Inspectie voor de Gezondheidszorg


Persbericht 2004-09-13 Spoedeisende hulpverlening

Maandag 13 september 2004

IGZ: NOG VEEL MIS IN DE SPOEDEISENDE HULPVERLENING

Met de spoedeisende hulpverlening in ziekenhuizen is nog van alles mis, zo blijkt uit een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Op de afdeling acute hulpverlening vindt de eerste opvang van patiënten plaats. De problemen zijn altijd onverwacht en variëren van een verstuikte enkel, acute hartproblemen tot ernstige verkeersslachtoffers.

Medische deskundigheid is vereist om patiënten in acute nood adequaat te kunnen helpen. Het is van belang dat de urgentie van de hulpvraag door een medisch deskundige wordt bepaald, maar dat is soms niet het geval. Het komt voor dat de portier of de receptionist dit doet. Het risico op verkeerde inschatting van het medische probleem is dan groot.

Verder is op een kwart van de spoedeisende hulpafdelingen de medische eindverantwoordelijkheid niet geregeld. Het is geen uitzondering dat pas afgestudeerde basisartsen of assistenten in opleiding zonder enige ervaring op de spoedeisende hulpafdelingen worden ingezet. Daarnaast hebben veel afdelingen voor spoedeisende hulpverlening geen goede voorzieningen, terwijl het aantal bezoekers alleen maar toeneemt.

Dit vindt de inspectie niet aanvaardbaar. De inspectie vindt dat op de spoedeisende hulpafdeling zeven dagen per week, 24 uur per dag, een arts aanwezig moet zijn met tenminste twee jaar ziekenhuiservaring. Vrijwel geen enkel ziekenhuis voldoet nu aan deze eis. De inspectie pleit voor erkenning van het specialisme van spoedeisende hulparts.

In het onderzoek kwam de inspectie afdelingen tegen met wisselende kwaliteit en toegankelijkheid. Daarom pleit de inspectie voor opdeling van spoedeisende hulpafdelingen in ziekenhuizen in drie niveaus, zodat duidelijk is welke hulp kan worden geleverd en wanneer moet worden doorverwezen.

De inspectie heeft ook gekeken naar de samenhang binnen de spoedeisende hulpketen (huisarts - ambulancezorg - spoedeisende hulpafdeling ziekenhuis). Daar is ten opzichte van het vorige inspectieonderzoek (1994) weliswaar verbetering geconstateerd, maar er moet nog veel gebeuren. Bijvoorbeeld op het gebied van netwerkontwikkeling, protocollering en evaluatie.

Klik hier om de tekst van het rapport 'Spoedeisende hulpverlening: Haastige spoed niet altijd goed' te downloaden. Zie het origineel