- Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
- Directie Veiligheidsbeleid
Afdeling Conflictpreventie en Crisisbeheersing
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
- 22 september 2004
Auteur
Albert van Pabst
Kenmerk
DVB/CV - 310/04
Telefoon
- 070-3486466
Blad
- 1/3
Fax
- 070-3485684
Bijlage(n)
1
- albert.pabst@minbuza.nl
Betreft
Antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Bommel (SP) over het niet meer overdragen van Irakese gevangenen door de Deense regering aan de Irakese overheid
-
-
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel (SP) over het niet meer overdragen van Irakese gevangenen door de Deense regering aan de Irakese overheid. Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2004 met kenmerk 2030419500.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het kamerlid Van Bommel (SP) over het niet meer overdragen van Irakese gevangenen door de Deense regering aan de Irakese overheid.
Vraag 1
Is het u bekend dat de Deense regering heeft besloten voorlopig geen Irakese gevangenen via de Britse strijdkrachten aan de Irakese overheid over te dragen indien zij het risico lopen de doodstraf opgelegd te krijgen?
Antwoord
Inmiddels is deze situatie gewijzigd. Denemarken heeft besloten door te gaan met de overlevering van gevangenen aan het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk zal gevangenen niet zonder Deense goedkeuring overleveren aan de Iraakse autoriteiten.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat overdracht van Irakese gevangenen in strijd is met het Nederlandse gebruik dat er geen gevangenen worden uitgeleverd aan landen indien zij het risico lopen de doodstraf te krijgen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Eind juni is de Iraakse soevereiniteit hersteld. Een verzoek van de Iraakse autoriteiten tot overlevering kan derhalve niet worden geweigerd. De vergelijking met de situatie in geval van uitlevering gaat mank.
Per officiële Nederlandse nota is er bij de Iraakse autoriteiten op aangedrongen de doodstraf niet uit te voeren. Voorts zijn garanties gevraagd om de doodstraf niet uit te voeren in het geval Iraakse gevangenen door Nederlandse militairen worden overgeleverd.
Tijdens mijn recente bezoek aan Bagdad heb ik de Nederlandse preoccupaties opnieuw onder de aandacht van mijn Irakese gesprekspartners gebracht.
Vraag 3
Zijn er inmiddels gevangenen via de Britse strijdkrachten aan de Irakese overheid overgedragen die, gezien de verdenking van feiten waarvoor zij zijn aangehouden, het risico lopen de doodstraf te krijgen?
Antwoord
Sinds de soevereiniteitsoverdracht op 28 juni jl. zijn door het Nederlandse detachement acht Irakezen overgeleverd aan de Britse autoriteiten. Zij worden allen verdacht van betrokkenheid bij de aanslagen in de nacht van 14 op 15 augustus waarbij een Nederlandse marechaussee om het leven kwam. De Britse autoriteiten zullen in overleg met Nederland, deze gevangenen te zijner tijd voor hun berechting overdragen aan de Iraakse autoriteiten.
Vraag 4
Bent u, gezien het eerdere bezwaar dat de Europese Unie heeft aangetekend tegen de herinvoering van de doodstraf in Irak, bereid deze kwestie in Europees verband aan de orde te stellen?
Antwoord
De EU-afwijzing van de doodstraf is bij diverse gelegenheden, laatstelijk tijdens mijn bezoek aan Bagdad, overgebracht aan de Iraakse autoriteiten.
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken