CBb-uitspraak over aanmerkelijke marktmacht met betrekking tot huurlijnen


Bron: College van Beroep voor het Bedrijfsleven 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 10-09-2004

Op 8 september 2004 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op de hoger beroepen van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en KPN Telecom B.V. (KPN) tegen een uitspraak van 9 december 2003 van de rechtbank Rotterdam (LJN AN9799). Bij deze rechtbankuitspraak is beslist op het beroep van KPN tegen de aanwijzing van Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als aanbiedster met aanmerkelijke marktmacht op een aantal markten voor huurlijnen.

In zijn uitspraak van 8 september 2004 is het College onder meer ingegaan op:
de betekenis van "transparante transmissiecapaciteit" als element van de in de Telecommunicatiewet opgenomen definitie van het begrip huurlijnen;
de vraag of OPTA een aantal typen PVC's terecht heeft beschouwd als behorend tot één productmarkt;
de vraag of de argumenten van OPTA om geen feitelijk onderzoek te (hoeven) verrichten naar de vraag of de geografische markt voor huurlijnen al dan niet heel Nederland beslaat steekhoudend zijn; de vraag of de aanwijzing voor onbepaalde tijd mocht gelden; het overgangsrecht van hoofdstuk 19 van de (huidige) Telecommunicatiewet; en
de vraag welke rechtsmiddelen openstaan tegen een door de rechtbank met toepassing van artikel 8:72, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht getroffen voorlopige voorziening.

Anders dan de rechtbank heeft het College de aanwijzing op de markten analoog nationaal, analoog internationaal en
Het College heeft de rechtbankuitspraak bevestigd, voorzover daarin is geoordeeld dat de aanwijzing op de markten
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AR1296

Zie het origineel