Gemeente Dordrecht


---

Dordtenaar even gelukkig als gemiddelde Nederlander

Vincent Brinkhof
De leefsituatie van Dordtenaren is vergelijkbaar met die van inwoners elders in Nederland. Veel mensen zijn tevreden met hun maatschappelijke positie en hun persoonlijk welbevinden. Desondanks blijft sociaal investeren blijft nodig voor een aantal kwetsbare groepen en wijken. Dit blijkt uit de tweejaarlijks uitgebrachte monitor "Sociale Staat van Dordrecht 2003".

De Sociale Staat van Dordrecht schetst ontwikkelingen op het terrein van onder meer opleiding, werk en inkomen, woonsituatie en woonomgeving, sociale participatie en sociaal netwerk, gezondheid en persoonlijk welbevinden en samenleven in diversiteit in 2003; kortom: hoe staat het met het welzijn van Dordtenaren en in welke mate doen zij mee aan het maatschappelijk leven?
De monitor is een compilatie van bestaande monitoren (o.a. leefbaarheid en veiligheid) en nieuw materiaal.

Leefsituatie-index
Nieuw is de leefsituatie-index, die een vergelijking mogelijk maakt van de leefsituatie van Dordtenaren met de rest van Nederland. Deze is samengesteld uit gegevens over gezondheid, wonen, consumptiegoederen, mobiliteit, vrijetijdsactiviteiten, sociale participatie, sport en vakantie.
De leefsituatie blijkt vergelijkbaar te zijn met die van inwoners uit andere grote steden. Iets afwijkend is de situatie van Dordtenaren van 18 tot en met 24 jaar, alleenstaande ouders en inwoners die een opleiding van MAVO-niveau of lager hebben. Hun leefsituatie is in het algemeen wat slechter dan landelijk gemiddeld. Dordtse 75-plussers zijn echter beter af dan hun leeftijdgenoten in den lande. Dordtenaren scoren wat minder wat betreft sociale participatie en wat beter wat betreft sport.

In vergelijking met eerdere monitoren is er weinig veranderd. De verminderde economische groei had net als elders ook in Dordrecht negatieve invloed op de werkloosheid. Dit heeft ook invloed op het welbevinden van mensen, bijvoorbeeld een wat negatievere score op toekomstverwachting.

In 2002 stelde de gemeenteraad de visie op sociaal beleid vast. De monitor 2003 bevestigt dat de ingezette koers gericht op het bevorderen van deelname, samenhang en verantwoordelijkheid onder inwoners, juist is ingezet. Voorbeelden hiervan zijn de sluitende keten in de jeugdhulpverlening, school in de samenleving, de aanpak van jeugdwerkloosheid en het uitvoeringsprogramma Integratiebeleid.

Aandachtswijken
Net als uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2003 en uit de Sociale staat 2001/2002 blijkt dat de wijken Oud-Krispijn, Staart en Wielwijk extra aandacht behoeven. Hier wonen relatief veel kwetsbare groepen en deze wijken scoren lager dan gemiddeld als het gaat om de kwaliteit van leven.
In Wielwijk is het aandeel inwoners dat de gezondheid als matig of slecht ervaart het hoogst, gevolgd door Oud-Krispijn. Het aandeel inwoners met gevoelens van achterstelling is in Wielwijk hoog, maar wel fors lager dan in 2001. Op het vlak van sociale participatie scoort de wijk minder gunstig; er wordt weinig gesport, weinig gebruik gemaakt van sociale voorzieningen en een kwart is (enigszins) sociaal geïsoleerd. Ook de Staart valt op wat betreft geringe sociale samenhang en participatie; Oud-Krispijn scoort op dit punt gemiddeld.

De monitor Sociale Staat 2003 is uitgevoerd door het Sociaal Geografisch Bureau in opdracht van de gemeentelijke sector Onderwijs en Welzijn. De gegevens zijn mede afkomstig uit een enquête onder 1100 inwoners, met een respons van 58%. De uitkomsten worden gebruikt bij de nadere uitwerking van sociaal beleid en van de wijkjaarplannen.