CDA
15-09-04
'Grote Stedenbeleid (GSB-III) te weinig concreet op sociaal terrein'
Het Grote Stedenbeleid (GSB-III) bevat te weinig concrete
beleidsdoelen ten aanzien van participatie en sociale cohesie. Dit
staat in het rapport Steden in balans, het advies van de CDA-werkgroep
Grote Steden over het Grote Stedenbeleid III, dat woensdag 15
september om 12.00 uur in Nieuwspoort ist gepresenteerd.
In het advies gaat de werkgroep, die onder leiding staat van de Haagse
CDA-wethouder Stolte, in op de derde Convenantsperiode Grote
Stedenbeleid 2004-2009. Maandag 20 september a.s. wordt in de Tweede
Kamer over het GSB-III gedebatteerd.
Het rapport Steden in balans is het eerste advies dat door de
werkgroep Grote Steden wordt gepresenteerd. De werkgroep is medio 2004
door het CDA-Partijbestuur opgericht met als doelstelling een
christen-democratische visie te ontwikkelen op grote steden en grote
stedenbeleid
Alvorens in te gaan op de aanbevelingen op vijf herkenbare
beleidsthemas wil de werkgroep een tweetal opmerkingen maken over de
toekomst van het grote stedenbeleid.
1) Sinds de invoering van het GSB zijn de steden veiliger én
schoner geworden en zijn oude stadswijken fors vernieuwd. De extra
inspanningen hebben tot zichtbaar resultaat geleid. De werkgroep is
echter van mening dat het convenant GSB III vanwege de vele
bureaucratie en complexe structuren het laatste in zijn soort is.
Financiering van grootstedelijke problemen kan beter via het
gemeentefonds gebeuren.
2) Stadsgrenzen zijn op een kaart aan te geven, maar de
economische, culturele en sociale grenzen van een stad gaan daar ver
buiten. Deze eindigen globaal bij de rafelige einden van de stedelijke
agglomeratie. De bestuurlijke verantwoordelijkheden en financiering
zijn echter niet gelijk. De werkgroep wil een analyse maken van
problemen die mogelijk wel of niet op wijkniveau, dan wel
agglomeratieniveau kunnen worden aangepakt. Decentraal kan gedacht
worden aan een variant op de deelgemeente c.q. gekozen wijkraden en
deconcentratie van gemeentelijke dienstverlening. Op centraal niveau
is de stadsprovincie een gewenst bestuurlijk model.
Hieronder treft u de belangrijkste beleidsaanbevelingen per hoofdstuk
- in het rapport - aan.
A) Verarming, verjonging en verkleuring
Kansen voor het herstel van de sociale cohesie liggen bij het gezin.
Het modale gezin is een wezenlijk onderdeel van de stedelijke
samenleving.
· Stimuleren dat gezinnen in oude stadswijken gaan wonen, door
bouw van grotere woningen en introductie van een nieuwe variant van de
woonkostensubsidie.
· Verloedering van de openbare ruimte tegengaan door
woningbouwcorporaties, particuliere verhuurders en particuliere
woningbezitters te bestraffen bij wanbeheer.
· Invoering van een nationaal keurmerk solidaire wijk om de
cohesie in wijken te versterken.
Armoede en kansarm
Duurzame oplossingen zijn noodzakelijk om in kansarme wijken het tij
te keren. Scholen spelen hierbij een cruciale rol.
Om te komen tot een gemengde schoolbevolking dienen twee wachtlijsten
te worden gehanteerd waarbij diverse, strikte toegangscriteria worden
gehanteerd.
Sport en cultuur
· Via de BOS-gelden moet gericht beleid worden gevoerd om de
verenigingsstructuur in grote steden in stand te houden. Tevens dienen
er meer playgrounds te worden aangelegd, waarmee een bijdrage kan
worden geleverd aan de bestrijding van overgewicht van kinderen.
· Er ontbreekt een duidelijke cultuurparagraaf in het GSB III.
Dit is een miskenning van de levendige cultuur in stadswijken. Vooral
op het gebied van integratie is cultuur met een kleine c van onmisbare
waarde.
Zorg in de steden
· Er dient meer aandacht te zijn voor dak- en thuislozen in de
steden, deze dreigen nu tussen het wal en het schip te vallen.
· Om voldoende en kwalitatief goed personeel te krijgen in de
grote steden dient er een fiscale tegemoetkoming in de
huisvestingskosten te komen.
Veiligheid
· Extra middelen zijn nodig om de huidige prioriteiten in het
GSB III te kunnen uitvoeren.
· Politiekorpsen moeten de gegevens over probleemjongeren
onderling kunnen uitwisselen;
· De overheid zou bij veroorzaakte problemen door veelplegers,
criminele illegalen en plegers van huiselijk geweld direct extra
middelen en capaciteit moeten vrijmaken om te voorkomen dat het
vertrouwen van de slachtoffers geschaad wordt.
· Bestuurlijke boete: laat gekwalificeerde handhavers in grote
steden een deel van de kleine overtredingen, inclusief kleine
verkeersovertredingen, uitvoeren. Een en ander kan kostendekkend
worden uitgevoerd mits voldoende overtredingen worden overgeheveld
naar de door justitie aan te wijzen gemeentelijke handhavingsdienst.
Het kabinet dient haast te maken met de invoering van de bestuurlijke
boete.