ANBO

Verschillen inkomensondersteuning tussen gemeenten groot

Zorgbehoevende 65-plusser komt zonder steun van gemeente niet rond

Een alleenstaande oudere met een AOW-uitkering en een zorgvraag komt per maand ruim 70 tekort, als hij niet naar de gemeente gaat voor bijstand, of om belastingteruggave vraagt. Maakt hij wel gebruik van inkomensondersteunende maatregelen dan zou hij in principe rond moeten kunnen komen. Wel maakt het uit waar hij woont. De tegemoetkomingen zijn in de ene gemeente aanzienlijk hoger dan in de andere. Het verschil kan oplopen tot 164,- per maand. Dit blijkt uit een onderzoek dat het NIBUD (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) heeft gehouden in opdracht van ouderenbonden ANBO, PCOB en Unie KBO. Sinds de invoering van de Wet Werk en Bijstand hebben gemeenten meer vrijheid op het gebied van inkomensondersteuning. De ouderenorganisaties wilden weten of er hierdoor grote verschillen zijn ontstaan tussen gemeenten.

Alleen AOW onvoldoende

Eten, kleding onderdak en de extra kosten voor zijn zorgvraag (onder andere verpleging aan huis en tafeltje dekje) zijn voor een alleenstaande zieke oudere niet te betalen van alleen een AOW-uitkering. Hij komt dan zo´n 70 per maand te kort. Maar als hij ook een huisdier en een krant heeft, of eens naar de bibliotheek zou willen, zou het tekort al kunnen oplopen tot ruim 180 per maand.

164,- verschil tussen gemeenten

Gaat deze zorgbehoevende oudere wel naar de gemeente dan kan hij in het meest gunstigste geval ruim 260 per maand over houden om bijvoorbeeld de krant of het huisdier van te betalen. In het ongunstigste geval woont hij in een gemeente waar hij daarvoor 146 over houdt. Een verschil van 114 euro. Heeft diegene naast AOW ook nog een klein pensioen dan kan het verschil tussen de verschillende gemeenten oplopen tot 164,-. Aangezien de AOW-uitkering netto 827,- euro per maand (zonder vakantietoeslag) bedraagt, is een verschil van 164,- erg hoog.

Categoriale regeling gunstig

Het grote verschil tussen de gemeenten zit in het aanbod van categoriale regelingen, bijvoorbeeld het aanbieden van een collectieve ziektekostenverzekering of het geven van een kortingspas voor sociaal-culturele activiteiten. Sinds de invoering van de Wet Werk en Bijstand zijn deze regelingen sterk teruggedrongen. Maar voor ouderen en chronisch zieken is dit nog wel mogelijk. Een gemeente mag zelf bepalen of ze dit doen. Uit het onderzoek van het NIBUD blijkt dat een AOWer het beste af is, als hij woont in een gemeente met dit soort regelingen. Vooral een categoriale regeling voor vervoer en een collectieve ziektekostenverzekering hebben een zeer gunstige invloed op het inkomen.

Speurwerk

Het bleek voor het NIBUD soms erg lastig om precies op een rij te krijgen wat voor regelingen, tegemoetkomingen en voorwaarden de gemeenten allemaal hebben. Ook bleken veel gemeenten nog bezig met het ontwikkelen van beleid op het gebied van inkomensondersteuning. Een oudere zelf zal daarom ook aardig wat speurwerk moeten verrichten eer hij weet waar hij recht op heeft. Daarna zal hij nog vele formulieren moeten invullen, voor hij krijgt waar hij recht op heeft. Bovendien kan het zo zijn dat de oudere in de maand maart van de gemeente te horen heeft gekregen dat zijn taxikosten naar de specialist niet worden vergoed, terwijl daar later dat jaar, na een beleidswijziging, wel een vergoeding voor is. Het is dus zaak dat ouderen regelmatig bij de gemeenten controleren of er iets is veranderd.

Actief ouderenbeleid

Volgens het NIBUD zouden gemeenten veel meer kunnen doen om ouderen optimaal gebruik te laten maken van alle regelingen. Bijvoorbeeld door ouderen thuis voor te lichten over tegemoetkomingen en voorlichtingsdagen te organiseren. Het NIBUD kwam één gemeente tegen waarbij een ouderenadviseur langs ging bij iedereen die in die gemeente 65 werd. Maar ook de procedures zelf zouden eenvoudiger gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld door kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, en ouderen die al recht hebben op een vergoeding, die het volgende jaar ook automatisch toe te kennen.

Achtergronden bij het Onderzoek

De tien gemeenten die aan het onderzoek hebben deelgenomen, zijn geselecteerd op de mate van urbanisatie, regionale spreiding en de politieke samenstelling. De gemeenten hebben anoniem aan het onderzoek deelgenomen. Het NIBUD heeft vier soorten huishoudens onderzocht. Een alleenstaande oudere met een relatief lichte zorgvraag en alleen AOW (1), dit zelfde type met een klein pensioen (110% van het minimum) (2). Een alleenstaande oudere met een zware zorgvraag met alleen AOW (3) en dit zelfde type met een klein pensioen (4). Hoewel dit realistische voorbeelden zijn, zijn deze voorbeeldhuishoudens niet representatief voor alle ouderenhuishoudens met een zorgvraag. Alle landelijke en gemeentelijke regelingen geldend voor 2004 en voor zover bekend ten tijdens het schrijven dit rapport (augustus 2004) zijn meegenomen bij de berekeningen.

Klik HIER voor het onderzoeksrapport

Klik HIER voor het persbericht van de ouderenbonden