Speech staatssecretaris Van Geel voor het World Urban Forum op 13
september 2004 in Barcelona
Excellenties, geachte dames en heren,
Het is voor mij een eer en een groot genoegen om vandaag deel te
kunnen nemen aan dit Tweede World Urban Forum en de gelegenheid te
hebben U te mogen toespreken.
Een steeds groter deel van de wereldbevolking leeft in steden. Wat
vroeger de global village heette, wordt steeds meer een urban globe.
Steden dijen in hoog tempo uit. Vooral in ontwikkelingslanden zoeken
steeds meer mensen hun toevlucht tot de stad. Daarnaast stijgt ook de
natuurlijke bevolkingsaanwas sterk. De bevolking in
ontwikkelingslanden zal tussen nu en 2015 toenemen met 1,5 miljard
mensen. Van deze bevolkingstoename zal 87% stedelijk zijn, tegen 13%
groei van de plattelandsbevolking. Voor de leefomgeving in de steden
en de leefomgeving in de gebieden om de steden heen, heeft dat
vanzelfsprekend grote consequenties.
Veel van de nieuwkomers zijn veroordeeld tot de krottenwijken en
andere informele stedelijke gebieden. En juist in deze delen van de
stad is een groot gebrek aan infrastructurele voorzieningen, zoals
bijvoorbeeld een leidingnet voor drinkwater en sanitatie, die het
bestaan in zulke wijken leefbaar zouden moeten houden.
Mensen kiezen er meestal niet helemaal uit vrije wil voor om naar de
stad te trekken, maar doen dat veelal omdat zij dat nog als enige
oplossing zien voor een beter bestaan. Deze mensen kiezen niet
bewust om in onhygiënische wijken te wonen, terwijl dat wel precies
de plek is waar deze armen meestal terecht komen. Het armoedeprobleem
wordt op deze manier dus meer en meer een stedelijk probleem, en
levert milieuproblemen op die vooral risico's opleveren voor de
volksgezondheid, veroorzaakt door zeer slechte leefomstandigheden.
De problemen beperken zich niet tot de steden. Door de snelgroeiende
steden neemt ook de druk op het omliggende platteland en het
ecosysteem toe. Neem bijvoorbeeld de ontbossing of de bouw op locaties
die hier eigenlijk niet geschikt voor zijn, omdat het er te steil is
of omdat er permanent overstromingsgevaar dreigt.
Steden zijn echter ook Engines of growth, waar het grootste deel van
het Gross Domestic Product wordt gegenereerd. Steden zijn daardoor
grootgebruikers van natuurlijke hulpbronnen en leggen grote druk op
omliggende én mondiale ecosystemen. Om deze bronnen en ecosystemen
niet uit te putten, is het dus belangrijk dat alle ontwikkelingen die
samen gaan met deze verstedelijking duurzaam zijn. Het is daarom goed
dat duurzaamheid één van de belangrijke uitgangspunten van de Habitat
Agenda is.
Wonen en stedelijke ontwikkeling hebben een herkenbare plaats gekregen
op de agenda van de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling in
Johannesburg. De deelnemers van deze top hebben toegezegd dat zij
verschillende habitat-ambities zullen realiseren, zoals adequate
huisvesting en gezondheidszorg, goede drinkwater- en
sanitatievoorzieningen, meer rechtszekerheid, duurzame verstedelijking
en goed bestuur.
Van de 7 Millenium Development Goals zijn twee doelstellingen heel
bekend. De eerste is target 10: vóór 2015 moet het aantal mensen dat
geen toegang heeft tot drinkwater en sanitatie met 50 procent zijn
teruggebracht. De tweede is target 11: de leefomstandigheden van
tenminste 100 miljoen sloppenwijkbewoners moeten vóór 2020 zijn
verbeterd.
Maar minstens zo belangrijk is target 9: integrate the principles of
sustainable development into country policies and programmes and
reverse the loss of environmental resources. Uit een recent overzicht
van 50 Poverty Reduction Strategy Papers, gemaakt door de Wereldbank
in 2003, blijkt echter dat de milieuproblematiek nog zeer marginaal in
de beleidskaders is verankerd. Dit geldt in nog sterkere mate voor
vraagstukken op het gebied van stedelijk milieu en environmental
health. Hier zal de politieke wil zich moeten vertalen in concrete
beleidsvoornemens en uitvoering, het decentralisatieproces bevorderen
en lokale overheden ondersteunen bij een duurzame ontwikkeling van hun
steden en gemeentes in samenspel met het maatschappelijk middenveld,
de private sector en de bevolking.
In dit verband is ook de Commission on Sustainable Development, de
CSD, van belang. In de huidige cyclus staan de problemen op het gebied
van water, sanitatie, menselijke nederzettingen en de onderlinge
verbanden tussen deze thema's centraal. Op weg naar de 13e vergadering
van de CSD staan we voor de uitdaging gezamenlijk praktische
oplossingen te vinden op deze tereinen, die bijdragen aan het bereiken
van de MDG's en die invulling geven aan de afspraken die zijn gemaakt
in het Johannesburg Plan of Implementation. Habitat heeft als een van
de weinige organisaties de uitdaging aangenomen om in het kader van de
WSSD en de MDGs een strategie voor human settlements uit te werken.
Een stimulerend voorbeeld voor andere organisaties om met actieplannen
te komen ter voorbereiding en bespreking op CSD 13.
Voor mij staat wel vast dat oplossingen op het lokale niveau gevonden
moeten worden en dat nationale overheden en multilaterale
organisaties hun inzet op elkaar dienen af te stemmen en te
coördineren en te richten op het bevorderen van kennis, capaciteit,
goed bestuur en wetgeving en financiën om die locale acties te doen
slagen. De integrale aanpak is belangrijk, maar dit betekent niet dat
alles tegelijk kan! Het is van belang om focus aan te brengen. Ik denk
bijvoorbeeld aan een focus op drinkwater, sanitatie en energie primair
bij collectieve publieke functies zoals onderwijsinstellingen en
gezondheidscentra. Daar gaat direct ook uitstraling vanuit, het brengt
iets van groeikernen tot stand en verbetert wezenlijk de
levensomstandigheden in de sloppenwijken. Ook private investeringen
zouden kunnen helpen, en wat mij betreft mogen ze er opzetten
"sponsored by ...'' Samenwerking tussen de private sector,
niet-gouvernementele organisaties, lokale en nationale overheden in de
vorm van nationale en internationale partnerschappen is onmisbaar om
tot goede resultaten te komen. We hebben een gezamenlijke
verantwoordelijkheid. Elk individu, elke leefgemeenschap en elke
organisatie heeft de verantwoordelijkheid bij te dragen aan duurzame
ontwikkeling.
Op het terrein van energie moet ook het nodige gebeuren. Veel mensen
in ontwikkelingslanden, ongeveer 2 miljard, zijn verstoken van toegang
tot moderne energie. Energie is een belangrijke voorwaarde om water op
te pompen, om medicijnen te koelen en om producten te maken. Juist om
het verband tussen energie en duurzame ontwikkeling meer aandacht te
geven organiseren mijn collega Minister van Ardenne voor
Ontwikkelingssamenwerking en ik in samenwerking met de Wereldbank,
UNDP en de World Business Council for Sustainable Development de
conferentie 'Energy for Development' van 12 - 14 december in
Noordwijk, Nederland.
Ik denk dat dit tweede World Urban Forum waar zoveel decisison makers,
experts, onderzoekers, NGO's en andere professionals bijeen zijn, een
ideale gelegenheid biedt om grondig van gedachten te wisselen en met
creatieve voorstellen te komen voor het bereiken van de targets 9, 10
en 11. Deze voorstellen zijn van grote waarde voor de uitkomsten van
CSD13 in New York in april 2005 en kunnen belangrijke inputs leveren
voor de komende Governing Council van UN-Habitat, eveneens in het
voorjaar van 2005. Nu Nederland voorzitter is van de EU zal ik tijdens
de voorbereiding van de CSD13 uw suggesties zeer ter harte nemen.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer