Vervuiling is grootste ergenis Amsterdammers
13 september 2004 - O+S
Vervuiling van de woonomgeving vormt de voornaamste bron van overlast.
Dat blijkt uit het grote tweejaarlijkse onderzoek "Wonen in Amsterdam
2003" waaraan bijna 18.000 Amsterdammers hebben meegewerkt. De
uitkomsten laten zien dat in een aantal stadsdelen de leefbaarheid
beter kan. Bewoners vinden vooral dat het onderhoud en schoonhouden
van straten, pleinen en groen moet verbeteren. Het onderzoek is
uitgevoerd in opdracht van de Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties, gemeente Amsterdam en de Amsterdamse stadsdelen.
Wonen in Amsterdam (14 Kb)
Vervuiling blijft belangrijke bron van ergernis
Van alle overlast ergeren Amsterdammers zich het meest aan vervuiling
(rapportcijfer 6,0). Vooral in Bos en Lommer (5,2), Zeeburg (5,5) en
Geuzenveld/Slotermeer (5,5) zijn bewoners ontevreden over de mate van
vervuiling. De overlast van vervuiling is sterk afgenomen in Oud-West
en Zuidoost, maar toegenomen in Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg.
Gemiddeld laat het onderzoek wel een kleine verbetering zien ten
opzichte van 2001, toen er een 5,7 op dit onderwerp werd gescoord. Met
uitzondering van Osdorp wordt het onderhoud en schoonhouden van
straten, pleinen en groen het vaakst genoemd als verbeteraspect,
gevolgd door de veiligheid op straat. In Osdorp staat de verbetering
van de veiligheid op straat bovenaan.
Buurt krijgt gemiddeld een zeven
De tevredenheid over de buurt in het algemeen is licht toegenomen
tussen 2001 en 2003. Op de vraag: 'Hoe tevreden bent u met uw buurt?'
geven de Amsterdammers gemiddeld een 7,0 (tegen 6,9 in 2001). De
meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het
Centrum, Oud-Zuid (beide 7,9) en Zuideramstel (7,8) blijken het meest
tevreden. In Bos en Lommer (5,7) geven bewoners gemiddeld - net als in
2001 - het laagste cijfer als totaaloordeel voor hun buurt. In dit
stadsdeel is de tevredenheid overigens met 0,3 toegenomen ten opzichte
van 2001.
Leefbaarheid verbetert
Beschouwen wij de ontwikkeling van de rapportcijfers voor de buurt
tussen 2001 en 2003 dan laten vrijwel alle leefbaarheidaspecten een
lichte verbetering zien. De tevredenheid over de buurt is er het
sterkst op vooruitgegaan in Bos en Lommer, Oud-Zuid, De Baarsjes en
Oud-West. De enige stadsdelen waar de tevredenheid over de buurt is
afgenomen, zijn Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In Zuidoost
is de tevredenheid van de bewoners over de buurt toegenomen van 6,5 in
2001 naar 6,7 in 2003. Dat is een stijging boven het Amsterdamse
gemiddelde. De stedelijke vernieuwing in de Bijlmermeer in combinatie
met de aanpak van leefbaarheidproblemen werpt duidelijk vruchten af.
Achtergrond van het onderzoek
In 2003 hebben bijna 18.000 Amsterdammers meegewerkt aan het
tweejaarlijkse onderzoek "Wonen in Amsterdam 2003". Het onderzoek
geeft een beeld van de inkomensontwikkeling van Amsterdammers, de
ontwikkeling van de woningvoorraad, de tevredenheid van Amsterdammers
met hun woning en woonomgeving en geeft inzicht in verhuis- en
woonwensen van Amsterdammers. U kunt de rapportage downloaden via de
website van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.
Voor meer informatie over dit onderwerp of het bestellen van de
onderzoeksrapportage:
Manon Tjoa, communicatieadviseur van de Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties, tel. 020-346 0360, e-mail: tjoa@afwc.nl
Jeroen Montauban, communicatieadviseur van de gemeente Amsterdam
(Dienst Wonen)
Tel. 020-552 7142, e-mail: j.montauban@wonen.amsterdam.nl
© Gemeente Amsterdam