Socialistische Partij
Ook minister wil nu rem op bureaucratie scholen
17-09-2004 * Minister Van der Hoeven vindt, dat de opmars van de
bureaucratie op scholen moet worden gestopt. In haar eigen woorden:
dat de "bandbreedte" moet worden aangegeven waarbinnen scholen
onderwijsgeld aan bureaucratie uitgeven. Zij antwoordde dit op vragen
van SP-onderwijswoordvoerder, Fenna Vergeer. Vergeer wilde bij de
evaluatie van de groepsgrootte weten, hoe het komt, dat de groepen in
het basisonderwijs weer groter worden. Ook blijken scholen vaak te
kiezen voor ondersteunend personeel in plaats van voor meer
leerkrachten. "Onderwijsgeld komt te weinig ten goede aan de
leerkrachten. Het aantal leerlingen per leerkracht is nog steeds veel
te groot," aldus Vergeer. De omvang van de groep is ook de grootste
zorg bij ouders, zo blijkt uit de onderwijsmonitor 2004.
Bij vorige discussies weigerde Van der Hoeven steeds hardnekkig toe te
geven, dat er te veel onderwijsgeld gebruikt wordt voor andere zaken
dan onderwijs. De onderwijsraad heeft in haar verkenning
"Bureaucratisering in het Onderwijs" berekend dat gemiddeld 20% van
het geld dat naar scholen gaat niet aan onderwijs wordt uitgegeven,
maar aan administratie, beheer en andere secundaire taken. Het
overheadbudget nam in 20 jaar met 80% toe. In het hoger onderwijs
wordt gemiddeld zelfs 35% niet aan onderwijs besteed. In het
basisonderwijs ligt dit lager, maar is het percentage in 20 jaar wel
gestegen van 4% naar 11%. De SP wijt de stijging van de bureaucratie
in het basisonderwijs vooral aan de krappe bekostiging en toegenomen
beheerstaken die tot schaalvergroting leiden en een afrekencultuur
vanuit het ministerie.
Al voor het verschijnen van het rapport van de onderwijsraad was
volgens Vergeer de groei van de bureaucratie overduidelijk. Evaluaties
van de schoolbudgetten en de lumpsumfinanciering lieten dit zien. Een
voorstel van de SP om het nascholingsbudget voor personeel te
`oormerken', zodat het niet aan overhead kon worden besteed, werd door
Van der Hoeven en alle andere partijen afgewezen. De minister vond dat
het amendement over de nascholing "een beetje destructief" leek,
schrijft de Onderwijsraad over de actuele discussie in bijlage 1 bij
haar rapport. De minister komt nu op haar woorden terug. Oormerken wil
zij niet, maar er kan wel gedacht worden over een plafond aan de
uitgaven voor bureaucratie. Dat is een stap in de goede richting,
aldus Vergeer.
Ook stelde de SP al eerder vragen over de gigantische overhead bij het
hoger onderwijs, met name bij InHolland, waar meer dan de helft van
het onderwijsgeld naar overhead en diensten gaat. De Onderwijsraad
schrijft in haar verkenning hierover: "Medio 2003 stelde het kamerlid
Vergeer-Mudde een aantal vragen aan de staatssecretaris van OCW (Nijs)
over een van de hogescholen. In de eerste plaats vroeg zij of de
staatssecretaris de mening deelde dat sprake is van afbraak van de
onderwijskwaliteit bij een van de instellingen van de hogeschool,
omdat bij de inzet van publieke gelden een onevenredig groot aandeel
aan overhead wordt besteed. Een andere vraag was of er volgens de
staatssecretaris een onevenredig groot deel van de inkomsten van de
hogeschool naar overhead gaat. Gevraagd werd of dit ook bij andere
hogescholen het geval is en of daarnaar onderzoek is gedaan.
De eerste vraag inzake de kwaliteit werd beantwoord met de mededeling
dat voor de bewaking van de kwaliteit van opleidingen een
visitatiesysteem bestaat als onderdeel van het accreditatiesysteem.
. De staatssecretaris merkte verder op dat het lumpsumsysteem
inhoudt dat de instellingen zelf bepalen hoe zij hun middelen inzetten
ten behoeve van het verzorgen van hoger onderwijs. Ook het
personeelsbeleid behoort tot de verantwoordelijkheid van de
instellingen". Verdere vragen van de SP over geld dat werd gestoken in
reclameactiviteiten en in een commerciële activiteit van de school,
deed zij eveneens af met te verwijzen naar de autonomie van de
hogeschool.
"De groeiende uitgaven voor bestuursleden, managers, waarnemend
managers, interim managers en ga zo maar door moeten weer ten goede
gaan komen aan de studenten en docenten", aldus Vergeer: "We zullen
snel weten of Mark Rutte (doctorandus in de geschiedenis van
Nederland) meer affiniteit met onderwijs heeft dan zijn voorganger
Nijs (Master of Business Administration). Ik ben benieuwd naar zijn
antwoord op mijn vragen over de overname van het private Nyenrode door
het publieke InHolland."