Toespraak van minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij
ondertekening samenwerkingscontract tussen verladers Douwe Egberts,
Masterfoods en Unipro Bakery (CSM), en vervoerder Van Heezik in U
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren,
Vandaag is een bijzondere dag. Vandaag wordt de samenwerking
bekrachtigd tussen vier bedrijven. Het project KOUD gaat definitief
van start. Drie verladers, te weten Douwe Egberts, Masterfoods en
Unipro Bakery bundelen hun logistieke activiteiten van
diepvriesproducten.
Nu weet u gelijk waarom het project KOUD heet. Het vierde bedrijf is
de logistiek dienstverlener C van Heezik. Dit bedrijf neemt de opslag
en distributie voor zijn rekening. De betrokken bedrijven zullen u
straks vertellen wat er precies gaat gebeuren.
Wat is nu het bijzondere aan dit project? De partners in KOUD verhogen
met dit samenwerkingsverband hun efficiency, werken kostenbesparend en
verbeteren hun service richting klanten. En niet onbelangrijk: dragen
hun steentje bij aan een betere bereikbaarheid en leefbaarheid van
Nederland. Want met deze logistieke samenwerking rijden er minder
vrachtwagens over de weg. Pure winst dus voor onze dichtslibbende
wegen. En we sparen het milieu. De uitstoot van CO2 wordt met ongeveer
32% verminderd. Daar mag u best trots op zijn.
Nu kom ik graag op feesten en partijen - dat leest u in de media -
maar waarom nu juist bij dit project? Een korte toelichting.
Een goed functionerend vervoerssysteem is een essentiële voorwaarde
voor groei Nederlandse economie en internationale concurrentiepositie.
Mobiliteit draagt onze economie. En dat geldt ook voor
goederenvervoer. Maar er is meer dan een economisch belang.
Mobiliteit is ook een sociale verworvenheid. Mobiliteit kan en wil ik
niet afremmen. We moeten de mobiliteitsgroei wel in goede banen leiden
en de bereikbaarheid verbeteren, zonder dat de economie er schade van
ondervindt. Met als voorwaarde een goede leefbaarheid en veiligheid
voor onze burgers. We staan voor enorme uitdagingen.
Met de verwachte groei personenvervoer van 20% tot 2020 en het
goederenvervoer tussen de 40 en 80%. Mijn ambitie is het streven naar
een betrouwbare en vlotte reis. Verladers en vervoerders moeten kunnen
vertrouwen op een voorspelbare en acceptabele reistijd. Zij willen
taken combineren en just-in-time principe toepassen. Dan kan alleen
met een betrouwbare reistijd.
Over enkele weken zal ik de Nota mobiliteit presenteren. In die nota
wil ik mijn visie en doelen neerleggen voor het verbeteren van de
bereikbaarheid. Een van de uitgangspunten is dat we het
goederenvervoer kunnen laten groeien zonder de bereikbaarheid,
veiligheid en leefbaarheid te kort te doen. Innovatie zal daarbij een
essentiële rol spelen.
Voor het goederenvervoer komt het erop neer dat we alleen vervoeren
wat ècht nodig is en dat zo efficiënt mogelijk doen.
Ik zeg nadrukkelijk we, omdat ik dat niet alleen kan doen. Het kan
alleen als het bedrijfsleven meedenkt en meedoet. En gelukkig gebeurt
dat volop. Anders stond ik hier ook niet.
Een paar jaar geleden zijn we gestart met het programma
Transportbesparing. In dat programma proberen we bedrijven zover te
krijgen dat ze bij het ontwerpen van hun producten en in het
productieproces zelf al rekening houden met het transport. Echt bij de
bron zelf dus. Denk in dit geval aan het onttrekken van water en lucht
uit producten. Of het bij elkaar brengen van producenten en afnemers
op één locatie.
Zo willen we stimuleren dat overbodig transport niet meer plaats
vindt. Maar er blijft nog genoeg te vervoeren. En dat moet zo
efficiënt en innovatief mogelijk. Bijvoorbeeld door de vrachtauto's zo
vol mogelijk te stoppen of door meer op een binnenschip te vervoeren
óf door de samenwerking tussen verladers te bevorderen. Dit project is
daar een mooi voorbeeld van.
Door transportbesparing en logistieke efficiency worden nieuwe
logistieke concepten ontwikkeld. Juist om die reden heb ik besloten om
het project transportbesparing te verbreden met logistieke efficiency.
Daarmee bevorderen we logistieke innovatie. En dat leidt enerzijds tot
het versterken van onze concurrentiekracht en anderzijds voor een
vlot, veilig en schoon vervoer.
Die samenwerking tussen verladers gaat niet altijd vanzelf. Soms moet
de overheid een zetje geven. Dat doen we onder een mooie Engelse
noemer: Consolidarity. Dat staat zowel voor het bundelen van
goederenstromen als het samenwerken bij het verladen van producten.
Dit levert zowel de maatschappij en bedrijven veel voordelen op. Zo is
berekend dat bij fast moving consumer goods - zoals frisdranken en
groenten - maximaal 35 miljoen minder vrachtwagenkilometers worden
gereden. De logistieke kosten dalen met 185 miljoen euro per jaar. Tel
uit je winst!
Bedrijven gaan natuurlijk alleen samenwerken als ze daar voordeel van
hebben. Verder zijn bedrijven nog vaak angstig dat de concurrent een
kijkje in hun keuken wordt gegund. Vertrouwen is dus een belangrijke
voorwaarde voor het slagen van dit concept.
Mijn ministerie begeleidt en analyseert in samenwerking met
SENTER/NOVEM de projecten in het kader van Consolidarity. Daar leren
we van. Zo maken we het voor andere bedrijven makkelijker dit concept
toe te passen. Ik juich het dan ook bijzonder toe dat het project KOUD
als voorbeeldproject wil dienen binnen Consolidarity .
KOUD is namelijk een goed voorbeeld hoe overheid innovaties wil
ondersteunen. De markt neemt het initiatief, de overheid schept een
goed innovatieklimaat en ondersteunt bijvoorbeeld haalbaarheidstudies.
Om meer ervaring op te doen kunnen enkele pilots als KOUD van mij dan
ook een - weliswaar bescheiden - financiële bijdrage ontvangen.
Tot slot. Ik wil alle betrokken bedrijven nogmaals feliciteren met
deze samenwerking. Ik hoop dat er nog vele van deze projecten zullen
volgen.
Dank U!
Ministerie van Verkeer en Waterstaat