CDA Rotterdam
Actueel
Rotterdam, 16 september 2004
CDA steunt experiment huisvestingsvergunning
De gemeenteraad heeft op 16 september ingestemd met het experiment
gebiedsgerichte huisvestingsvergunning, omdat het mogelijkheden biedt
concreet iets te doen aan de verbetering van het woonklimaat in
bepaalde delen van de stad. Tegelijk vraagt het CDA nadrukkelijk
aandacht voor investeringen in mensen en voorzieningen zodat er een
toereikend aanbod is van sociale, recreatieve en culturele
voorzieningen. Hieronder de bijdrage van Antonio da Silva aan het
debat.
Meneer de voorzitter,
Het politieke debat rondom het experiment gebiedsgerichte herinvoering
huisvestingsvergunning gaat nog te veel uit een perspectief van
kansloosheid. Een dergelijk perspectief wijs ik dan ook categorisch
af, omdat het ten onrecht in verband wordt gebracht met een bepaalde
categorie mensen in de samenleving; een soort surplus, ongeschoolde
arbeiders, proletarische achterhoede, etnisch subproletariaat,
achtergebleven in een voortschrijdend emancipatieproces. Ik doe
pertinent niet mee in dit soort stigmatiserende debatten.
Meneer de voorzitter,
Dat er gedebatteerd moet worden over de verslechterende
woonomstandigheden van de burgers in bepaalde delen van de stad is wat
mij betreft meer dan evident. De harde aanpak van de overbewoning en
overlast is noodzakelijk. Laten we de illegale verblijfsinrichtingen
een halte toeroepen. Laten we rust en regelmaat terugbrengen in de
wijken, neem je burgers serieus.
Er ligt thans een concreet beleidsvoorstel dat naar mijn stellige
overtuiging kan bijdragen aan een substantiële verbetering van het
woonmilieu in bepaalde delen van de stad. Je kunt niet meer lijdzaam
toekijken, terwijl gerespecteerde burgers oudere mensen en ouders van
schoolgaande kinderen desperaat smeken om overheidsmaatregelen.
Meneer de voorzitter,
Ik ken mensen die zich genoodzaakt voelen om hun woningen te verkopen;
een vorm van gedwongen verhuizing, omdat ze al lang vrezen voor de
toekomst van hun kinderen. Kinderen hebben recht op een
kindvriendelijk woonmilieu. Maar er is ook nog een financieel aspect.
Je wordt gedwongen je eigen pand weg te geven voor zeer weinig geld en
daarmee gaat ook een deel van pensioen verloren. Als je een huis koopt
dan heb je daar bepaalde plannen mee, bijvoorbeeld, als aanvulling je
pensioen.
Meneer de voorzitter,
Laat de woonvergunning maar terugkomen. Begin jaren tachtig kreeg ik
mijn eerste woonvergunning. Daar was ik persoonlijk erg trots op en
mijn gezin uiteraard ook. Ik heb zelfs een brief gestuurd naar de
familie in Kaapverdië om het grote nieuws te vertellen. Een geweldig
gevoel; een markant moment in mijn vestigingsproces in Nederland.
Drie passages uit mijn toenmalige woonvergunning wil ik u zeker niet
onthouden:
deze vergunning kan worden ingetrokken, voor het geval mocht blijken,
dat door de houder dezer vergunning ter bekoming daarvan onjuiste of
onvolledige gegevens zijn verstrekt
er wordt de aandacht op gevestigd, dat de in deze vergunning
omschreven wooneenheid uitsluitend als zodanig mag worden gebruikt
deze vergunning bewaren en bij navraag tonen
Ondergetekende,
De Burgemeester Van der Louw
Ik ben direct daarna naar GEB gegaan om gas elektra te regelen. Je
maakte toen echt geen kans om gas en elektra aangesloten te krijgen
als je geen woonvergunning had. Dit gold ook voor je
telefoonaansluiting. Als je geen woonvergunning had dan ging de
telefoonaansluiting ook niet door. Verder, als je ergens werk had
gevonden dan moest je ook de woonvergunning laten zien.
Mijn eerste woning waar ik zo trots op was had slechts twee kamers,
geen douche en geen toilet. Mijn salaris bedroeg Hf. 1100,-- per
maand, ongeveer 120% van het minimumloon. De huurprijs bedroeg Hf.
180,--.
U kunt zich voorstellen, in die periode was informatietechnologie nog
niet zover was. Gegevens konden niet snel uitgewisseld worden, althans
niet met dezelfde snelheid als nu wel het geval is. Maar het systeem
van woonvergunning werkte wel degelijk. Mijn buurman had een
woonvergunning, iedereen in mijn straat had een woonvergunning. Dat
wisten we gewoon van elkaar en dat gaaf ook een gevoel van veiligheid
en vertrouwen. Die goede buren heeft, kan gerust gaan slapen!
Misschien moeten we toch constateren dat de politiek maatschappelijke
ontwikkeling ruim vooruit loopt. Bepaalde maatregelen worden
afgeschaft of vervangen door modern beleid. Is dit effectief?
Meneer de voorzitter,
Uit bovenstaande zou u gemakkelijk concluderen dat ik voorstander ben
van gedeeltelijke herinvoering van het woonvergunningstelsel in onze
stad. Dat klopt! Naar mijn stellige overtuiging kan de herinvoering
van de woonvergunning het problemen van verpaupering, overbewoning,
illegale verblijfsinrichtingen, reduceren tot een acceptabele
proportie. De overheid moet optreden en dus niet terugtreden zoals
vaak in de praktijk gebeurt.
Meneer de voorzitter,
In de afgelopen dagen heeft mij een aantal reacties bereikt naar
aanleiding van de discussie over de herinvoering van de
woonvergunning. Ik heb goede argumenten gehoord tegen het plan. De
respons vanuit de maatschappij neem ik serieus. Maar ik ben ook
gechoqueerd door de taalgebruik; er wordt een bepaalde terminologie
gebezigd die ik als zeer stigmatiserend bestempel. Ook het onderhavige
beleidsvoorstel bevat bepaalde terminologieën die als marginaliserend
ervaar. Marginaliseringtendensen zal ik krachtig bestrijden. Wat moet
ik, bijvoorbeeld, verstaan onder kansarmen? Wat is hier de bedoeling
van als je het hebt over mensen met een gering financieel vermogen?
Wat heeft dit eigenlijk met politiek te maken? Onze taak is juist om
ontwikkelingen te stimuleren bij mensen die door omstandigheden
substantieel meer tijd nodig hebben om vooruit te komen. De
belemmering die men ondervindt om maatschappelijk vooruit te komen
zijn heel goed te tackelen. De politiek moet mensen inspireren. Maar
dat lukt niet door mensen systematisch gevoelens van inferioriteit en
fatalisme aan te praten.
Laat een nieuwe generatie politici opstaan, die zich kunnen bevrijden
van de verouderde, sociale ordeningsconcepten als kansarmen,
allochtoon, etnische groep, niet-westerse allochtonen , enz.
Meneer de voorzitter,
Laten we per direct starten het experiment gebiedsgerichte
huisvestingsvergunning, maar tegelijkertijd zullen we moeten blijven
investeren in de mensen, in de groene voorzieningen en een toereikend
aanbod van sociale, recreatieve en culturele voorzieningen. Stimuleren
van de opwaartse sociale mobiliteit van de burgers behoort immers tot
onze taken. Zorg voor versterking van de samenwerking met
professionals in de sociale sector. Maak vooral gebruik van de in de
wijken aanwezig expertise en kennis van de professionals. Alle goede
dingen bestaan in drieën.