College Bescherming Persoonsgegevens


10 september 2004

Verkennend onderzoek bij Criminele Inlichtingen Eenheden positief

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft in 2003/2004 onderzoek gedaan naar de bijzondere politieregisters die door de Criminele Inlichtingen Eenheden (CIE'en) bij de regionale politiekorpsen worden gehouden. Bij acht korpsen is steekproefsgewijs onderzoek gedaan in het informantenregister, het register zware criminaliteit en het voorlopig register.

Het algemene beeld dat uit het onderzoek naar voren kwam, is overwegend positief. Het CBP heeft met name de juistheid en volledigheid van de informatie onderzocht en vergeleken of de gegevens opgenomen in het register zware criminaliteit en het voorlopig register overeenkwamen met de bron, de gespreksverslagen in het informantenregister. Over het geheel genomen was de verslaglegging consistent en voldoende duidelijk en stemden de verslagen overeen. Ook heeft het CBP geen informatie in de registers aangetroffen die niet door de CIE behoort te worden verwerkt.

Het onderzoek naar technische en organisatorische aspecten maakte duidelijk dat op een aantal punten niet wordt voldaan aan de voorschriften. Korpsen geven aan dat zij, in afwachting van een landelijk in te voeren informatiesysteem, op die punten geen aanpassingen uitvoeren ten aanzien van de huidige systemen en gehanteerde werkwijzen.

Het CBP is op grond van de Wet politieregisters toezichthouder op de werking van de politieregisters en ziet in die positie, gelet op de gevoeligheid van de door de CIE verwerkte informatie, een bijzondere verplichting om toe te zien op de inhoud van de bijzondere politieregisters. Tekortkomingen in de informatiehuishouding kunnen grote gevolgen hebben voor de opsporing en vervolging enerzijds en het privacybelang van de geregistreerde anderzijds. Essentieel is dat de informatiehuishouding zo wordt ingericht dat de risico's voor de betrouwbaarheid en integriteit van de informatie en voor de veiligheid van personen zo veel mogelijk worden beperkt.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.