Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
http://www.minlnv.nl
MINLNV: Begroting 2005 LNV vertrouwd platteland...
21 september 2004
BEGROTING 2005 MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT:
.VERTROUWD PLATTELAND, VERRASSEND PERSPECTIEF.
Met de Agenda Vitaal Platteland (AVP) heeft het kabinet voor het eerst
een integrale visie gegeven op een vitaal platteland: economisch,
ecologisch en sociaal-cultureel. Uitgangspunt van het
plattelandsbeleid is .decentraal wat kan; centraal wat moet.; het
kabinet wil op hoofdlijnen sturen. De uitwerking moet op
gebiedsniveau plaatsvinden, zodat beter rekening kan worden gehouden
met de sociaal-culturele en economische dimensies van de regio.s. Om
de provincies in hun regisseursrol te ondersteunen komt er één
investeringsbudget voor het landelijk gebied (ILG).
PLATTELANDSONTWIKKELING
Eind juli 2004 heeft de Europese Commissie voorstellen gepresenteerd
voor een nieuw .plattelandskader., voor de periode 2007 tot en met
2013. Het Europese plattelandsbeleid richt zich op drie
doelstellingen:
. verbetering van de concurrentiekracht van de landbouw
. verbetering van de kwaliteit van milieu, natuur en landschap
op het platteland en
. verbrede plattelandsontwikkeling.
De Europese Commissie wil tegelijkertijd de uitvoering van het
plattelandsbeleid belangrijk vereenvoudigen, onder andere door de
vorming van een Europees Plattelandsfonds. Al deze doelstellingen
sluiten op hoofdlijnen goed aan bij de prioriteiten van Nederland.
LNV werkt ondertussen aan het opstellen van een nieuw Plattelands
Ontwikkelingsprogramma (POP) voor de periode na 2006, waarin de
Europese steunmogelijkheden worden uitgewerkt. Dit ontwerp-POP
2007-2013 wil het kabinet rond de jaarwisseling 2005-2006 ter
goedkeuring aan de Europese Commissie aanbieden.
Groene diensten
Het belangrijkste subsidie-instrument voor het beheer in het landelijk
gebied is het Programma Beheer. Dit wordt verder uitgebouwd tot het
nieuwe beheersinstrument Groene Diensten. Dat is dan niet alleen
bestemd voor agrarische ondernemers, maar in principe voor elke
economische actor die een extra bijdrage levert aan de kwaliteit van
natuur en landschap, de recreatieve toegankelijkheid van het
platteland en aan waterbeheer. LNV wil dit instrument per 2007 in
kunnen zetten, in aansluiting op zowel de nieuwe Europese
Kaderverordening Plattelandsontwikkeling als het hierop gebaseerde
nieuwe Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP).
Recreatie en groen in en om de stad
Er is behoefte aan meer mogelijkheden voor dagrecreatie. LNV draagt
daarom bij aan de realisatie van nieuwe recreatiegebieden: in de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS), in en om de stad, in de
reconstructiegebieden en in nationale landschappen.
In de periode 1994-2013 wordt 15.891 ha recreatiegebied aangelegd in
de buurt van steden. Verder wordt in de periode 2004-2010 492 ha
recreatiegebied aangelegd in de buurt van nieuwe woonwijken met meer
dan 5.000 woningen. In 2005 wordt hiervoor 360 ha grond verworven en
255 ha ingericht. LNV subsidieert daarnaast projecten gericht op het
vergroten van de recreatiemogelijkheden en de bereikbaarheid van het
Groene Hart vanuit de stedelijke gebieden (Regeling Kwaliteitsimpuls
Groene Hart).
LNV subsidieert de realisatie van een landelijk, aaneengesloten
routenetwerk voor wandelen, fietsen en varen. De lengte van het totale
netwerk is ca. 13.000 km. Dit is bijna geheel gerealiseerd, maar er
moet nog wel veel geïnvesteerd worden in de kwaliteit ervan. Voor 2005
is voorzien in een bijdrage voor kwaliteitsverbetering voor ongeveer
1.000 km, verdeeld over wandel-, fiets- en vaarroutes.
LNV financiert het beheer van recreatiegebieden door Staatsbosbeheer
en draagt bij aan de financiering van het beheer door
rijksrecreatieschappen van de recreatiegebieden Midden-Delfland en
Grevelingen.
Instrument Aantal prestaties Totale uitgaven(x E 1
000)
Landelijke routenetwerken (RVR)
. Wandelen 260 km 1.610.
. Fietsen 464 km
. Varen 283 km
Beheer recreatieve voorzieningen natuur- en
bosgebieden 23.172
. Staatsbosbeheer 217.015 ha
. Midden-Delfland & Grevelingen 4.287 ha
Versterking recreatie sector (overig
RVR) Projecten 2.040
. Bevorderen kennis- en deskundigheid
(KIC) 45
. Overige projecten 30
. Exclusief bijdrage V&W voor vaarroutes
Milieu: water en bodem
De overheid staat de komende jaren voor de opgave om het watersysteem
op orde te brengen. Voor de kwantiteitsproblemen is nieuw beleid
ingezet: meer ruimte voor water, die vooral in het landelijk gebied
moet worden gevonden. Tegelijkertijd is de waterkwaliteit van grond-
en oppervlaktewater nog steeds niet voldoende. Voor de waterkwaliteit
is de Europese Kaderrichtlijn Water leidend. Het kabinet werkt aan een
grotere samenhang tussen het natuurbeleid (verdroging en natte
natuur), het landbouwbeleid (watervoorziening en groene diensten), het
mest- en gewasbeschermingsbeleid (waterkwaliteit) en het
recreatiebeleid (schoon en toegankelijk).
Ook het bodembeleid is onderwerp van aandacht. Een gezonde bodem is de
basis van een vitaal platteland. De Europese Commissie stelt een
Europese bodemstrategie op. Daarbij wordt onder andere gekeken naar
bodemverontreiniging, organische stoffen, bodembiodiversiteit en
erosie. De verwachting is dat de Europese Commissie begin 2005 met
voorstellen komt.
Herinrichting zandgebieden
De grote zandgebieden in de provincies Utrecht, Limburg,
Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel worden heringericht
(reconstructie). Hiermee kan een aantal zaken tegelijkertijd worden
aangepakt, zoals het verbeteren van de bodemkwaliteit en het
extensiveren van de melkveehouderij en de realisering van de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Het extra geld van het rijk voor de reconstructie wordt in deze
kabinetsperiode vooral ingezet op
. de integrale aanpak van de verdrogings-, stikstof- en
fosfaatproblematiek in en rond de grote natuurgebieden van de EHS
. duurzame landbouw: extensiveren van de melkveehouderij en het
concentreren van intensieve veehouderij in
landbouwontwikkelingsgebieden en
. water: voldoende schoon water voor alle functies in het
landelijk gebied.
Deze rijksdoelen worden aangevuld met regionale doelen, zodat onder
regie van de provincies een samenhangende, gebiedsgerichte aanpak
wordt gerealiseerd. Onder regie van de provincies worden twaalf
reconstructieplannen uitgewerkt. In april 2004 is het eerste
reconstructieplan (Limburg) goedgekeurd. In de loop van 2004 en de
eerste helft van 2005 zullen de overige reconstructieplannen aan het
rijk ter goedkeuring worden voorgelegd. Het rijk zal daarbij alle
plannen toetsen aan het rijkskader voor reconstructie. De uitvoering
van deze plannen zal in 2005 en 2006 geregeld worden. Voor
reconstructie is in 2005 een budget beschikbaar van E 14 mln.
Groene Hart
Het kabinet werkt aan samenhang tussen projecten van verschillende
departementen op het gebied van ruimtelijk beleid. Eén van deze
programma.s betreft het Groene Hart. LNV gaat dit coördineren. Dit zal
in nauwe samenwerking met de bestuurders en betrokkenen in het Groene
Hart gebeuren, aangezien de provincie de regierol op zich zal nemen
voor de verdere ontwikkeling van het nationale landschap het Groene
Hart.
Binnen het Groene Hart vraagt de problematiek van de veenweidegebieden
bijzondere aandacht. Alleen door een goed samenspel met de
grondgebruikers en inzet van alle overheden kan een duurzaam
landgebruik en een aantrekkelijk landschap voor de toekomst worden
gerealiseerd.
Instrument Aantal prestaties Gemiddelde kosten per
prestatie Totale Uitgaven ( x E 1 000)
Grootschalig groen
. Verwerving 360 ha E 70.000 25.045
. Inrichting 220 ha afgerond 17.653
2.190 ha onderhanden
Regionaal groen
. Kaderwet LNV projectbijdragen 35 ha 2.922
Groene Hart Impuls 35 Projecten 2.663
De begroting 2004 van het ministerie van LNV en een samenvatting zijn
te vinden op www.minlnv.nl
21 sep 04 15:21