"Meer aanjagen op vernieuwing agrarische bedrijfsvoering"
De stichting Stimuland draagt bij aan verminderde milieubelasting van
agrarische activiteiten en verbetert de omstandigheden waaronder
vernieuwingen op het Overijsselse platteland kunnen plaatsvinden.
Echter de precieze effecten van de activiteiten zijn onduidelijk. De
belangrijkste aanbeveling is dan ook dat Stimuland haar veelzijdigheid
meer gaat toespitsen op haar kerntaak: het aanjagen van agrarische
vernieuwing.
Dit concludeert de Universiteit Twente in een onderzoek in opdracht
van de provinciale commissie beleidsevaluatie die wil weten in
hoeverre de ondersteuning van Stimuland vanuit de provincie en de
projecten die daaruit voortkwamen in de periode 2000 - 2003 hebben
bijgedragen aan de doelstellingen voor de vernieuwing van het
platteland in de provincie Overijssel. De onderzoekers constateren dat
de stichting bijdraagt aan de verspreiding van vernieuwingen en
veranderingen in de bedrijfsvoering van Overijsselse boeren. De
projecten leveren hier een indirecte bijdrage aan,. De kracht van
Stimuland is haar veelzijdigheid maar tegelijkertijd ook haar zwakte,
omdat de effecten van haar inspanningen niet of nauwelijks zichtbaar
zijn en daardoor onduidelijk blijven.
Het onderzoek doet verder een aantal suggesties voor de wijze waarop
de provincie haar relatie met Stimuland beter kan onderhouden om de
stimulans van Stimuland nog beter te krijgen.
Stichting Stimuland werd in 1996 opgericht op initiatief van de
provincie en GLTO naar aanleiding van het verdwijnen van de Commissie
Landbouw en Milieu van het Landbouwschap dat projecten opzette en
plattelandsvernieuwing stimuleerde. Stimuland zou dan het provinciale
beleid kunnen vertalen naar concrete projecten op het gebied van de
ontwikkeling van het Overijsselse platteland.
Het onderzoek geeft een aantal handreikingen waarmee deze
oorspronkelijke doelstelling anno 2004 weer beter uit de verf kan
komen:
* De provincie kan zelf de functie van Stimuland in de provinciale
plattelandsvernieuwing verhelderen door de te verwachten
resultaten en effecten scherper op te stellen, zeker met het oog
op belangrijke actuele ontwikkelingen als de Reconstructie.
* In de afspraken over prestaties en de meting ervan kan winst
worden behaald, door deze afspraken veel specifieker en
meetbaarder te maken. De verantwoording van projecten blijft nu
vaak steken in het opsommen van het aantal deelnemers terwijl er
nauwelijks wordt gesproken over het effect op agrarische
vernieuwing.
* De effecten van de activiteiten van Stimuland moeten dus meer in
de gaten worden gehouden als het gaat om plattelandsvernieuwing.
De focus op vernieuwing is nu zo breed en versnipperd dat
resultaten en effecten onduidelijk zijn gebleven.
* Ook de aansturing van thematische activiteiten kan dan scherper
worden, zodat je per jaar prioriteiten kunt vaststellen: het ene
jaar biologische landbouw, het volgende jaar meer aandacht voor
natuurbeheer.
* Stimuland zou daarmee meer als aanjager en minder als uitvoerder
van agrarische activiteiten kunnen functioneren. Daar ligt haar
kracht en bovendien zijn er op dit vlak binnen Overijssel weinig
alternatieven.
* De subsidie uit Brussel worden steeds belangrijker en het verdient
daarom zeker aanbeveling om potentieel EU-geld voor
plattelandsvernieuwing beter in de peiling te krijgen.
Informatie: Renee Wiggers, Statengriffie, provincie Overijssel,
telefoon 038 425 13 26
© 2004 Provincie Overijssel
Provincie Overijssel