Persbericht 04/186
21 september 2004
Nr. 04/186
Regeling Schoonmaakdiensten Particulieren afgebouwd
De Regeling Schoonmaakdiensten Particulieren zal binnen twee jaar
worden beëindigd. Mensen die nu nog via deze regeling aan het werk
zijn, krijgen hulp van hun werkgever bij het vinden van een andere
baan. Bedrijven die schoonmaakdiensten aanbieden, krijgen de tijd zich
te oriënteren op andere werkzaamheden.
Dit schrijft staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer.
De Regeling Schoonmaakdiensten Particulieren, ook bekend als de `witte
werkster', is in 1998 ingevoerd om langdurig werklozen aan de slag te
helpen als hulp in de huishouding. Schoonmaakbedrijven die dit
huishoudelijke werk aanbieden, krijgen jaarlijks ongeveer 10.000 euro
subsidie per in dienst genomen werkloze. Dankzij deze subsidie kunnen
de bedrijven schoonmaakdiensten aanbieden voor zo'n 11 euro per uur.
Daarmee kunnen zij concurreren met de informele schoonmaakmarkt.
Sinds de inwerkingtreding van de regeling is er maar beperkt gebruik
van gemaakt. Momenteel bieden 42 kleine en middelgrote bedrijven
schoonmaakdiensten aan. Ruim 1200 schoonmakers zijn, vaak in kleine
deeltijdbanen, met subsidie aan het werk. Daarbij komt dat gemeenten
sinds de invoering van de Wet werk en bijstand op 1 januari van dit
jaar ruimere mogelijkheden hebben om langdurig werklozen aan een baan
te helpen, waardoor een afzonderlijke regeling voor de
schoonmaaksector niet langer nodig is. Tegen deze achtergrond is
besloten de schoonmaakregeling te beëindigen.
Dit moet volgens staatssecretaris Van Hoof op een zorgvuldige manier
gebeuren. In overleg met brancheorganisatie OSB zal hiervoor een
definitieve regeling worden opgesteld. Voor de staatssecretaris staat
voorop dat werknemers die nu schoonmaakdiensten verrichten, hulp van
hun huidige werkgever moeten krijgen bij het vinden van een andere
baan. De bedrijven hebben al aangegeven hiertoe bereid te zijn.Voor de
schoonmaakwerkgevers wil Van Hoof een overgangstermijn creëren waarin
zij kunnen zoeken naar vervangende activiteiten.In 2005 is voor de
afbouwregeling 7 miljoen euro beschikbaar. Voor 2006 zal het bedrag
hiervoor later worden vastgesteld. De staatssecretaris verwacht dat
het stopzetten van de regeling nauwelijks gevolgen zal hebben voor de
informele schoonmaakmarkt. Naar schatting maken 900.000 huishoudens
gebruik van huishoudelijke hulp en slechts 6.500 huishoudens (7
promille) hebben een hulp via de schoonmaakregeling.
---
De volgende Officiële publicatie(s) zijn gerelateerd aan
bovenstaande persbericht:
PDF publicatie Brief van staatssecretaris Van Hoof over de toekomst
van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren(RSP)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid