Begroting Verkeer en Waterstaat 2005: Werk in uitvoering
Verder werken aan het onderhoud en een gerichte aanpak van de files;
dat is de boodschap van de begroting van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat voor 2005.
Zo is er volgend jaar voor onderhoud 668 miljoen euro beschikbaar
voor de wegen, 821 miljoen voor de spoorwegen en ruim 400 miljoen euro
voor de vaarwegen. Daarnaast wordt het ingezette programma voor
spitsstroken verder uitgevoerd. Bij het spoor wordt de opwaartse lijn
voortgezet door de toekenning van duidelijke concessies aan NS en
Prorail. Het jaar 2005 staat ook in het teken van de toekomst:
betrouwbare en voorspelbare reistijden. De nota Mobiliteit die het
ministerie over enkele weken presenteert, zal volgend jaar als
wetsvoorstel worden ingediend bij het parlement. Kortom 'Houwen voor
bouwen', 'Nederland in beweging brengen' en 'Nederland in beweging
houden'.
Wegen
De concrete doelstelling voor het hoofdwegennet is het onderhoud op
peil te houden en het achterstallig onderhoud vóór eind 2007 met 45
procent te verminderen. Voor het wegwerken van de achterstanden is tot
2010 600 miljoen euro beschikbaar. Daarmee wordt 1300 kilometer extra
rijbaan vervangen. Daarvan is eind dit jaar ruim 200 kilometer klaar.
In 2005 wordt voornamelijk regulier onderhoud gedaan om in 2006-2007
de grote inhaalslag te maken; de resterende 1100 kilometer.
Het programma Fileplan ZSM (Zichtbaar-Slim-Meetbaar) werkt onder meer
aan het vergroten van de capaciteit tijdens de spits en het bevorderen
van de doorstroming. In de eerste fase tot en met 2006 gaat het om
ruim 300 kilometer spits- en plusstroken. In 2005 worden onder meer
stroken opgeleverd langs de A1, A12, A13, A50, A50/A1. Op weggedeelten
waar deze projecten zijn uitgevoerd, neemt de filezwaarte bij verder
ongewijzigde omstandigheden, met minimaal 30 procent af.
Spoor
Tot en met 2010 investeert Verkeer en Waterstaat 853 miljoen euro
extra in beheer en onderhoud van de spoorwegen met een reservering tot
en met 2010 voor nog eens 734 miljoen euro. De punctualiteit voor het
reizigersvervoer zal in 2007 minimaal 87 procent moeten zijn (81
procent in 2002). Het ministerie verwacht voor 2005 een punctualiteit
van gemiddeld 85 procent.
Met de verwachte inwerkingtreding van de spoorwegwet en concessiewet
per 1 januari 2005 worden NS en ProRail via een vervoer-
respectievelijk beheerconcessie aangestuurd.
Luchtvaart
In 2004 start de evaluatie van het Schipholbeleid. Met de evaluatie
wordt getoetst of de luchtvaartsector binnen de beschikbare
milieuruimte de mogelijkheid heeft om zich te ontwikkelen en of de
gestelde grenzen en regels leiden tot de gewenste beheersing van
overlast en risico's. In 2006 wordt de evaluatie afgerond. In de Nota
Ruimte wordt aanvullend ruimtelijk ordeningsbeleid vastgesteld. Door
beperkt bebouwing toe te staan in de nabijheid van de luchthaven,
wordt verdere geluidsoverlast rondom de luchthaven voorkomen.
De betrouwbaarheid van de luchtvaart wordt sterk bepaald door het
Europese systeem van luchtverkeersleiding. Zowel om redenen van
vertragingen als van energiegebruik is een grotere efficiëntie van het
luchtverkeer dringend noodzakelijk. Nederland zet daarom sterk in op
het implementeren van het zogenoemde Single European Sky
(gemeenschappelijk Europees luchtruim), gericht op schaalvergroting en
efficiëntievergroting in de luchtverkeersleiding.
Water
Nederland leeft met water, dat is niet alleen een campagnemotto, er
wordt ook daadwerkelijk gewerkt aan het verminderen van de problemen
rond de grote rivieren. Als bescherming tegen wateroverlast starten in
2005 de Maaswerken. In het project Ruimte voor de Rivier worden in
2005 via de Planologische Kernbeslissing deel 1 de projecten rond de
Rijn benoemd en in de inspraak gebracht.
Daarnaast werkt het ministerie met vele organisaties aan de uitwerking
van het Nationaal Bestuursakkoord Water, voor het oplossen van de
problemen in regionale watersystemen met teveel, te weinig of te vies
en ecologisch arm water. Aan gemeenten en waterschappen is in 2004 100
miljoen euro subsidies verleend aan 310 projecten voor het beperken
van regionale wateroverlast, bijvoorbeeld door een betere waterberging
of regenwater niet meer in het riool te laten lopen. Die projecten
worden tussen 2005 en 2007 uitgevoerd. Grotere projecten voor
regionale waterberging heten 'koploperprojecten' zoals het
regenwaterbassins in het Westland en de waterberging in de
Lappenvoortpolder bij Zuidlaren.
Vervoer gevaarlijke stoffen en security
Eind 2004 komen de Ketenstudies uit. Daarin staan mogelijkheden voor
het beperken van het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals LPG en
ammoniak. In 2005 worden maatregelen verwerkt in de beleidsnota
'vervoer gevaarlijke stoffen'. Veiligheid staat ook centraal in de
nota en het wetsvoorstel Tunnelveiligheid die in 2005 uitkomen. Op
basis van de laatste ervaringen met tunnelveiligheid worden
aanvullende regels gesteld.
De opkomst van het internationaal terrorisme maakt het van belang dat
security-maatregelen verder worden ontwikkeld en uitgewerkt. Het
programma Bescherming Vitale Infrastructuur brengt de kwetsbare
infrastructuur in beeld en biedt mogelijke oplossingen. Als beheerder
van infrastructuur werkt Verkeer en Waterstaat aan plannen die de
gevolgen die voortvloeien uit mogelijke aanslagen zo beperkt mogelijk
houden. Verder worden internationale regels ter voorkoming van
terroristische aanslagen in Nederland ingevoerd.
Andere Overheid, anders werken
Betere regels. De effecten daarvan worden volgend jaar zichtbaar. De
administratieve lasten voor bedrijven die voortvloeien uit wetgeving
van het ministerie dalen in de komende twee jaar met 273 miljoen euro,
een vermindering van 26%. Een voorbeeld hiervan is de invoering in
2005 van het River Information System voor de binnenvaart. Hiermee
kunnen vele administratieve handelingen elektronisch worden gedaan.
Bij de zeevaart levert de bundeling van logistieke processen voor
bijvoorbeeld de douane en veterinaire experts ook minder
administratieve lasten en efficiencyvoordeel op. Er komt in 2005 een
voorstel voor één waterwet waarin vele huidige waterregelingen worden
opgenomen.
Publiek-private samenwerking (PPS) en innovatief aanbesteden kunnen
bijdragen aan efficiënter werken en eerdere opleveringen van
projecten. Mogelijke PPS projecten zijn de A2 in Maastricht en de
Zuidas Amsterdam. Ook investeringen in de Tweede Maasvlakte en de
Zuiderzeelijn bieden mogelijkheden voor PPS.
---
----------
Deze bedragen zijn samengesteld uit geld voor regulier onderhoud
en geld dat beschikbaar is voor het inhalen van
onderhoudsachterstanden. Voor spoor geldt dat het weergegeven bedrag
puur de Rijksbijdrage betreft, hiernaast is nog 136 miljoen euro
beschikbaar die wordt verkregen uit de gebruiksvergoeding.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat