RAAD VOOR CULTUUR

Negatief advies voor DeNieuwe Omroep en Omroep MAX

De Raad voor Cultuur constateert dat DeNieuwe Omroep en Omroep MAX onvoldoende onderscheidend en vernieuwend zijn om in aanmerking te komen voor een voorlopige omroeperkenning. Daarentegen heeft BNN met zijn programma's de afgelopen jaren aangetoond een aanvulling te bieden op het aanbod van de publieke omroep. Dit schrijft de Raad voor Cultuur in een advies aan staatssecretaris Medy van der Laan van OCW.

De Raad heeft zich gebogen over de beleidsplannen die de AVRO, EO, KRO, NCRV, TROS, VARA,VPRO, BNN, Educom, DeNieuwe Omroep, Omroep MAX en Stichting Educatieve Media Allochtonen hebben ingediend om per 1 september 2005 in aanmerking te komen voor een omroeperkenning. De Raad heeft deze plannen getoetst aan de wettelijke eisen. Hij heeft ook gekeken naar de oplossingen die de omroepen presenteren voor de kritiek die de Visitatiecommissie eerder dit jaar uitte op de publieke omroep als geheel.

Uit de beleidsplannen van de bestaande omroepen blijkt dat zij ook de komende jaren de nadruk leggen op de eigen organisatie.Van een gezamenlijke visie op de publieke omroep als geheel is geen sprake. De omroepen hebben nauwelijks een antwoord op de tekortkomingen die de Visitatiecommissie signaleerde op het gebied van de netprofilering, de programmamix en het bereik onder specifieke doelgroepen. De Raad betwijfelt of de publieke omroep onder de huidige omstandigheden in staat is een relevant deel van de Nederlandse bevolking met zijn programma's blijvend aan zich te binden. Bovendien constateert de Raad dat de legitimatie van het huidige bestel niet meer toereikend is.

Een behoorlijk deel van de Nederlandse bevolking kijkt niet of nauwelijks naar de programma's van de publieke omroep. In een open omroepbestel kan dit een indicatie zijn om nieuwe spelers toe te laten. Zij kunnen de lacunes in het aanbod opvullen en zo de afgehaakte kijkers en luisteraars weer interesseren voor programma's van de publieke omroep. De Raad betreurt het dat de programmaplannen van de nieuwe aanvragers, Omroep MAX en DeNieuwe Omroep naar zijn mening onvoldoende afwijken van wat er al te zien en te horen is op de publieke zenders om een voorlopige omroeperkenning te rechtvaardigen.

DeNieuwe Omroep wil met programma's over mensen- en dierenrechten, natuur, milieu en mondiale verhoudingen kijkers en luisteraars activeren en aanzetten tot interactie. Ofschoon de onderwerpen goed passen bij de identiteit van DeNieuwe Omroep meent de Raad dat de omroepvereniging er niet in slaagt duidelijk te maken hoe de voorgenomen programma's verschillen met de inhoud (in aanpak en strekking) van de bestaande omroepen, zodanig dat ze de diversiteit van het aanbod vergroten.

Omroep MAX richt zich op 50-plussers. De omroepvereniging wil via zijn programma's ouderen stimuleren actief te blijven in de maatschappij. MAX geeft aan dat de stroming die hij zegt te vertegenwoordigen bestaat uit drie generaties: de 'vooroorlogse', de 'stille' en de 'protest'generatie. De Raad meent dat de doelgroep 50-plussers zo gevarieerd is dat van een homogene groep nauwelijks sprake is. Daarbij wordt de groep 50-plus door de publieke omroep al goed bediend. De programmaplannen van MAX wijken volgens de Raad niet voldoende af van wat de bestaande omroepen brengen om te kunnen spreken van vernieuwing en vergroting van de diversiteit van het publieke omroepbestel.