Algemeen Verbond Bouwbedrijf
Nieuwsbericht
Premiedifferentiatie WW slecht voor
bouwbedrijf
14 september 2004 - Premiedifferentiatie voor de WW zoals de minister
heeft voorgesteld wijst het AVBB af als middel om cyclische
werkloosheid tegen te gaan. Er zijn andere methoden met veel minder
negatieve bijwerkingen. Dat stelt Ton Hokken, Hoofd Arbeidszaken van
het AVBB vandaag in een opinieverhaal in Cobouw.
Het systeem voor premiedifferentiatie met premiegroepen dat minister
De Geus voorstelt, heeft grote nadelen voor de bouwnijverheid
aangezien er geen direct verband is tussen de hoogte van de premie en
de veroorzaker van cyclische werkloosheid. Het nieuwe systeem kent
twee premiegroepen. Bij een nieuw dienstverband moet de werkgever in
het eerste jaar een wachtgeldpremie afdragen van 12,25 procent. Bij
een dienstverband langer dan een jaar geldt een premie van 1,79
procent. De wachtgeldpremie in de bouw bedraagt momenteel 2,25
procent.
Hoewel slechts 635 van de 17.000 bouwbedrijven te maken heeft met
cyclische werkloosheid, krijgen alle bedrijven te maken met hogere
premies WW bij het aannemen van personeel. Met name voor het MKB pakt
de maatregel slecht uit: tegenover het aannemen van één nieuwe
werknemer waarvoor de werkgever een hogere premie moet betalen, moeten
20 werknemers staan met een lage premie om te voorkomen dat de
werkgever met hogere lasten wordt opgescheept. Voor veel MKB-bedrijven
leidt het systeem tot lastenverzwaring.
Het systeem heeft verder een negatieve invloed op de arbeidsmarkt:
instroom komt onder druk te staan en doorstroom van medewerkers wordt
niet bevorderd. Werkgevers zullen meer gebruik gaan maken van flexibel
in te zetten zzpers, gedetacheerden en uitzendkrachten.
Het AVBB stelt als alternatief een systeem voor met een directe
koppeling tussen het veroorzaken van specifieke cyclische
werkloosheidslasten en de hoogte van wachtgeldpremie. Een werkgever
die een werknemer ontslaat maar deze binnen een bepaalde periode weer
aanneemt, krijgt te maken met een hoge wachtgeldpremie. Een werkgever
moet een nieuw dienstverband bij het UWV melden en ook of de werknemer
binnen een bepaalde periode al bij hem heeft gewerkt. Nalatigheid van
de werkgever komt bij een controle aan het licht waarna deze de premie
met terugwerkende kracht moet betalen en tevens een forse boete
krijgt.
Het voorgestelde systeem voldoet volgens Hokken aan de voorwaarden die
het ministerie heeft opgesteld: er is een gerichte, direct prikkel die
hoog genoeg is. De maatregel levert weinig administratieve kasten op,
kent weinig uitvoeringskosten en is handhaafbaar. De gevolgen voor de
arbeidsmarkt blijven beperkt.
Het AVBB gaat er van uit dat de vakbonden het voorstel van de minister
afwijzen en het alternatief van werkgevers omarmen om ongewenste
effecten op de arbeidsmarkt te voorkomen. Ook verwacht Hokken niet dat
de politiek zal instemmen met een maatregel die een boete betekent op
het aannemen van personeel.
Bron
AVBB