Lijst Pim Fortuyn
beloningen naar prestatie topambtenaren nog steeds onduidelijk
Den Haag, 09/09/2004 - Binnen de mogelijkheden die de regelgeving
biedt zijn onheldere beloningsconstructies toegepast binnen de top van
Onderwijs. Op de vraag of er vergoeding naar prestatie heeft plaats
gevonden, biedt het onderzoeksresultaat echter geen antwoord. Dit is
de belangrijkste conclusie van LPF-Kamerlid Margot Kraneveldt in
reactie op de onderzoeksrapporten over beloningen aan hogere
ambtenaren op het ministerie van OCW.
Het is volgens de LPF-fractie opvallend, dat vooral kritisch is
gekeken naar de juridische rechtmatigheid van bepaalde beloningen,
maar niet naar de morele rechtvaardigheid ervan.
Minister Van der Hoeven (OCW) zegt dat er in een beperkt aantal
dossiers sprake is van het optimaliseren van het beloningspakket van
de ambtenaar, wat was toegestaan binnen de bestaande regelgeving.
Margot Kraneveldt: Dat is ambtelijke taal voor: binnen de marges werd
er veel uitgedeeld. Maar was dat ook terecht?
Kraneveldt vindt het een kwalijke zaak dat er constructies zijn
aangetroffen, waarbij tripartiete overeenkomsten zijn gesloten tussen
OCW, een ambtenaar en een extern adviesbureau voor
interim-werkzaamheden voor derden met behoud van aanstelling en
bezoldiging. Dat zijn vage constructies waarbij het onduidelijk is of
iemand gewoon werkt voor zijn geld. Is iemand overtollig of voldoet
hij niet, dan bewandel je ook als ministerie de normale weg van
ontslag of afvloeiing binnen de gestelde regels en procedures. Maar
dit soort constructies werkt misbruik in de hand.
De Fractie LPF is bezorgd over de cultuur binnen het ministerie,
waarmee dergelijke financiële trucjes tot vaardigheden zijn geworden.
Daarbij bestaat de vrees dat het er bij andere ministeries wel eens
hetzelfde aan toe kan gaan. De starheid van het overheidsapparaat kan
hiervan ook wel eens de oorzaak zijn. Door meer flexibiliteit te
bieden voor incidentele beloningen, die goed te verantwoorden zijn,
zullen ministeries minder geneigd zijn tot uitputting van de bestaande
budget-potjes. Daarnaast wil de LPF de strikte bescherming van
ambtenaren met betrekking tot ontslagprocedures al langer open breken.
Door binnen de overheid prestatiebeloning in te voeren, kan dit bij
uitblijven van prestaties voor de organisatie, maar zeker ook voor de
ambtenaar gevolgen hebben met als uiterste consequentie ontslag. Het
wordt dan onnodig om niet functionerende ambtenaren met een bonus te
parkeren in de bezemkast.
Volgens het LPF-Kamerlid blijft het onduidelijk wie wat aan wie heeft
uitgekeerd. Waren extra beloningen, toeslagen, onkostenvergoedingen
etc. terecht? Stond er inderdaad een extra prestatie tegenover, of
waren het gewoontegetrouwe standaard-extras geworden?
Het is voor de LPF nu zaak dat de minister zal optreden door
dergelijke zaken niet toe te staan en alles goed te controleren. Als
verantwoordelijk minister krijgt mevrouw Van der Hoeven van de LPF een
jaar de tijd om aanmerkelijke verbeteringen te laten zien. Want een
beleidsreactie van de minister als en dat ga ik nu aanpakken, mist de
LPF.
De LPF heeft op verschillende momenten in de afgelopen twee jaar
gevraagd of de minister van OCW, in het kader van de bezuiniging die
zij op haar ministerie moet realiseren, kan aangeven hoeveel
beleidsambtenaren ze eigenlijk heeft (minder regels, dus ook minder
beleidsambtenaren?) en hoeveel ze er wil laten afvloeien. De minister
heeft hier nog nooit een behoorlijk antwoord op weten te geven. Als
zij - zoals aangekondigd - alle personeelsdossiers gaat opschonen,
verwacht de LPF dat de minister binnen afzienbare tijd alsnog antwoord
zal geven op haar vragen. Bij de komende begrotingsbehandeling zal de
het LPF-Kamerlid de minister hierover opnieuw aan de tand voelen.