinet veelvuldig genoemde doelgroep van beleid
geworden.
Graag beginnen wij ons commentaar op de Rijksbegroting dan ook met
positieve kritiek. Wij zijn namelijk verheugd over de aandacht die het
kabinet aan de dag legt voor chronisch zieken en gehandicapten. Deze
aandacht vertaalt zich in enkele door ons gewenste en broodnodige
bijstellingen van eerder aangekondigde maatregelen. Bijvoorbeeld de
toezegging om mensen tegemoet te komen in de kosten van zelfzorgmedicijnen.
Ook de plannen om de kosten voor het zogeheten zittend ziekenvervoer neer
te leggen bij de betrokkenen zelf, zijn inmiddels ongedaan gemaakt. Een
ronduit sympathieke geste is de instandhouding van het grijze kenteken,
speciaal en exclusief voor automobilisten met een handicap.
De algemene tendens die in de kabinetsplannen naar voren komt is echter
niet positief voor de leefsituatie van burgers met een handicap of
chronische aandoening, bij elkaar ruim twee miljoen Nederlandse
ingezetenen. Er is het een en ander nodig voordat maatschappelijke
participatie voor iedereen werkelijkheid is. Toegang tot elementaire zaken
als onderwijs, werk, recreatie en zorg, is nog steeds geen feit en het
huidige beleid is niet gericht op het scheppen van deze 'voorwaarden
vooraf'.
De leuze 'Meedoen, meer werk, minder regels' is door zo'n begroting voor
een groot deel van onze achterban geen realiteit.
Enkele concrete voorbeelden, verspreid over verschillende beleidsterreinen,
ter illustratie:
Onderwijs
Wie als volwaardig burger mee wil doen, moet allereerst naar school kunnen
gaan. Onderwijs is een recht van ieder kind, van iedere jongere. Toch lijkt
dit recht voor kinderen en jongeren met een chronische aandoening of
handicap minder goed gewaarborgd dan voor andere kinderen. Want:
Opheffing van regels ('minder regels' luidt het devies van het kabinet)
leidt tot minder voorzieningen in het middelbaar beroeps onderwijs.
Zo'n zestig procent van de mbo-leerlingen met een chronische ziekte of
handicap haakt voortijdig af. Het kabinet streeft naar een percentage van
acht procent uitvallers.
Om meer leerlingen met een handicap of chronische ziekte echte kansen te
bieden op onderwijs en een (vak)diploma bepleit de CG-Raad:
Maatregelen waardoor leerlingen gebruik kunnen maken van ambulante
begeleiding en in het beroepsonderwijs van Rea-scholingsmiddelen
(deelnemers zonder arbeidsverleden). Voor het najaar van 2003 bestonden
deze mogelijkheden wél.
Maatregelen waardoor scholieren met een handicap of chronische ziekte zo
nodig AWBZ-zorg op school kunnen regelen. Dit moet mogelijk zijn via een
persoonsgebonden budget of als zorg in natura, naar keuze van de scholier
zelf, ook in het mbo en het hoger onderwijs.
De nu toegezegde verhoging van twee miljoen euro in 2005 voor
voorbereidende en ondersteunende activiteiten voor leerlingen met een
chronische ziekte of handicap in het mbo is absoluut onvoldoende om de
beoogde groep leerlingen écht goede begeleiding te geven en eerder genoemde
verslechteringen te compenseren. De CG-Raad bepleit alsnog tegemoet te
komen aan het eerder gepresenteerde voorstel van de Federatie van
Ouderverenigingen, de BVE-Raad en de CG-Raad. Dit voorstel omvat de
introductie van leerlinggebonden financiering in het middelbaar
beroepsonderwijs.
Uitvoering van de motie Aasted-Madsen, om de toegang tot het mbo voor
leerlingen met een handicap of chronische ziekte daadwerkelijk te
bevorderen.
Uitzonderingsregeling op de studiefinancieringsstop dertig plussers voor
studenten met een handicap of chronische ziekte, conform de Wet op de
Studiefinanciering 2000 waarin een uitzondering gemaakt wordt voor
studenten met een beperking. Reden: velen van hen komen later dan anderen
toe aan een studie in het Hoger Onderwijs, of stappen noodgedwongen over
naar een andere studie, waardoor op latere leeftijd wordt aangevangen met
een studie.
Inkomenspolitiek
Om mee te kunnen doen, heb je voldoende inkomen nodig. Jammer genoeg blijkt
uit de gepresenteerde kabinetsplannen dat veel chronisch zieken en
gehandicapten er in 2005 fors op achteruit gaan. Volgens berekeningen van
de CG-Raad gaat bijvoorbeeld een gemiddelde alleenstaande chronisch zieke,
die zelfstandig woont, er wederom drie procent in inkomen op achteruit.
Dit, nadat men er het vorig jaar ook al drie procent op achteruit is
gegaan. Het gaat hier om meer dan 100.000 mensen.
Enkele maatregelen die bijdragen aan het inkomensverlies van velen:
vermindering huursubsidie, geen aanspraak op het extraatje dat de
voorgestelde no-claimregeling biedt aan mensen die kerngezond zijn, strenge
herkeuringen van WAO'ers en mensen met een WAJONG-uitkering betekenen voor
velen een achteruitgang in inkomen.
Inkomensverlies wordt ook veroorzaakt door een gewijzigde aftrek van
buitengewone uitgaven, die voor veel mensen met ziektekosten een
(aanzienlijke) verslechtering betekent (in tegenstelling tot beweringen van
minister De Geus in zijn brief aan de Tweede Kamer van 17 september 2004).
Onvoldoende middelen worden beschikbaar gesteld voor compensatie.
Werd vorig jaar nog een incidenteel extra bedrag uitgetrokken voor
bijzondere bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten op het
minimuminkomensniveau, nu is dit bedrag voor extra bijzondere bijstand met
55 miljoen euro verminderd. Bovendien ontbreekt voor 2005 een verzoek aan
gemeenten om deze middelen specifiek te besteden aan chronisch zieken en
gehandicapten. De CG-Raad bepleit de volgende maatregelen:
Extra geoormerkte gelden voor bijzondere bijstand aan chronisch zieken en
gehandicapten met een minimum-inkomen.
Bijstelling van de gewijzigde fiscale aftrek van buitengewone uitgaven,
waardoor mensen met specifieke uitgaven in verband met ziekte of handicap
er tenminste niet op achteruit gaan ten opzichte van de oude regeling, die
gold tot 2004.
Toegang tot / deelname aan arbeid
Per saldo komt er het komende jaar minder geld beschikbaar voor
reïntegratie en omscholing van arbeidsgehandicapten. Dit bemoeilijkt de
toegang tot (betaald) werk voor velen. Enkele aanbevelingen:
De CG-Raad bepleit daarom een structureel en systematisch overheidsbeleid
dat mensen met een handicap of chronische ziekte stimuleert (weer) aan het
werk te gaan, zo nodig in deeltijd.
De Wet Gelijke Behandeling Gehandicapten/Chronisch zieken (WGBG/Cz) moet
uitgangspunt van beleid worden bij werkgevers. Een gerichte campagne om dit
te bereiken is zeer gewenst.
Op basis van toekenning van persoonsgebonden reïntegratie- en
omscholingsbudgetten krijgen betrokkenen zelf de kans om naar eigen keuze
en op maat de mogelijkheden voor (betaald) werk te verkennen en benutten.
Recht op ondersteuning bij het vinden en behouden van werk. Recht op
(om)scholing.
Volksgezondheid
Meedoen, dat vereist dat je je in ieder geval enigszins fit en gezond
genoeg voelt. Wie een handicap of chronische ziekte heeft maakt relatief
vaker dan gemiddeld gebruik van de diensten van een arts of andere
dienstverlener. Zorg en voorzieningen zijn daarom van essentieel belang
voor deze doelgroep en vormen vaak de allesbepalende randvoorwaarde om
maatschappelijk te kunnen participeren.
Er staan fundamentele wijzigingen in het zorgstelsel op stapel.
Uitgangspunt van het kabinet: minder gebruik van zorg en meer eigen
bijdragen om dit te bereiken.
Wie een chronische ziekte of handicap heeft, heeft echter geen keuze. Die
heeft zorg en voorzieningen gewoon nodig.
De aangekondigde compensatieregelingen zullen onvoldoende zijn. Velen
worden geconfronteerd met (nog) hogere kosten voor zorg, minder
keuzevrijheid en minder aanspraken.
De nadruk die nu gelegd wordt op 'gezond gedrag' ter voorkoming van
chronische ziekten wekt mogelijk ten onrechte de indruk dat mensen een
dergelijke aandoening aan zichzelf te wijten hebben.
De op stapel staande plannen voor een ingrijpende wijziging in het hele
zorgstelsel vereisen een nadere, goed uitgewerkte en gemotiveerde reactie.
U kunt deze op termijn van ons tegemoet zien.
Voorlopig doen wij u graag de volgende positieve voorstellen:
Een voortzetting van de ingezette tendens om meer aandacht te besteden aan
zeldzame aandoeningen en weesgeneesmiddelen. Deze ontwikkeling stellen wij
bijzonder op prijs.
Geen uitdunning van het voorzieningenniveau. Zo er al een uitwerking van de
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) komt, moeten de gemeenten een
garantie op geoormerkte gelden krijgen, om de nieuwe taken naar behoren te
kunnen uitvoeren. Ook moet er bij wet worden vastgelegd welke rechten en
aanspraken de zorggebruiker heeft evenals de rol van lokale
belangenorganisaties ten opzichte van de gemeente.
De plannen om een 'plafond' aan te brengen in de toekenning van
persoonsgebonden budgetten moeten van tafel! Daardoor wordt de zorg
namelijk weer duurder; een pgb kost immer 75 procent van de vergoeding in
natura. Bovendien bieden pgb's de zorggebruiker de kans de regie in eigen
hand te nemen: met zorg en voorzieningen op eigen maat en naar wens.
Kwaliteit van zorg is belangrijk. Wie anders dan de gebruiker is beter in
staat die kwaliteit te beoordelen? De CG-Raad bepleit dan ook een systeem
van kwaliteitstoetsing, waarbij de cliënt een voorname rol krijgt
toebedeeld. Kortom: Kwaliteitstoetsing vanuit het cliëntenperspectief.
Goede informatieverstrekking op basis waarvan de gebruiker de kwaliteit van
zorgaanbieders en verzekeraars kan beoordelen.
Verkeer en vervoer
Een ander punt dat ons zorgen baart, blijft de ontoegankelijkheid van het
openbaar vervoer. Een betere toegankelijkheid van het nu zo op de tocht
staande stads- en streekvervoer zou al bereikt kunnen worden wanneer het
Rijk geoormerkte gelden voor de aanschaf van toegankelijk materieel
beschikbaar zou stellen aan provincies en gemeenten. Daar voorziet de
gepresenteerde begroting van Verkeer en Waterstaat nog niet in.
Graag komen wij bij de onderscheiden begrotingsbehandelingen nader en
uitgebreider terug op bovenstaande kritiekpunten en aanbevelingen.
Wij gaan ervan uit hiermee uw fractie voorlopig voldoende te hebben
voorzien van relevante en positieve kritiek. Kritiek, die het verdient
meegenomen te worden in de standpunten van uw fractie. Wij vertrouwen op uw
medewerking.
Met vriendelijke groet,
Jan Troost,
voorzitter
cc Vaste Kamercommissie VWS
Vaste Kamercommissie Onderwijs
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland