Media deze week
Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.
Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:
mr. Pieter-Bas Beekman 070 - 426 47 73 / 06 - 52 07 70 04
mr. Frederik Kunst 070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00
De mediagevoelige zaken van deze week zijn: Raad van State
(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200307780/1
Beroepen van inwoners van HendrikIdoAmbacht tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland waarbij gedeeltelijk goedkeuring is verleend aan het bestemmingsplan Bedrijvenpark Langeweg en omgeving van deze gemeente. Het bestemmingsplan maakt de aanleg mogelijk van een bedrijventerrein aan de zuidwestkant van Hendrik-Ido-Ambacht. Het bedrijventerrein komt langs Rijksweg A16 te liggen. De inwoners zijn het niet eens met de aanleg van het bedrijventerrein en de bouw van het benzineservicestation. Zij vrezen met name een grote toename van het verkeer op de Langeweg door leveranciers, woon-werkverkeer en klanten voor de bedrijven en het tankstation. Zij stellen dat de normen voor stikstofdioxide en zwevende deeltjes (roet, stof etc.) nu al worden overschreden.
* 200308922/1
Beroep tegen de revisievergunning die het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft verleend aan een bedrijf aan de Nieuwe Provincialeweg in Lith voor het bewerken van maximaal 15.000 tot puin per jaar, voor het opslaan van maximaal 5.000 ton steenachtige materialen en 2.000 ton zand, grind, hout en bouwmaterialen en voor het opslaan van gebruikte en ongebruikte voorwerpen voor verkoop. Het puin is grotendeels afkomstig van locaties van derden waar het bedrijf sloopwerkzaamheden uitvoert. Daarvoor beschikt het bedrijf over een mobiele puinbreker. Het bedrijf is in werking van maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 19.00 uur en op zaterdag van 7.00 tot 17.00 uur. De dichtstbijzijnde woning bevindt zich op een afstand van 100 meter van het bedrijf. De bezwaren die tegen de revisievergunning zijn aangevoerd, hebben vooral betrekking op geluidhinder die omwonenden van het bedrijf ondervinden.
* 200400106/1
Hoger beroep in verband met de drank- en horecavergunning en de overlastvergunning die het college van B&W respectievelijk de burgemeester van Weert heeft verleend aan de Schutterij St. Cornelis voor het uitoefenen van een horecabedrijf in het gebouw aan de Ittervoorterweg in Weert. In de drank- en horecavergunning is het voorschrift opgenomen dat deze uitsluitend geldt voor het verstrekken van alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse een uur voor, tijdens en een uur na activiteiten van de schutterij. Appellant, die het niet eens is met deze vergunning, brengt als bezwaar naar voren dat dit voorschrift onvoldoende concreet is. Tegen de overlastvergunning wordt ingebracht dat niet de burgemeester, maar het college van B&W bevoegd is om een overlastvergunning te verlenen. In de Overlastverordening Horeca staat dat de burgemeester bevoegd is om vergunning te verlenen bij voor publiek toegankelijke lokalen en het college van B&W bij de overige horeca-inrichtingen. Volgens appellant is hier geen sprake van een voor publiek toegankelijke lokaliteit.
* 200400556/1
Beroep van Teijin Twaron B.V. tegen de zogenoemde last onder dwangsom die het college van gedeputeerde staten van Groningen aan het bedrijf heeft opgelegd per keer dat zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan waardoor er nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of dreigen te ontstaan en het bedrijf dat niet zo spoedig mogelijk meldt. Op 31 januari 2003 heeft zich een incident voorgedaan in het bedrijf: een goot gevuld met anilinehoudend afvalwater liep over. Het bedrijf heeft dit op 4 februari 2003 gemeld aan het college van gedeputeerde staten. Bij een bezoek aan het bedrijf op 7 februari 2003 heeft het college het bedrijf meegedeeld dat het incident een ongewoon voorval betrof en dat dit in strijd met de wet niet zo spoedig als mogelijk was gemeld. Het bedrijf is het niet eens met de last onder dwangsom, omdat deze onduidelijk is. Volgens het bedrijf had het college deze moeten concretiseren door een bepaalde termijn te stellen waarbinnen ongewone voorvallen moeten worden gemeld. Bovendien had het college naar zijn mening rekening moeten houden met de omstandigheid dat sommige ongewone voorvallen zich vanwege de ernst van de zaak voor een snellere melding lenen dan andere, minder ernstige, ongewone voorvallen.
* 200400742/1
Beroep tegen de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland heeft verleend aan een bedrijf voor het vervaardigen van asfalt en de op- en overslag van bitumen aan de Donker Duyvisweg in Dordrecht. Het bedrijf is gevestigd op het industrieterrein Dordt-West/Groote Lindt in de Krabbepolder. In beroep wordt aangevoerd dat de vergunning niet had mogen worden verleend omdat de grenswaarde die aan de geluidhinder is gesteld, wordt overschreden door het bedrijf. Buiten de geluidzone rond het industrieterrein mag de geluidbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven gaan. Ook voeren appellanten aan dat de aanvraag om vergunning onjuiste informatie bevat over de aard van het bedrijf en de gevolgen daarvan voor het milieu. Appellanten zijn het bovendien niet eens met de openingstijden van het bedrijf en zij vrezen onaanvaardbare geurhinder van het bedrijf en geluidoverlast van het verkeer dat van het bedrijf komt en naar het bedrijf gaat.
* 200402665/1
Beroep van een inwoner van Winterswijk tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland waarbij goedkeuring is verleend aan de bestemmingsplan t Hilgelo Zandafvoer en t Hilgelo Zandwinplas van die gemeente. Gedeputeerde staten hadden in 1997 ook al een goedkeuringsbesluit vastgesteld maar dat besluit is bij een uitspraak van 21 december 1999 vernietigd voor zover het de goedkeuring van het bestemmingsplan t Hilgelo Zandwinplas betrof (zaaknummer E01.97.0175). Ook het tweede goedkeuringsbesluit van het college van oktober 2002 is vernietigd bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 5 november 2003 (zaaknummer 200206809/1). Tegen het derde goedkeuringsbesluit van het college van 3 februari jl. is ook beroep ingesteld. De bestemmingsplannen zien op een gebied ten noorden van Winterswijk en maakt zandwinning in de plas en de daarmee samenhangende uitbreiding van de recreatieplas t Hilgelo mogelijk. De inwoner heeft grond in het gebied dat hij nu agrarisch gebruikt. Hij stelt dat er geen grond beschikbaar is om zijn verlies aan grond te compenseren.