Speaking note van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs,
bij de presentatie van de begroting 2005, In Den Haag (Nieuwspoort)
Welkom.
Ik ben blij dat u toch nog met zo veel mensen hier bent. Ik zal mijn
uiterste best doen om u vandaag nog het een en ander te vertellen dat
het RTL-journaal nog niet gehaald heeft.
Vorig jaar hebben we de grote lijnen uitgezet voor deze
kabinetsperiode. Dat doen we dit jaar niet opnieuw. Je kunt ook niet
elk jaar een hele nieuwe richting inslaan, want dan gaat er nooit meer
een schop de grond in. De begroting 2005 staat dus in het teken van
uitvoering op de korte termijn. De langetermijn-ideeën voor het
mobiliteitsbeleid reserveer ik voor de Nota Nobiliteit. Die presenteer
ik hoogstwaarschijnlijk op 30 september. Ik wil u daar nu al voor
uitnodigen.
Maar veel meer zult u mij vandaag niet over de Nota Mobiliteit horen
zeggen.
Ons hoofddoel voor deze periode is om Nederland weer in beweging te
brengen.
Mobiliteit van mensen en goederen is nu eenmaal de smeerolie voor onze
economie.
U herinnert zich misschien nog welke prioriteiten we vorig jaar hebben
gesteld.
· De kern was: Houwen voor bouwen, omdat we op alle fronten tegen een
onderhoudsachterstand aankijken.
· Daarnaast een gerichte aanpak van de fileknooppunten.
We hebben daar vorig jaar zoveel mogelijk concrete doelstellingen aan
gekoppeld en zijn nu volop bezig om die te realiseren.
Ik kan daar het best iets over zeggen aan de hand van een paar kaarten
die ik heb laten maken. De kaarten van Karla zoals ze in de
wandelgangen van mijn departement al genoemd worden.
Ik begin maar bij het wegonderhoud. Iedereen die regelmatig op de weg
zit, weet uit eigen ervaring dat Rijkswaterstaat hard aan het werk is.
Dat is volgend jaar niet anders.
Het doel is om het achterstallig onderhoud vóór eind 2007 met 45
procent terug te dringen. Dan praten we over de vervanging van zon
1300 km extra rijbaan, naast het reguliere onderhoud. Daarvan is eind
volgend jaar ruim 200 kilometer klaar. Zoals ik vorig jaar al meldde,
zullen we om begrotings-technische redenen pas in 2006-2007 de grote
inhaalslag kunnen maken (de resterende 1100 kilometer). U kunt dat ook
in beeld zien: in 2006 en 2007 is er duidelijk meer geld beschikbaar.
Dat is natuurlijk goed nieuws voor de automobilist, al brengt
onderhoud ook onvermijdelijk overlast met zich mee. Maar daar kom ik
zo op terug.
Eerst mijn andere kaarten.
Hier ziet u op welke knooppunten ik de files gericht ga aanpakken om
Nederland weer in beweging te brengen. Het anti-fileplan ZSM
(Zichtbaar-Snel-Meetbaar) in één oogopslag. In de eerste fase tot en
met 2006 gaat het onder meer om 150 kilometer spitsstroken. Dit jaar
zijn we daar al mee begonnen. Vanaf volgend jaar gaan we de zaak flink
versnellen. In 2005 zijn bijvoorbeeld de A13 (Zestienhoven -
Delft-Zuid, 6 km) en de A50/A1 (totaal 40km!) aan de beurt. We zijn
volop bezig om nulmetingen te verrichten zodat we straks de effecten
goed kunnen meten. Ik beloofde vorig jaar een minimale reductie van de
filezwaarte van 30 procent op alle plaatsen waar ZSM-projecten worden
uitgevoerd. En ik heb vooralsnog geen enkele reden om te denken dat we
dat niet zouden halen. Maar zoals altijd geldt: meten is weten.
Zoals u weet hebben we vorig jaar ook veel extra geld uitgetrokken
voor extra onderhoud aan het spoor. Want de betrouwbaarheid van de
infrastructuur moet omhoog
Op alle rode trajecten op deze kaart wordt de komende jaren daarom
flink gewerkt aan seinen, wissels en bovenleidingen. Daarmee moeten we
erin slagen om het aantal storingen flink te verminderen. Zoals u weet
doen de staatssecretaris en ik het spoor samen. Zij zal deze kaart zo
verder toelichten.
Op het water van hetzelfde laken een pak. Veel achterstallig
onderhoud, daarom vorig jaar veel extra geld en de komende jaren veel
werk aan de winkel. Dat is goed besteed geld want vervoer over water
is nu al verschrikkelijk belangrijk en heeft ook nog een enorme
groeipotentie. Op deze kaart ziet u waar we in deze periode allemaal
projecten gaan uitvoeren. Voor volgend jaar staat bijvoorbeeld de
renovatie van de Prins Bernardsluizen op het programma, het groot
onderhoud aan de Kreekraksluizen, het baggeren van de Waal en het
baggeren en achterstallig oeveronderhoud van het Kanaal
Gent-Terneuzen.
Al met al gaat Nederland de komende jaren dus flink op de schop, zowel
op de weg als het spoor en het water. Dat is goed nieuws voor de
reiziger en vervoerder. Maar het wordt ook even doorbijten. Want
onderhoud zonder overlast bestaat helaas niet.
Uiteraard wordt het werk zo gepland en georganiseerd dat reizigers zo
min mogelijk hinder ondervinden. Maar mensen kunnen daar ook zelf het
een en ander aan doen.
Heel belangrijk daarin is de informatiecampagne Werken aan weg en
spoor die vandaag van start gaat onder de VanAnaarBeter-vlag. U krijgt
direct na afloop van deze persconferentie de primeur van een aantal
spotjes uit deze campagne. Voor alle duidelijkheid: daar mag u wat mij
betreft morgen al over schrijven want op die spotjes rust geen
embargo.
Wat we met deze campagne vooral willen bereiken is dat mensen weten
waar ze informatie kunnen krijgen over alternatieve reismogelijkheden
en routes, zodat ze goed voorbereid de deur uit kunnen gaan. Uit
publieksonderzoek blijkt namelijk steeds weer dat reizigers het
belangrijk vinden dat zijn hun reis betrouwbaar kunnen plannen.
De website VanAnaarBeter.nl is het centrale informatiepunt. Daar staan
alle verwijzingen naar actuele reisinformatie bij elkaar. Websites,
teletekstpaginas, SMS-diensten, een informatielijn van
Rijkswaterstaat; het is er allemaal. Nogmaals: zonder overlast gaat
het niet. Maar we gaan de reiziger wel helpen zodat die de overlast
zoveel mogelijk kan vermijden.
Tot slot wil ik vandaag graag nog eens de aandacht vestigen op mijn
verkeersveiligheidsplannen. Ik vind dat echt een verschrikkelijk
belangrijk onderwerp.
Het budget voor regionale en lokale verkeersveiligheidsmaatregelen
stijgt de komende jaren van 28 miljoen in 2005 naar 80 miljoen in 2007
en de jaren daarna. Dat zegt, in deze tijden van bezuiniging,
natuurlijk heel veel.
Zoals u weet streef ik naar maximaal 900 verkeersdoden in 2010 en 640
in 2020. Dat is echt heel ambitieus, maar volgens de deskundigen niet
onmogelijk. Dus neem ik met minder geen genoegen.
Twee weken geleden heb ik mijn Actieplan Jonge Bromfietsers naar de
Kamer gestuurd.
Daarmee wil ik het aantal verkeersslachtoffers onder jonge
bromfietsers van 16 en 17 jaar met ten minste 50 procent terugdringen.
Dat wil zeggen: elk jaar 15 doden en 625 zwaar gewonden minder. En
vandaag heb ik daar een dikke brief achteraan gestuurd met allerlei
nationale en Europese verkeersveiligheidsplannen die in het vat
zitten.
Er is niet één enkele maatregel meer te bedenken die honderden doden
spaart, zoals destijds met de invoering van de gordelplicht. Maar ook
met kleine stapjes kun je je doel bereiken.
Ik pik een paar dingen waar we aan werken uit de brief.
· Een eenvoudig puntenstelsel waarmee we automobilisten aan kunnen
pakken die binnen een bepaalde tijd ernstig de fout ingaan. Dat doe ik
samen met Justitie.
· Een verlaging van het toegestane alcoholpromillage voor beginnende
bestuurders naar 0,2 procent.
· Een alcoholslot voor bestuurders die met drank op achter het stuur
zijn betrapt.
· En nascholing voor beginnende bestuurders, door invoering van een
veiligheidscursus na een half jaar.
De verkeersveiligheidsbrief gaat ook over Europa. Europa wordt steeds
belangrijker, ook op dit terrein. Sterker nog: om de nationale
doelstelling voor 2020 maximaal 640 verkeersdoden te kunnen halen, is
het absoluut noodzakelijk dat er Europees afspraken worden gemaakt
over de ontwikkeling en invoering van nieuwe en veilige
voertuigtechnologie. Het is één van de onderwerpen die hoog op de
agenda staan van de ministeriële bijeenkomst over verkeersveiligheid,
eind oktober in Verona. In november gaat het daar weer over, maar dan
in Rotterdam, waar we gaan praten over de invoering van Elektronische
Voertuig Identificatie. Verder hoop ik tijdens het Nederlandse
voorzitterschap een politiek akkoord te bereiken over uniformering van
de rijbewijzen in Europa. En ook zal ik er alles aan doen om de
dodehoekspiegel zo snel mogelijk ook verplicht te stellen voor
bestaande vrachtwagens, zoals dat in ons land al het geval is.
Tot zover mijn rondje langs de velden. Natuurlijk gebeurt er nog veel
meer.
Als u de begrotingsstukken leest, komt u het vanzelf tegen. Ik heb u
vandaag in kort bestek willen laten zien waar ik mee bezig ben op mijn
belangrijkste prioriteiten. Maar ik ben toch al weer lang aan het
woord geweest. En ook de staatssecretaris wil u nog het een en ander
vertellen. Ik geef haar nu graag het woord.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat