Uitspraken van de Belastingkamers (week 39)
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 22-09-2004
1. Hof Amsterdam 2 september 2004, 03/03707, EK 18. De wetgever heeft
de grenzen van de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet
overschreden door voor de alleenstaande-ouderkorting de eis te stellen
dat de ouder en het kind op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en
dat hierdoor - in geval van co-ouderschap - de andere ouder, geen
recht heeft op de korting, terwijl ouders met meer kinderen die op
verschillende adressen staan ingeschreven wel beiden voor de korting
in aanmerking kunnen komen.
Tekst uitspraak: 'AR2292'
2. Hof Amsterdam 2 september 2004, 03/02958, EK 18. Voor een aftrek
als kosten eigen woning is niet vereist is dat op het moment waarop de
uitgaven worden gedaan een onmiddellijke samenhang kan worden
waargenomen tussen betalingen van rekeningen enerzijds en een afname
van het tegoed op de renterekening waarop de door de verhoging van het
geleende bedrag verkregen middelen waren gestort anderzijds.
Tekst uitspraak: 'AR2289'
3. Hof Amsterdam 3 september 2004, 02/01490, MK 4. Natuurlijke ouders
hebben in juridische zin het gezag over hun dochter A en ontvangen
voor haar kinderbijslag. A is onder toezicht gesteld en geplaatst in
het gezin van belanghebbende, die A in belangrijke mate onderhoudt
omdat de pleeggeldvergoeding ontoereikend is. Belanghebbende heeft
recht op aftrek wegens buitengewone lasten omdat A als eigen kind
wordt onderhouden en opgevoed.
Tekst uitspraak: 'AR2279'
4. Hof Amsterdam 7 september 2004, 03/00997, EK 18. Teruggaaf van
regulerende energiebelasting. Het Hof verwerpt de stelling van de
inspecteur dat tot de instellingen als bedoeld in artikel 36l, elfde
lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag niet zijn te rekenen
instellingen die een gebouw exploiteren ten dienste van
maatschappelijke, sociale of culturele activiteiten. Beroep gegrond en
belanghebbende komt in aanmerking voor teruggaaf.
Tekst uitspraak: 'AR2392'