Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Dezentjé Hamming en Schippers over de
verkoop van alcohol en tabak in tax free shops.
(2030417830)
1
Is het u bekend, dat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) proces-verbaal opmaakt, gericht
tegen Rotterdam Airport Tax Freeshop B.V. terzake een overtreding van artikel 3 Drank- en
Horecawet jo. artikel 1, sub 4 Wet Economische Delicten, stellende dat Rotterdam Airport
Tax Freeshop B.V. het slijtersbedrijf uitoefent zonder in het bezit te zijn van een geldige
Drank- en Horecawetvergunning?
1
Ja.
2
Meent u dat het een onwenselijke situatie is dat tax free shops op Nederlandse luchthavens
geen drank kunnen verkopen omdat zij niet in aanmerking komen voor een slijtervergunning
omdat zij niet worden aangemerkt als gesloten ruimte?
2
Volgens de vigerende Drank- en Horecawet kunnen tax free shops op Nederlandse
luchthavens die beschikken over een vergunning om het slijtersbedrijf uit te oefenen, sterke
drank verkopen. Tax free shops die om welke reden dan ook niet beschikken over een
dergelijke vergunning kunnen deze aanvragen. Tot het moment van vergunningverlening
mogen zij geen sterke drank verstrekken. Tax free shops kunnen -net als gewone slijterijen- in
aanmerking komen voor een slijtvergunning als aan de wettelijke eisen daarvoor wordt
voldaan. Ook op luchthavens is het mogelijk aan de eisen te voldoen. Zo kunnen de tax free
shops op de Rotterdamse luchthaven na een bouwkundige aanpassing normaal in aanmerking
komen voor een vergunning om het slijtersbedrijf uit te oefenen.
3
Kan de minister berichten waarom geen rekening is gehouden met de bijzondere situatie van
tax free shops op Nederlandse luchthavens?
3
De wet kent geen uitzonderingsregime voor slijtvergunningen, ook niet op luchthavens. De
wetgever is niet van mening geweest dat er daar voor wat betreft het verstrekken van sterke
drank sprake is van een bijzondere situatie.
4
Meent de minister, dat de verkoop van alcoholhoudende drank in tax free shops op
Nederlandse luchthavens, waarbij reeds decennia lang de alcoholhoudende drank in dezelfde
ruimte wordt verkocht als andere artikelen, strijd oplevert met de ratio van de huidige Drank-
en Horecawet en zo ja, om welke redenen meent de minister dat?
4
Ja, een dergelijke verstrekking is in strijd met de ratio van de vigerende Drank- en Horecawet.
Deze wet verbiedt immers al vanouds dat slijtlokaliteiten gebruikt worden voor het verrichten
van andere bedrijfsactiviteiten. En omgekeerd mag in winkels waar andere bedrijfsactiviteiten
worden verricht geen sterke drank worden verkocht. De VWA is dan ook terecht handelend
opgetreden.
5
Meent de minister, dat bij de laatste wijziging van de Drank- en Horecawet rekening is
gehouden met de bijzondere situatie van tax free shops op Nederlandse luchthavens? Indien
ja, kan hij aangeven waar zulks uit de parlementaire behandeling daarvan blijkt?
5
Er is tijdens de parlementaire behandeling van de vóórlaatste wijziging van de Drank- en
Horecawet in 2000 niet gesproken over tax free shops. De laatste wijziging van de Drank- en
Horecawet, waarover ik dit jaar met de Kamer sprak, had uitsluitend tot doel de introductie
van de bestuurlijke boete. Ook toen is niet gesproken over tax free shops.
6
Meent de minister dat bij de volgende wijziging van de Drank- en Horecawet rekening
gehouden dient te worden met het specifieke geval van tax free shops op Nederlandse
luchthavens? Zo neen, waarom meent de minister van niet?
6
In het kader van de komende wijziging van de Drank- en Horecawet zal bezien worden of er -
rekening houdend met de doelstellingen van de Drank- en Horecawet en met algemene
rechtsbeginselen- voldoende zwaarwegende argumenten zijn om op het onderhavige punt een
uitzondering voor tax free shops op Nederlandse luchthavens te rechtvaardigen.
7
Is de minister van mening dat de huidige praktijk in tax free shops op Nederlandse
luchthavens een wijziging van de Drank- en Horecawet vergt? Zo neen, waarom niet?
7
De huidige praktijk waarbij sterke drank wordt verkocht zonder vergunning om het
slijtersbedrijf uit te oefenen is in strijd met de Drank- en Horecawet. Legaliseren van de
huidige praktijk zou een wijziging van de wet in formele zin vereisen.
8
Meent de minister dat sprake is van concurrentievervalsing indien tax free shops op
Nederlandse luchthavens hun bedoelde praktijken niet kunnen continueren ten opzichte van
luchthavens in overige landen van de Europese Unie? Zo neen, waarom niet?
8
Als de tax free shops geen sterke drank of tabaksproducten meer zouden mogen verkopen zou
dat gevolgen kunnen hebben voor de concurrentiepositie en mogelijk leiden tot economische
schade. Daarvan hoeft geen sprake te zijn. Zodra de tax free shops in het bezit zijn van een
vergunning om het slijtersbedrijf uit te oefenen, kan legaal sterke drank worden verstrekt.
9
Bent u van mening dat het mogelijk discontinueren van de verkoop van alcohol en/of tabak
via de tax free shops op Nederlandse luchthavens kan leiden tot economische schade bij de
exploitatie van de luchthavens en een vermindering van de belastinginkomsten? Zo neen,
waarom niet?
9
Zie het antwoord op vraag 8.
10
Heeft de staatssecretaris van Financiën in het verleden overleg gevoerd met de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de afgifte van AGP-vergunningen voor tax free
shops? Is toen gesproken over de relatie tussen deze vergunningen, de Drank- en Horecawet
en de bijzondere situatie van tax free shops? Wat waren de uitkomsten van dat overleg?
10
Voor zover ons bekend is daarover destijds geen interdepartementaal overleg gevoerd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport