Socialistische Partij
Reactie SP op accountantswet: publiek belang breder dan alleen
controlefunctie
16-09-2004 * SP-Kamerlid Agnes Kant heeft namens de SP-fractie vandaag
haar eerste schriftelijke reactie op de nieuwe Accountantswet gegeven.
Zij maakt zich grote zorgen over de toekomst van het beroep. Het
publieke belang van de accountant strekt zich volgens de SP verder uit
dan alleen de controle functie. De accountant is bijvoorbeeld ook
verstrekker van diverse wettelijke verklaringen en regelmatig ook de
samensteller van de jaarrekening. De schriftelijke reactie van de SP
kunt u hieronder lezen.
Schriftelijke bijdrage SP bestemd om te worden opgenomen in het
verslag over wetsvoorstel Wet toezicht accountantsorganisaties
(Kamerstuk 29 658)
De SP-fractie vindt dat het wetsvoorstel op twee punten fundamenteel
gemankeerd is. Ten eerste is de introductie van het onafhankelijk
toezicht beperkt tot de controle taak van accountants in plaats van
tot de gehele beroepsuitoefening. Ten tweede is er geen sprake van een
gedifferentieerd, ingrijpender, toezicht regime voor de controle op
beursgenoteerde ondernemingen. Het feit dat de accountant als
controleur voor zijn broodwinning afhankelijk is van de gecontroleerde
wordt door het wetsvoorstel ongemoeid gelaten. Ook moet de scheiding
tussen advies en controle beter geregeld worden. De introductie van
onafhankelijk toezicht ziet de SP als een verbetering maar niet als
voldoende verbetering.
Het publieke belang van een goede accountantswetgeving strekt zich
volgens de SP verder uit dan alleen de controle functie. De accountant
is meer dan alleen controleur maar bijvoorbeeld ook verstrekker van
diverse wettelijke verklaringen en regelmatig samensteller van de
jaarrekening. Volgens de SP is er niet alleen een publiek belang bij
de gebruikers van accountantsdiensten maar ook een publiek belang voor
de opdrachtgevers van accountantsdiensten. De SP-fractie heeft geen
enkele behoefte aan de introductie van de titel 'extern accountant'
nadat de Tweede Kamer eerder al heeft laten weten geen behoefte te
hebben aan de introductie van de titel 'certificerend accountant'? In
hoeverre stelt het kabinet hier nu een derde accountantstitel voor en
kan de titel 'extern accountant' niet zomaar gevoerd worden? Kan het
kabinet bevestigen dat zij geen enkel voornemen heeft de RA en
AA-accountantstitel te laten vervallen? Door de introductie van
onafhankelijk toezicht te beperken tot de wettelijke controle functie
ontstaan er in feite twee soorten accountants: accountants wel onder
onafhankelijk toezicht en accountants niet onder onafhankelijk
toezicht. Verwacht het kabinet werkelijk dat de gebruikers van
accountantsdiensten dit onderscheid zullen maken? Uitvloeisel van deze
verkeerde visie van het kabinet is het laten vervallen van het
tuchtrecht voor het niet-controle deel van de werkzaamheden van
accountants en de niet wettelijk verplichtte controles. De SP-fractie
is het daar zeer mee oneens. Realiseert het kabinet zicht dat
gebruikers zich nu moeten gaan afvragen of het om wettelijke controle,
vrijwillige controle, of andere accountantswerkzaamheden gaat? Het MKB
en andere gebruikers hebben volgens de SP net zo goed recht op een
wettelijke geborgde bescherming van accountantswerkzaamheden.
Volgens de SP zou veel meer een onderscheid moeten worden gemaakt, ook
in het toezicht, tussen verschillende wettelijk verplichtte controle
opdrachten. De controle op een klein net controleplichtig MKB-bedrijf
is nu eenmaal een andere zaak dan de controle op de boeken van een
groot multinationale onderneming. Dit wreekt zich ook in de keuze voor
de Autoriteit Financiële Markten als toezichthouder. De AFM houdt
toezicht op de financiële markten maar gaat zich nu ook bezig houden
met het toezicht op de accountantscontrole bij ziekenhuizen,
universiteiten, en niet-beursgenoteerde ondernemingen. Waarom is niet
gekozen voor twee verschillende onafhankelijke toezichthouders waarbij
de AFM alleen het verzwaarde toezicht op beursgenoteerde ondernemingen
houdt met eventueel ook een verzwaarde kantoorvergunning?
De SP is van mening dat de boetes die de toezichthouder (hier: de AFM)
kan opleggen betekenisvol moeten zijn om een disciplinerend effect
daarvan uit te laten gaan. De extreem lage boetes die in het
aandelenlease affaire zijn opgelegd zijn een heel slecht voorbeeld.
Waarom is niet aangesloten bij de veel hogere boete maxima uit de
Mededingingswet waarbij de boete maximaal 10 procent van de omzet
bedraagt?
Tot slot vraagt de SP zich af hoe het wetsvoorstel zich precies
verhoudt tot de komende herziene Achtste EU-richtlijn.