Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Kamervragen inzake uitspraak minister interview Cobouw

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die gesteld zijn door het Kamerlid Depla (PvdA). De vragen zijn mij toegestuurd per brief van 16 augustus 2004, onder nummer 2030419590.

De minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1. Bent u juist geciteerd dat de politiek niet moet blijven zeuren over het geld bij de snelle afwikkeling van de bouwfraude? Waar doelt u precies op?

Ik heb mijn uitspraak gedaan in een breder kader dan het betreffende artikel suggereert. Mijn uitlating moet gezien worden als een uit het hart gegrepen verzuchting over het feit dat de voortdurende discussie tussen de belanghebbende partijen over de afwikkeling van het verleden de broodnodige toekomstgerichte cultuurverandering in de bouwsector soms belemmert. Zie ook mijn antwoord op vraag 3.


2. Wanneer heeft de politiek gezeurd over het geld bij de afhandeling van de bouwfraude?

De discussie, zowel in de media als in de TK, gaat vaak over sancties en naheffingen. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat het recht zijn loop heeft. Dit mag de veranderingen in de sector echter niet in de weg staan.


3. Hoe kan het gezeur over geld de afwikkeling van de bouwfraude vertragen? Kunt u bij de beantwoording onderscheid maken tussen de strafrechtelijke afhandeling, de afhandeling door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de afhandeling van de claims van overheden en marktpartijen om geld terug te vorderen vanwege prijsopdrijving?

Met mijn opmerking doelde ik op een aantal zaken die met afrekenen te maken hebben, zonder daartussen onderscheid aan te brengen. Het gaat om onder meer sanctioneren en het gebruik maken van de clementieregeling van de NMa, de civiele verhaalsancties van individuele overheden, de strafvervolging door het Openbaar Ministerie, naheffingen door de Belastingdienst en voorstellen vanuit de sector voor een collectieve afkoopregeling. Ik vind het noodzakelijk dat met het verleden wordt afgerekend en het recht zijn loop heeft. Maar even belangrijk is dat overheid en bedrijfsleven actief werken aan een proces van verandering. Daartoe heb ik samen met mijn collegas van VROM en VenW de Regieraad voor de Bouw ingesteld. Continue discussie over het verleden bemoeilijkt mogelijk het veranderingsproces. Dit mag niet het geval zijn. Dit was de zorg die ik in het artikel wilde uitspreken.


4. Deelt u nog steeds de mening dat de NMa de zaken moet afhandelen en er geen schikking op sector niveau moet plaatsvinden?

Ja. Schikking op sectorniveau is, gezien de individuele belangen die spelen, geen optie. Wel ben ik voorstander van een snelle afrekening met het verleden. Daarvoor is nodig dat de sector bereid is mee te werken en mee te denken. Verzet en juridisch steekspel zullen de afrekening met het verleden niet bespoedigen.

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl. Voor journalisten: Paula de Jonge, persvoorlichter, telefoon (070) 379 75 52, e-mail: A.T.M.deJonge@minez.nl

16 sep 04 12:33