CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 36
Datum: 21 september 2004
Inlichtingen bij Jacqueline Timmerhuis (tel: 070-3383477), Dick Morks
(tel: 070-3383410), of Johan Verbruggen (tel: 070-3383404).
CPB Nieuwsbrief: Arbeidsduurverlenging: kiezen tussen inkomen en vrije tijd
Vooral door het hoge aandeel van deeltijdbanen is de gemiddelde
arbeidsduur in Nederland laag in vergelijking met andere Europese
landen. Werknemers in Nederland werken gemiddeld 1223 uur, tegenover
bijvoorbeeld 1480 in Duitsland, 1546 in het Verenigd Koninkrijk en
1639 in Spanje. Met name werkgeversorganisaties pleiten nu voor
arbeidsduurverlenging: dit moet de concurrentiepositie versterken en
de gevolgen van vergrijzing opvangen.
Macro-economisch gezien heeft arbeidsduurverlenging op lange termijn
inderdaad positieve effecten, omdat het arbeidsaanbod toeneemt en
daarmee ook de productie en het nationaal inkomen. Voor de effecten op
lange termijn maakt het niet uit of arbeidsduurverlenging in eerste
instantie al dan niet gepaard gaat met gelijkblijvende uurlonen. De
effecten op korte en middellange termijn zijn daarentegen zeer
gevoelig voor wat er met de contractlonen gebeurt. Op kortere termijn
leidt langer werken wel meteen tot wat meer economische groei, maar de
werkgelegenheid neemt eerst nog af als gevolg van de dalende
arbeidsproductiviteit. Met aanvankelijk gelijkblijvende uurlonen (en
dus een evenredige loonsverhoging op jaarbasis) leidt langer werken op
korte termijn tot ongunstigere effecten op werkgelegenheid en
werkloosheid dan met aanvankelijk gelijkblijvende jaarlonen (en dus
dalende uurlonen).
Vanuit micro-economisch oogpunt leidt langer werken niet automatisch
tot meer welvaart. Zowel inkomen als vrije tijd dragen bij aan de
welvaart van mensen. Hoe groter de vrijheid om zelf de optimale
verdeling tussen inkomen en vrije tijd te bepalen, hoe groter de
welvaart. In dat perspectief is het gunstig als mensen de mogelijkheid
hebben om meer uren te kunnen werken, zonder dat dit wordt opgelegd.
Het is echter de vraag of Nederlandse werknemers massaal bereid zijn
om langer te werken; dit geldt al helemaal voor deeltijdwerkers.
Willen mensen een goede afweging kunnen maken, dan moet het extra
inkomen dat zij kunnen verdienen door langer te werken de
maatschappelijke baten weerspiegelen. Ofwel: meer werken moet genoeg
opleveren en anderzijds moet vrije tijd niet te goedkoop zijn. Dit
laatste is het geval bij VUT-regelingen, waarbij de prijs van vrije
tijd dermate laag is dat dit het blijven doorwerken bij het bereiken
van de VUT-gerechtigde leeftijd sterk ontmoedigt. Onder meer via het
vaststellen van de hoogte van belastingen en uitkeringen kan de
overheid bevorderen dat mensen voldoende baten ondervinden van langer
werken om een zuivere afweging tussen inkomen en vrije tijd te kunnen
maken.
Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen
CPB Nieuwsbrief 2004/2 (september 2004). In dit nummer zijn de
openingscolumn en een artikel gewijd aan de economische effecten van
langer werken.
Verder in dit tweede nummer van het nieuwe CPB-kwartaaltijdschrift:
* 'Op één been uit het dal': een artikel over de economische
vooruitzichten voor 2004 en 2005, gebaseerd op de ook vandaag
openbaar gemaakte Macro Economische Verkenning (MEV) 2005. Zie
hiervoor persbericht 2004/37.
* Een interview met Robert Chote, directeur van het Londense
Institute for Fiscal Studies over de onafhankelijke analyses van
begrotingen en verkiezingsprogramma's die deze Britse denktank
verricht.
* 'Concurrentie met lagelonenlanden?': een uit de MEV overgenomen
kader over de vraag of het nodig is beleid te gaan voeren om het
verplaatsen van productie (en daarmee werkgelegenheid) naar
lagelonenlanden tegen te gaan. Daaraan is toegevoegd de
aankondiging van een CPB-publicatie over dit onderwerp die komend
najaar zal verschijnen.
* Een interview met Tweede Kamerlid Ferd Crone (PvdA) over het maken
van tegenbegrotingen en de CPB-analyse hiervan.
* Een overzicht van alle recente CPB-publicaties.
CPB Nieuwsbrief 2004/2, september 2004, is (gratis) beschikbaar als
PDF-bestand op www.cpb.nl.
Centraal Planbureau