Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
http://www.minlnv.nl
MINLNV: Begroting 2005 LNV groen ondernemen...
21 september 2004
BEGROTING 2005 MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT:
.GROEN ONDERNEMEN, INNOVATIEVE KRACHT.
Voor de land- en tuinbouw is het noodzakelijk een omslag naar meer
duurzaamheid te maken. Het uiteindelijke streven is het bereiken van
een duurzaam en maatschappelijk geaccepteerd landbouwcomplex in 2030.
Voor 2005 en 2006 staat bij LNV in dit kader onder andere op de
agenda:
. regels in kaart brengen die de overgang naar duurzaam
ondernemen belemmeren en deze vereenvoudigen of afschaffen
. vernieuwende ondernemers processteun en onderzoek op maat
bieden
. de voortgang en inspanningen van alle betrokkenen monitoren en
zichtbaar maken.
In het najaar van 2004 krijgt het debat over de toekomst van de
intensieve veehouderij een vervolg en wordt de balans opgemaakt. De
activiteiten van LNV in 2005 zullen in belangrijke mate afhangen van
de initiatieven die maatschappelijke actoren nemen.
Aanpassing Europees landbouwbeleid
Kern van het nieuwe Europese landbouwbeleid is dat de EU financiële
steun aan boeren niet meer koppelt aan de hoeveelheden gewassen of
dieren, maar afhankelijk maakt van het naleven van regels op het
gebied van milieu en natuur, dierenwelzijn en diergezondheid. Het
nieuwe systeem wordt per 1 januari 2006 ingevoerd, in 2005 wordt de
invoering verder voorbereid.
Herziening mestbeleid
Nederland staat voor de opgave een mestbeleid te ontwerpen en te
implementeren dat aan de eisen van de Europese Nitraatrichtlijn
beantwoordt. De invoering hiervan gebeurt vanaf 1 januari 2006. Het
budget voor herziening van het mestbeleid bedraagt in 2005 E15,8 mln,
inclusief de kosten voor uitvoering en handhaving.
Diergezondheid en dierenwelzijn
Dierziektebestrijding moet gebaseerd zijn op methoden die
maatschappelijk geaccepteerd zijn. In dat kader blijft LNV zich ook in
2005 inzetten voor aanpassing van het Europese
non-vaccinatiebeleid.
De bestrijding van dierziekten is en blijft de eerste
verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. De kosten die hieraan
verbonden zijn, worden dan ook zoveel mogelijk bij het bedrijfsleven
in rekening gebracht. Dit geldt niet voor de kosten van
dierziektebestrijding bij particulieren en de kosten van opsporing en
toezicht; deze blijven voor rekening van de overheid.
LNV en het bedrijfsleven willen vóór 2005 de afspraken over de
financiering van de dierziektebestrijding aangepast hebben, voor de
periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2010. Van invloed op deze
afspraken is onder andere de nieuwe mogelijkheid om vaccinatie in te
zetten bij de bestrijding van mond- en klauwzeer (MKZ). Voor vogelpest
(AI) is nog geen effectief vaccin beschikbaar. Bij een eventuele
uitbraak daarvan moet nog steeds preventief worden geruimd.
Eén van de belangrijkste risicofactoren in de bestrijding van een
dierziekte-uitbraak is een lange periode tussen besmetting en
ontdekking. De bestaande monitoring wordt in 2005 aangepast en de
LNV-crisisorganisatie wordt in 2005 verder verbeterd.
In 2005 wordt een nieuw I&R-systeem voor runderen opgeleverd. Het
aantal niet geregistreerde runderen moet dalen tot onder de 10.000.
Per 1 juli 2005 worden de nieuwe I&R-voorschriften voor schapen en
geiten geïmplementeerd. Met het landelijk scrapie-fokkerijprogramma
moet eind 2005 het grootste deel van de fokdieren ongevoelig zijn voor
scrapie.
Dierenwelzijn
De inzet van LNV op het terrein van dierenwelzijn is een goed
voorbeeld van een beleid gericht op .zorgen dat. in plaats van .zorgen
voor.. Fokkers, verkopers, eigenaren en maatschappelijke organisaties
worden nadrukkelijk op hun verantwoordelijkheden aangesproken.
Uiteraard blijft de overheid zelf handelend optreden bij excessen. LNV
organiseert in het najaar van 2004 een werkconferentie over het
welzijn van gezelschapsdieren. Deze conferentie moet
aangrijpingspunten opleveren voor verdere implementatie van de nieuw
in te zetten lijn.
Voor landbouwhuisdieren is en blijft het streven dat de gehouden
dieren hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen en de houderijsystemen
zijn aangepast aan het dier, in plaats van het dier aan het
houderijsysteem. De normstelling voor dierenwelzijn komt op EU-niveau
tot stand.
Voor de verhoging van het diergezondheidsniveau, dierenwelzijn en de
effectieve bestrijding van dierziekten is in 2005 E18,5 mln.
beschikbaar.
Biologische landbouw
De doelstelling van de Beleidsnota biologische landbouw 2001-2004 is:
de ontwikkeling van een internationaal concurrerende duurzame sector,
die midden in de samenleving staat en toonaangevend is in Europa. In
de beleidsnota werd gekozen voor het stimuleren van de vraag naar
biologische producten. Het beleid van de afgelopen jaren is
geëvalueerd. Op basis van die evaluatie wordt het beleid voor de
periode 2005-2007 bepaald. In het najaar 2004 gaat een nota hierover
naar de Tweede Kamer. In het Hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet
eerder als ambitie uitgesproken dat in 2010 op 10% van de totale
oppervlakte landbouwgrond biologisch wordt geteeld. Het budget voor
het bevorderen van biologische landbouw bedraagt in 2005 E6,7 mln.
Plantenziekten en gewasbescherming
Nederland is kwetsbaar voor de insleep van ziekten en organismen die
schadelijk zijn voor de gezondheid van planten. Dit kan grote gevolgen
hebben voor de Nederlandse productie- en handelspositie. Daarom is in
2004 de inzet op dit beleidsterrein versterkt. In 2005 wordt een begin
gemaakt methetbeterenefficiënterorganiserenvankeuringen.
De overheid en enkele relevante maatschappelijke organisaties hebben
in het Convenant gewasbescherming afgesproken samen een programma uit
te voeren dat moet leiden tot meer duurzame gewasbescherming. Dit is
een belangrijk onderdeel van de nota Duurzame gewasbescherming die het
kabinet voorjaar 2004 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Duidelijker dan voorheen zijn in het nieuwe beleid rollen en
verantwoordelijkheden van de verschillende partijen vastgelegd. De
noodzakelijke veranderingen kunnen alleen worden bereikt als ook
maatschappelijke organisaties zich er medeverantwoordelijk voor
voelen. Doelstellingen zijn:
. in 2010 is de milieubelasting t.o.v. 1998 met 95% verminderd;
in 2005 met 75%
. in 2010 is het aantal knelpunten voor drinkwaterwinning uit
oppervlaktewater t.o.v. 1998 met 95% verminderd; in 2005 met 50%
. in 2010 is de overschrijding van residunormen t.o.v. 2003
verminderd met 50%
. in 2010 voeren alle teeltbedrijven hun gewasbescherming en
werkzaamheden in behandeld gewas uit conform een goedgekeurde
risico-inventarisatie en -evaluatie.
Het budget voor gewasbescherming bedraagt in 2005 E4,5 mln.
Visserij
De visserij is in sociaal-economisch en cultureel opzicht waardevol
voor Nederland. Het is dan ook belangrijk dat de visserijketen
economisch rendabel blijft. Tegelijkertijd streeft LNV naar een
visserij die de gevolgen voor het ecosysteem beperkt en daar zelf
verantwoordelijkheid voor neemt.
In een aantal situaties is vermindering van de vangstcapaciteit
noodzakelijk. Dat kan als een aantal vissers vrijwillig stopt. LNV
steunt dat proces: in 2005 is E 5 mln. beschikbaar voor vrijwillige
sanering van de zeevisserij (vermindering met 2400 Bruto Ton) en E 1,9
mln. voor vrijwillige sanering van de IJsselmeervisserij (vermindering
van de capaciteit met minstens 35%).
Zee- en kustvisserij
De EU streeft enerzijds naar een biologisch verantwoord niveau voor de
visbestanden, anderzijds naar een blijvend sociaal-economisch
perspectief voor de visserijsector. Rigoureuze schommelingen in de
toegestane vangsthoeveelheden zijn daarbij ongewenst. Daarom wordt in
EU-verband gewerkt aan meerjarige herstelplannen voor visbestanden die
onder druk staan (o.a. voor de Noordzeeschol).
Het nieuwe EU-visserijbeleid stelt vermindering van de vlootcapaciteit
niet verplicht. De verwachting is echter dat in de rondvis-, platvis-
en garnalensegmenten van de vloot een aanhoudende behoefte aan
capaciteitsvermindering blijft bestaan. Daarom wordt de mogelijkheid
onderzocht om verplaatsing van vlootcapaciteit van het ene naar het
andere segment toe te staan.
Om het zeemilieu te ontlasten, stimuleert LNV de ontwikkeling van
milieuvriendelijker visserijtechnieken. Het gaat daarbij met name om
het doorontwikkelen van de zogenaamde elektropulskor, die in 2005 in
de praktijk zal worden getest. De komende jaren wordt fraude met
motorvermogens van vissersschepen aangepakt door de introductie van
niet-fraudegevoelige meetapparatuur.
Viskweek
LNV stimuleert de ontwikkeling van de Nederlandse viskweeksector, maar
stelt daarbij wel randvoorwaarden. Het accent ligt onder andere op
welzijnsvriendelijke productie- en dodingsmethoden. De lijst van
diersoorten die voor productie mogen worden gehouden, wordt uitgebreid
met een aantal kansrijke vissoorten. Ook wordt een aantal
noodzakelijke diergeneesmiddelen toegelaten.
In 2005 is voor visserijbeleid op de LNV-begroting een budget
beschikbaar van E15,7 mln.
Kennis en innovatie
Het wetenschaps- en kennisbeleid van LNV is gericht op een kwalitatief
hoogstaande kennisinfrastructuur voor de agrofoodsector, de natuur en
het platteland. Er is meer regie gewenst op de
kennisontwikkelingsagenda van overheid en bedrijfsleven voor het brede
terrein van voeding en gezondheid. LNV zal zich ervoor inzetten dat
die sterkere regie tot stand komt. Totaal is voor kennis en innovatie
in 2005 een budget van E831 mln. beschikbaar.
Onderzoek
Binnen het onderzoek dat LNV financiert, zijn er drie stromen: het
fundamenteel onderzoek (kennisbasis), het beleidsondersteunend
onderzoek en de wettelijke onderzoekstaken. Het onderzoeksprogramma
sluit aan op de vier beleidsthema.s van LNV.
Kennisbasis Beleids- ondersteunend
Onderzoek Wettelijke onderzoekstaken Totaal
Groen ondernemen E 8 mln. E 67 mln. E 14
mln. E 89 mln
Natuur E 5 mln. E 17 mln. E 5 mln. E 27 mln
Platteland E 4 mln. E 5 mln. - E 9
mln
Voedsel/diergezondheid E 10 mln. E 5 mln. E 32
mln. E 47 mln
Totaal E 27 mln. E 94 mln. E 51 mln. E 172 mln
Kennisbasisonderzoek
Nieuwe wetenschappelijke inzichten uit fundamenteel onderzoek zijn
onontbeerlijk voor vernieuwingen en innovatie. LNV financiert daarom
de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO), als onderdeel van
Wageningen UR. Daarnaast financiert LNV strategische
speerpuntprogramma.s bij andere kennisinstellingen en
samenwerkingsverbanden. Het budget voor fundamenteel onderzoek
(kennisbasis) is in 2004 van start gegaan met E 17 mln. In 2005 wordt
dit verhoogd met E 4,1 mln. De uiteindelijke omvang van de kennisbasis
zal E 35 mln. gaan bedragen in 2007.
Beleidsondersteunend onderzoek
LNV verstrekt onderzoeksopdrachten aan publieke en private
instellingen, ter ondersteuning van het beleid. In 2005 wil LNV
onderzoeksresultaten beter (laten) benutten. De voorgenomen fusie
tussen de LNV-onderdelen Directie Wetenschap en Kennisoverdracht en
Expertisecentrum draagt hieraan bij.
Wettelijke onderzoekstaken
Bij wettelijke onderzoeksverplichtingen en verplichtingen uit
internationale verdragen gaat het om onderzoek naar diergezondheid,
voedselveiligheid, visserij, natuur en milieu en genetische bronnen en
om economische informatievoorziening. LNV stelt deze taken veilig door
structurele financiering. In 2005 is hiermee ruim E 51 mln. gemoeid.
Onderwijs
Doel van het LNV-onderwijsbeleid is het waarborgen van kwalitatief
goed .groen. beroepsonderwijs en universitair onderwijs. Het groene
onderwijs heeft van oudsher goede netwerken met het regionale midden-
en kleinbedrijf. LNV gaat regionale innovatieprojecten van het groene
onderwijs subsidiëren die passen binnen het LNV-beleid.
De begroting 2004 van het ministerie van LNV en een samenvatting zijn
te vinden op www.minlnv.nl
21 sep 04 15:17