2004
Bestuurlijke versnippering bedreigt natuur
en landschap 16 september 2004
Dier- en plantensoorten profiteren van de verbeterde waterkwaliteit in
beken en rivieren en van bescherming door Europese regelgeving. De
Randstad is dankzij het ruimtelijk beleid nog niet aan elkaar gebouwd.
Deze signalen laten zien dat het gevoerde beleid resultaten boekt.
Toch nemen de Nederlandse biodiversiteit en landschapskwaliteit nog
altijd af. Met de Nota Ruimte legt het kabinet meer
verantwoordelijkheden neer bij provincies en gemeenten. Vooral van de
provincies wordt daarmee een krachtige regie gevraagd. Dit schrijft
het Milieu- en Natuurplanbureau in de Natuurbalans 2004 die vandaag
verschijnt.
Nederlandse natuur van Europees belang
Van alle beschermde typen natuur in Europa komt een kwart in Nederland
voor. Ons land wordt internationaal verantwoordelijk gesteld voor het
behoud daarvan. Als het gaat om aanwijzing van Europese natuurgebieden
behoort Nederland tot de koplopers binnen de Europese Unie. Hiermee is
echter nog niet de kwaliteit van die gebieden veiliggesteld. Veel
aangewezen natuurgebieden liggen naast stedelijk gebied of
landbouwgebied. Daardoor is de milieudruk hoog en het risico van
verdere versnippering groot.
In heel Europa gaat het slecht met de vogels in het agrarische
landschap. In Nederland geldt dit voor weidevogels, die sterk
afhankelijk zijn van Nederland als broedgebied. De toenemende
samenwerking tussen boeren en natuurbeschermingsorganisaties kan hier
perspectief bieden. Voorwaarde is dat een adequaat maaibeheer wordt
gecombineerd met een voor weidevogels geschikte waterhuishouding, en
met behoud van het open landschap.
EHS groeit gestaag, samenhang schiet nog tekort
De doelstelling van een Ecologische Hoofdstructuur (EHS) als
samenhangende keten van natuurgebieden is gehandhaafd. Het kabinet zet
daarbij in op meer particulier en agrarisch natuurbeheer. Particulier
natuurbeheer levert tot dusverre echter nauwelijks een bijdrage. Met
agrarisch natuurbeheer, waarvoor veel belangstelling is, kan slechts
een beperkt aantal natuurdoelen worden gehaald. Het biedt geen
perspectief voor doelen als water en moeras en schrale graslanden. De
vereiste ruimtelijke samenhang van de EHS staat daarmee onder druk,
waardoor de natuur versnipperd blijft. De verdrogingsbestrijding
verkeert in een impasse. Van de verdroogde oppervlakte natuur in
Nederland ligt ongeveer 25% binnen gebieden die Europees beschermd
zijn. De Europese Kaderrichtlijn Water verlangt dat dit probleem in
2015 is opgelost.
Unieke natuur nog altijd onder druk
Met de kwaliteit van beken en rivieren gaat het de goede kant op, mede
door het waterkwaliteitsbeleid en door natuurontwikkeling. Minder goed
gaat het met heide en duinen. Daar leiden verzuring en vermesting nog
steeds tot vergrassing en struikvorming. Er zijn opvallende
verschillen tussen soortgroepen. Het gaat goed met de vleermuizen,
maar slecht met de dagvlinders. In tien jaar tijd is tweederde van de
dagvlindersoorten in aantal afgenomen.
Groen in de Randstad blijft achter bij rood
De verstedelijking van Nederland leidt tot een afname van de kwaliteit
van het landschap. Tussen 1990 en 2000 is 31.000 hectare
karakteristiek open gebied verdwenen. Het kabinet kiest in de Nota
Ruimte voor een focus op twintig Nationale Landschappen. De kansen die
dit beleid biedt kunnen echter alleen benut worden als de
rijksoverheid duidelijk maakt welke concrete doelen zij in deze
gebieden wil bereiken.
Delen van de Randstad, zoals de Gagelpolder bij Utrecht en de
Bloemendalerpolder bij Amsterdam, zijn nog onbebouwd. Veertig jaar
ruimtelijk beleid heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. De
afgelopen jaren is echter sprake van planologische onduidelijkheid.
Grondprijzen zijn, mede daardoor, sterk gestegen. De aanleg van nieuw
recreatiegroen kan alleen nog worden betaald uit de opbrengst van
nieuwbouw. Het gevolg is dat extra moet worden gebouwd, waardoor het
oorspronkelijke landschap nog sterker wordt aangetast.
Provincies als regisseur voor het Nederlandse landschap?
Het kabinet wil het beleid voor de groene ruimte rond de grote steden
overdragen aan de provincies. De rol en bevoegdheden van de provincies
zijn echter nog niet helder. In deze overgangssituatie hebben
projectontwikkelaars aanzienlijke grondposities verworven in tot nu
toe onbebouwde delen van de Randstad. Ook voor de Nationale
Landschappen ziet het kabinet de provincies als regisseur. Daarbij
legt het een zwaar accent op het toepassen van
ontwikkelingsplanologie. Sommige kwaliteiten die de Nota Ruimte
toekent aan Nationale Landschappen verhouden zich hier echter slecht
mee, met name openheid, verkaveling en waterlopen en terreinvormen.
Dergelijke kwaliteiten vragen juist om behoud en inpassing. Het is nu
aan de provincies als beoogd regisseur om te zorgen dat gemeentelijke
bestemmingsplannen deze kwaliteiten beschermen. Voorwaarde is dat de
provincies daarvoor de op stapel staande Wet Ruimtelijke Ordening ook
daadwerkelijk benutten, aldus de Natuurbalans 2004.
meer informatie
Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu