Toespraak mevrouw Agnes van Ardenne, minister voor Ontwikkelingssamenwerking van Nederland, bij de Districtendag Suriname, Den Haag, 18 september 2004
Surinamers en Nederlanders, samen investeren in partnerschap-
Nederlandse steden in het Suriname Platform en Suriname; Nederlandse onderwijsinstellingen en Surinaamse scholen; Cordaid en haar partners in Suriname; het Surinaamse Ministerie van Volks Gezondheid en het Nederlandse VWS; het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij en ons LNV; vele kleine Nederlandse stichtingen en Surinaamse stichtingen; bedrijven over en weer; families hier en daar. Deze bijeenkomst, U allen hier vandaag, laat zien dat Nederland en Suriname op veel fronten samenwerken.
Excellenties, dames en heren, een goede morgen op een vroege zaterdagochtend. Ik zie dat het tijdstip u niet weerhouden heeft om in groten getale aanwezig te zijn. Wat dat betreft is deze Districtendag Suriname 2004 nu al geslaagd.
Vandaag is het dé dag om dank zij het partnerschap tussen Den Haag en Suriname de band tussen onze twee samenlevingen te verdiepen en te verbreden.
Dat verbreden en verdiepen op vele manieren mogelijk is wordt wel geïllustreerd door u. Het gaat hier om vogels van diverse pluimage, in de goede zin des woords. U bent afkomstig uit Suriname en Nederland, uit de stad zowel als de districten en actief op terreinen die variëren van gezondheid en onderwijs tot huisvesting, van economie en ICT tot milieu, samenlevingsopbouw en cultuur.
Ondernemende mensen moeten de ruimte krijgen om te ondernemen. Om activiteiten te ontplooien, binnen en buiten hun landsgrenzen. Hier, daar, en met elkaar. NGO's, stichtingen, personen, gemeenten, overheden, bedrijven moeten betrokken kunnen zijn om een bijdrage te leveren aan een betere toekomst voor Suriname. Deskundigen moeten de mogelijkheid krijgen om hun kennis in te zetten in Suriname. Onderwijs-, onderzoeks- en opleidingsinstellingen ondersteunen hun evenknie in Suriname. En momenteel
is Suriname een zeer aantrekkelijke stageplaats voor studenten, voor verple(e)gers/sters en leerkrachten. Er wordt wel eens gegrapt dat Suriname er sinds kort een nieuwe bevolkingsgroep bij heeft gekregen: de stagiaires.
Waar zit het potentieel? Suriname is niet alleen een prachtig land, maar ook een rijk land. Suriname heeft veel natuurlijke hulpbronnen; bauxiet, olie, goud, hout; prachtige bossen en rivieren, rijke biodiversiteit, cultuur; kortom vele mogelijkheden tot ontwikkeling. Maar het echte potentieel zit bij de mensen, bij de politici, de bestuurders, de wetenschappers, bij mannen en vrouwen en jongeren. Bij u dus. Daarin moeten we blijven investeren. Over en weer. En dat betekent ook investeren in
studenten uit Suriname. Natuurlijk ga ik kijken wat de schade is van de plannen van de minister van onderwijs. Ik ben hiervan geschrokken en heb dat ook binnen het Kabinet gezegd; dit kan niet, Nederland heeft de traditie om te investeren in mensen buiten Europa, daar profiteren wij ook van. Ik ga kijken wat ik kan doen voor die mensen die serieus met hun studie aan de slag willen en zo wat kunnen betekenen voor de ontwikkeling van hun land.
Het potentieel zit ook bij de ondernemers. Een van de zeer succesvolle ondernemingen, Staatsolie, is hier ook vertegenwoordigd, zo heb ik begrepen. Welkom. Een onderneming die anderen tot voorbeeld kan dienen. Evenals het motto van deze onderneming: Geloof in eigen kunnen!
Jammer genoeg zijn er nog teveel obstakels om die rijkdommen te benutten en verder te ontwikkelen. Het is zaak dat Suriname aanhaakt bij de snel globaliserende wereld. Bij de internationale markt. Dat is een Surinaams belang. Nederland ondervindt nu ik zou bijna zeggen door schade en schande wijs geworden hoe belangrijk het is om het tempo van de hervorming van onze verzorgingsstaat erin te houden. Een andere overheid, meer markt. Van productie-economie naar een kenniseconomie. Dat vereist
aanpassing, hervorming. Suriname heeft net als Nederland een hervormingsagenda uit te voeren. Anders zullen de projecten die u na vandaag wilt uitvoeren niet beklijven. Die les hebben we geleerd. Aanpassen van wet- en regelgeving. Versterking van de rechtsstaat. Bevorderen van vrij ondernemerschap. Tempo is nodig om politiek en economisch aan te kunnen sluiten bij de regio en een rol te kunnen spelen op de zich sterk liberaliserende wereldmarkt. Het potentieel benutten. De kansen liggen voor
het oprapen.
Maar er gebeurt al veel. En dat is hoopvol. Ik heb veel waardering voor de inzet van de huidige regering om de macro-economische situatie te stabiliseren. Die inzet werpt haar vruchten af: er is groei, er zijn stabiele wisselkoersen, een nieuwe munt, de inflatie daalt, etc. Dat is met recht goed bestuur. Het sectorbeleid komt steeds meer uit de steigers en gaat werk in uitvoering worden. Bravo.
Niet alleen geloven in eigen kunnen. Met geloven alleen komen we er niet. We moeten doorgaan op de ingeslagen weg.
U doet ook al heel veel. Kijk maar eens naar de familiebanden. Wat gebeurt daar? Naar schatting 100 miljoen euro per jaar aan pakketten, kleren, geld zendt u jaarlijks naar Suriname. Dat is vier tot vijf keer het bedrag dat jaarlijks uit de Verdragsmiddelen in Suriname wordt besteed.
Deze familiebanden zouden nog waardevoller kunnen worden door ze te verbreden. In Nederland wonen veel goed geschoolde en ervaren mensen van Surinaamse afkomst. Dit kader zou Suriname kunnen helpen. Suriname kent een kader probleem, Suriname kan extra capaciteit vanuit de Surinaamse gemeenschap in Nederland goed gebruiken. Er zijn voorbeelden van mensen die terug zijn gegaan om in Suriname weer iets op te bouwen, een onderneming te starten en zodoende werkgelegenheid te creëren. Ook het
programma voor uitzending van ondernemers IntEnt is succesvol in haar activiteiten in Suriname. Ik ben ervan overtuigd dart Suriname dit kader zal verwelkomen en faciliteren.
Dames en heren,
Vorige maand heb ik met minister Raghoebarsing beleidsoverleg gevoerd. We hebben teruggeblikt, maar vooral ook vooruitgekeken. Suriname heeft het potentieel en neemt zijn ontwikkeling in eigen hand. Dat was een belangrijke boodschap voor mij. Minister Raghoebarsing en ik willen af van de één-dimensionale donor versus ontvanger relatie en toe naar een relatie van partnerschap.
Samen hebben wij ook van gedachten gewisseld over de mogelijkheid om de relatie zoals die tot nu toe bestaat af te bouwen. Om ruimte te maken voor een nieuwe relatie, gericht op de toekomst en gebaseerd op samenwerking met en tussen u allen, op de kracht van samenlevingen. Wat Nederland betreft doen we dat in een periode van vijf jaar.
Waar zijn we die komende vijf jaar mee bezig? We werken samen in zes sectoren: landbouw, milieu, gezondheid, onderwijs, goed bestuur en huisvesting. Wat heel belangrijk is, is capaciteitsopbouw. Minister Raghoebarsing en ik hebben afgesproken 21 miljoen euro te besteden aan capaciteitsopbouw van de publieke sector binnen deze zes sectoren en bij het Ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking. Een kwaliteitsimpuls. Ik sprak eerder al over het kaderprobleem in Suriname. Misschien is op
dit gebied, capaciteitsopbouw, een rol voor u, de Nederlanders van Surinaamse afkomst, weggelegd.
Daarnaast hebben we gesproken hoe we als Nederland kunnen helpen bij het verbeteren van het ondernemersklimaat in Suriname. Ik zou graag zien dat Nederlandse bedrijven meer zouden investeren in Suriname. Zouden samenwerken met Surinaamse ondernemers. Ik begrijp dat dit moeilijk is als de randvoorwaarden daarvoor niet gunstig zijn. Dus ondersteunen we Suriname in het verbeteren van die randvoorwaarden, om investeren in Suriname aantrekkelijk te maken. Zo zijn we bezig met een Investerings
Beschermings Overeenkomst, een zogenaamde IBO. Zo'n overeenkomst zal de mogelijkheden voor investeerders verruimen. Ik ga er van uit dat deze IBO dit jaar nog kan worden ondertekend.
Het is niet zo dat we over 5 jaar Suriname de rug terug keren, of links laten liggen. Onze relatie is blijvend, dat kan niet anders met zoveel dat ons bindt. Alleen zullen we die relatie anders dan voorheen invullen. Niet meer alleen van overheid tot overheid. Nee, we maken ruimte voor partnerschappen, voor de samenleving, voor bedrijven, voor initiatieven van vakministeries. Ook zal de samenwerking niet alleen meer Ontwikkelingssamenwerking zijn. Nederland zal in de toekomst met name willen
samenwerken op het gebied van milieu en goed bestuur, terwijl we tegelijkertijd aandacht hebben voor bijvoorbeeld cultuur, taal, handel en economische samenwerking. U doet hier vandaag de aftrap daartoe.
Vandaag en morgen laat u zien dat de relatie tussen Nederland en Suriname een innige is. Geen relatie meer die gedomineerd wordt door overheden, maar een brede en betrokken relatie tussen samenlevingen. Wij zijn partners, en zowel Nederland als Suriname plukken daar de vruchten van. Ieder heeft daarin zijn eigen rol en verantwoordelijkheid, de overheid, de samenleving, in Nederland en in Suriname.
U bent naar Nederland gekomen met een vliegtuig vol goede ideeën. Ik hoop dat U terugvliegt met het gevoel en de wetenschap dat het partnerschap Nederland-Suriname met deze Suriname Districtendag is versterkt vanuit onze onderlinge verbondenheid en wederzijds respect.
Dank u.
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken