Rechter dwingt gemeente Harlingen bouw van ligboxstallen stil te
leggen
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 15-09-2004
Een boerenmaatschap wil een boerderij verbouwen en uitbreiden. De
oppervlakte van de agrarische bedrijfsgebouwen (voornamelijk
ligboxstallen) wordt vergroot van 1084 naar 3066 m². Een omwonende
vraagt de gemeente de bouw stil te leggen zolang er nog geen
bouwvergunning en milieuvergunning voor het project zijn afgegeven.
Burgemeester en wethouders van Harlingen weigeren dit omdat zij van
mening zijn dat de bouw in overeenstemming is met het bestemmingsplan
en ook de milieuvergunning wel zal worden verleend.
De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag (20 augustus 2004) dat
bij hem een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening was
ingediend, het gemeentebestuur bij wijze van ordemaatregel opgedragen
om een bouwstop op te leggen.
Nadat de zaak op zitting is behandeld, heeft de rechter op 14
september 2004 zijn definitieve beslissing gegeven. Die komt er op
neer dat B&W niet mochten weigeren de bouwwerkzaamheden stil te
leggen. Dat er mogelijk wel een bouwvergunning kan worden verleend, is
op dit moment niet relevant. Het gemeentebestuur wordt daarom
opgedragen handhavend op te treden.
De maatschap heeft er nog op gewezen dat zij mogelijk grote schade
lijdt door de bouwstop. De rechter is aan dit argument voorbijgegaan.
De maatschap is gaan bouwen terwijl pas kort daarvoor de benodigde
vergunningen waren aangevraagd. Daarmee is bewust een bepaald risico
aangegaan. Het gaat niet aan om de belangen van omwonenden hieraan
ondergeschikt te maken.
Het gevolg van deze uitspraak is dat de bouw stilgelegd moet worden
tot één week nadat de bouwvergunning is verleend. Maar wanneer binnen
die termijn de rechter opnieuw wordt gevraagd een oordeel te geven,
blijft de bouwstop gehandhaafd totdat uitspraak is gedaan.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AR2146
Zie het origineel