toezegging van informatie over programma's vrouwelijke genitale
verminking
Kamerbrief inzake toezegging van informatie over programma's
vrouwelijke genitale verminking
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Afdeling Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
8 september 2004
Behandeld
B. Tazelaar en M. Peters
Kenmerk
DMV/MR-328/04
Telefoon
070 348 5757/ 6692
Blad
1/7
Fax
070 348 5049
Bijlage(n)
birgitta.tazelaar@minbuza.nl
marianne.peters@minbuza.nl
Betreft
Mijn toezegging van informatie over programma's vrouwelijke genitale
verminking
Graag bied ik u hierbij conform mijn toezegging aan de Kamer op 18
maart 2004 tijdens het Algemeen Overleg over het Afrika-beleid (TK
29237, nr 10) informatie aan over programma's inzake vrouwelijke
genitale verminking in verschillende landen.
Genitale verminking van vrouwen (in internationaal verband `female
genital mutilation' (FGM) genoemd) komt hoofdzakelijk voor in 28
Afrikaanse landen en het Arabisch schiereiland. Daarnaast in mindere
mate in Aziatische en Europese landen. Naar schatting zijn tussen de
100 en 140 miljoen vrouwen genitaal verminkt en lopen jaarlijks 2
miljoen meisjes het risico verminkt te worden.
Ondersteuning van bestrijding van FGM vindt plaats vanuit de
overtuiging dat FGM een schending van mensenrechten is met zeer
schadelijke gezondheidseffecten zowel psychisch als fysiek.
Bestrijding van FGM heeft dan ook een directe relatie met mijn
OS-prioriteiten op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid
en rechten. Conform internationaal bepleite en overeengekomen
resoluties vormt `zero tolerance'
(dat wil zeggen geen enkele vorm van FGM is acceptabel) het
uitgangspunt. Hieronder vindt u een toelichting op de Nederlandse
inspanningen inzake FGM bestrijding. In partnerlanden betreffen deze
inspanningen zowel financiering van programma's als politieke of
beleidsdialoog. Daarnaast wordt met centrale middelen een tweetal
regionaal opererende NGO's ondersteund en is bijvoorbeeld ook het
VN-bevolkingsfonds (UNFPA), waarvan Nederland de grootste donor is, in
diverse landen actief met FGM-bestrijding bezig. Ambassades vervullen
met name de rol van gesprekspartner en zijn verantwoordelijk voor
monitoring en evaluatie. Hierbij vormt streven naar een samenhangende
aanpak en afstemming met lokale actoren en ontwikkelingspartners de
basis.
Bilaterale programma's
In zes van de landen waar FGM voorkomt (zie bijlage) richt het
bilaterale samenwerkingsprogramma zich onder meer op de sector
gezondheid: Mali, Ghana, Burkina Faso, Tanzania, Ethiopië en Jemen. In
al deze landen besteden de ambassades aandacht aan bestrijding van
genitale verminking middels financiering van direct of indirect daarop
gerichte programma's. Daarnaast ondersteunt de ambassade in Egypte
concrete activiteiten op dit terrein en komt vrouwelijke genitale
verminking in een aantal landen aan de orde in de dialoog over
mensenrechten, zoals in Soedan. De ambassade in Eritrea ondersteunt
vrouwenorganisaties die onder meer aandacht voor FGM-bestrijding
vragen.
In Mali ondersteunt de ambassade de sector gezondheid met circa 4
miljoen Euro per jaar. Een klein deel van deze fondsen gaat naar
activiteiten die zijn gericht op bestrijding van genitale verminking.
Tevens staat dit thema prominent op de agenda tijdens het jaarlijkse
beleidsoverleg tussen de ambassade en het ministerie van gezondheid.
Daarnaast financierde de ambassade tot en met 2003 een project van
Medicins du Monde France waardoor een van de regionale ziekenhuizen in
Mali capaciteit had opgebouwd om fistels te behandelen. Op
preventie gerichte voorlichting maakte deel uit van het programma.
Deze activiteit heeft zich inmiddels zonder steun van Nederland naar
andere regionale ziekenhuizen uitgebreid.
Zoals een besneden vrouw aangaf:
"Toen ik erachter kwam dat vrouwenbesnijdenis geen religieus ritueel
is en de oorzaak van veel van mijn klachten, wilde ik mijn dochters
niet meer laten besnijden. Het is niet nodig en wordt alleen uit
onwetendheid gedaan. "
In Ghana ondersteunt de ambassade drie programma's die bijdragen aan
bestrijding van FGM. Het betreft ondersteuning van de Ghana
Association for Women's Welfare gericht op bestrijding van FGM en
andere schadelijke traditionele activiteiten die de gezondheid van
vrouwen en kinderen benadelen (totale bijdrage 72.837 Euro). Twee
andere projecten gericht op reproductieve rechten (1.490.421 Euro voor
drie jaar ) en een gezondheidsprogramma van UNICEF (4.950.200 Euro
voor 4 jaar) besteden eveneens aandacht aan het bestrijden van FGM.
Voorlichting en bewustmaking spelen in deze programma's een centrale
rol.
De Nederlandse ambassade in Burkina Faso ondersteunt het Nationaal
Comité tegen FGM. Dit aan de overheid gelieerde comité is sinds 1975
actief om genitale verminking uit te bannen. Het comité werkt samen
met NGO's aan betere strafbaarstelling, waaronder opsporing en
vervolging, en aan voorlichting over de gezondheidsrisico's.
Traditionele en religieuze leiders en scholen worden betrokken bij de
voorlichtingswerkzaamheden. Nederland draagt jaarlijks ca 150.000 Euro
bij aan het werk van het Comité en is daarmee een van de grootste
donoren. Het laatste nationale onderzoek naar het voorkomen van FGM
vond in 1996 plaats. Recente deelonderzoeken wijzen uit dat deze
praktijk in sommige regio's vrijwel is gehalveerd.
In Tanzania, waar het probleem van genitale verminking in veel mindere
mate voorkomt dan in de hierboven beschreven landen, besteden twee
door Nederland (Nuffic) gesubsidieerde organisaties (Tanzania Gender
Networking Programme en de Tanzania Women Laywers Association) en het
door de Nederlandse ambassade gesubsidieerde ministerie van
"gemeenschapsontwikkeling, gender en kinderen", aandacht aan het
uitbannen van discriminatie tegen vrouwen, waaronder bestrijding van
genitale verminking. Daarnaast ondersteunt de Nederlandse ambassade
het ministerie van gezondheidszorg via AMREF met een inmiddels
geslaagd programma voor capaciteitsopbouw om hersteloperaties bij
fistels te kunnen uitvoeren. Deze hersteloperaties bieden deze vrouwen
weer perspectief op een menswaardig bestaan.
Passage uit een veldbezoek aan vrouwen die een fistel hersteloperatie
heben ondergaan:
" The visitors were welcomed with open arms and open hearts by the
girls and women -- all of whom were healed -- complete and utter joy
among them all. Wonderful celebrations with singing and dancing. One
woman took off her cloth to show them she is dry now! Many have set up
small businesses and started their lives anew and one has even built a
home with the profits of her new business. Many have returned to
their "marital bed" ."
De Nederlandse Ambassade in Ethiopië heeft de afgelopen jaren een
vijftal kleinere projecten ondernomen op het terrein van bestrijding
van genitale verminking. Het betrof financiering van workshops en
campagnes die aansloten bij de nationale strijd van NGO's en de
overheid tegen deze schadelijke praktijk. Tevens participeert de
ambassade in een team van experts dat zich buigt over de revisie van
het strafrecht in relatie tot strafbaarstelling van genitale
verminkingen en kindhuwelijken. De wet ligt nu ter behandeling voor
bij het parlement. Volgens nationale statistieken is de praktijk van
genitale verminking afgenomen van ruim 90% tot gemiddeld 80% over de
afgelopen vijf jaar, waarbij de afname met name in de hoofdstad en in
veel mindere mate op het platteland plaats vindt. Al wordt erkend dat
dit een positieve trend is, het tempo waarin FGM afneemt is volgens de
meeste betrokkenen nog veel te laag. Nederlandse betrokkenheid zal dan
ook nodig blijven de komende jaren.
In Jemen ondersteunt de Ambassade een project gericht op bewustwording
onder de bevolking in de kustprovincies, waar FGM met name voorkomt,
van de negatieve gevolgen van genitale verminking voor de gezondheid
voor vrouwen. Het project wordt uitgevoerd door het Women's National
Committee en de International Health and Development Associates. Met
het project is een bedrag van 391.557 Euro gemoeid.
In Egypte ondersteunt de ambassade met 190.000 Euro voor drie jaar de
FGM-unit van de National Council for Childhood and Motherhood, die als
onderdeel van het nationale beleid via bewustmakingscampagnes en
voorlichting gedragsverandering tot stand wil brengen.
Internationale NGO's en VN
Vanuit de centrale fondsen ondersteunt het ministerie twee
internationale NGOs die actief zijn op het terrein van bestrijding van
genitale verminking. De eerste, het Inter African Committee on
Traditional Practices (IAC), richtte met hulp van Nederlandse
financiering in 26 landen zogenaamde nationale comités op die de
publieke opinie beïnvloeden, aandringen op verscherpte wetgeving en
-handhaving en trainingen geven aan specifieke doelgroepen.
Het IAC noemt als resultaten van haar werk onder andere dat jonge
mannen bereid zijn om met niet-besneden meisjes tee trouwen,
religieuze leiders zich openlijk uitspreken tegen FGM en besnijdsters
hun werkzaamheden stopten en overstapten op nadere inkomensgenererende
activiteiten.
De tweede NGO, RAINBO (Research Action and Information Network for the
Bodily Integrity of Women) concentreert zich op expertise- en
kennisopbouw van organisaties die zich bezighouden met het bestrijden
van vrouwelijke genitale verminking en versterkt op deze wijze de
strijd tegen FGM.
Tenslotte geven de door Nederland gefinancierde gespecialiseerde VN
organisaties zoals UNFPA en Unicef hulp bij het bestrijden van
schadelijke praktijken zoals genitale verminking. Dankzij een
succesvol project van UNFPA in Uganda daalde genitale verminking van
vrouwen in drie jaar met 36%. De succesvolle formule, waarbij
culturele leiders zoals ouderen en religieuzen een voorname rol
speelden bij afwijzing van FGM en bij de introductie van niet
schadelijke ceremonies naar volwassenheid, wordt thans door UNFPA
benut voor de invulling van programma's in landen waar FGM in
groepsverband en als onderdeel van ceremonies plaatsvindt .
Een grass-level organisatie in Kenia ontwikkelde samen met
dorpsbewoners een alternatieve ceremonie die zij "Besnijdenis in
woorden" noemden. Vooral moeders waren gedurende een klein jaar
intensief betrokkken bij de ontwikkeling van het alternatief. In de
nieuwe ceremonie, waarbij de meisjes niet meer worden besneden,
handhaafden zij de traditionele week afzondering voor herstel. De
gebruikelijke traditionele voorlichting over sexualiteit, relaties
tussen mannen en vrouwen en andere levenszaken werd aangevuld met
discussies over de positieve kanten van de eigen cultuur, zoals
respect voor ouderen. De meisjes leerden ook anti FGM-liederen en
toneelstukken die zij presenteerden tijdens een groot feest ter
afsluiting. Gastheer van het feest was de districts chef en het feest
werd bijgewoond door diverse lokale autoriteiten, die hun steun aan
deze nieuwe ceremonie betuigden. Er waren echter ook tegenstanders van
de nieuwe opzet en diverse ouders werden bijvoorbeeld door
familieleden ter verantwoording geroepen.
Zoals een van de autoriteiten tijdens het feest zei: " Cultures cannot
change over night. But we have to accept that society is dynamic and
must change. Such change does not come on a silver plate."
Daarnaast is met centrale fondsen een aantal documentaires over
genitale verminking ontwikkeld ten behoeve van voorlichting in
Nederland en Afrika. In Nederland werden zij op televisie vertoond en
in Mali en Somalië in voorlichtingscampagnes.
Nationale en internationale activiteiten, waaronder de door Nederland
geïntroduceerde VN-resolutie over eliminatie van FGM (de laatste
resolutie is van 2001 en werd mede ingediend door 126 landen), hebben
er onder andere toe geleid dat deze schadelijke praktijk inmiddels
verboden is in zo'n 12 Afrikaanse landen en de bestrijding ervan
geïntegreerd is in meerdere internationale verklaringen, handvesten en
conventies (ICPD, Beijing plus 5, Banjul Charter, African Charter on
the rights and welfare of the child). Geleidelijk aan besteden deze
landen ook meer aandacht aan vervolging en bestraffing, al blijft dit,
net zoals in Nederland, een lastige zaak. Om te ontkomen aan
vervolging is er helaas een dalende trend zichtbaar in de leeftijd
waarop genitale verminking bij meisjes wordt toegepast. In een aantal
landen, bijvoorbeeld Burkina Faso en Ghana, is de leeftijd gedaald
naar 0-7 omdat op die leeftijd de kans betrapt te worden en daarmee
het risico op vervolging kleiner is. Dit illustreert de trage
attitudeverandering en de noodzaak juist dáárin te blijven investeren.
Programma's op het terrein van bewustwording en training (aansluitend
op de specifieke situatie in een land), wetgeving en effectieve
handhaving daarvan, alsmede politieke dialoog blijven dan ook hard
nodig.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Bijlage: Overzicht van OS-partnerlanden waar genitale verminking
voorkomt en Nederlandse inspanningen ter bestrijding daarvan
Partnerlanden
% fgm *
Sector gezondheidszorg
Bilaterale programma's voor FGM-bestrijding
Egypte
95 - 97
Nee
ja (uitfasering)
Eritrea
90 - 95
Nee
Nee
Ethiopië
80 - 95
Ja
Ja
Mali
90 - 94
Ja
Ja
Jemen
25**
Ja
Ja
Ghana
15 - 30
Ja
Ja
Tanzania
10 - 18
Ja
Ja
Burkina Faso
70
Ja
Ja
Benin
30 - 50
Nee
Nee
Kenia
50
Nee
Nee
Senegal
5 - 20
Nee
Nee
Uganda
5
Nee
Nee
Indonesië
Plaatselijk
Nee
Nee
Sri Lanka
Plaatselijk
Nee
Nee
*: CBS, AI, UNFPA, A. Rahman, Nederlandse Ambassade Addis Abeba. IND:
themarapportage vrouwenbesnijdenis (FGM) West Afrika, juni 2003
**: nationaal onderzoek 1997, plaatselijk 90%, Nederlandse Ambassade
te Jemen
Fistels zijn in feite scheuren tussen de blaas en de vagina en/of
de vagina en de anus tijdens de bevalling, ten gevolge van langdurig
en hard persen tijdens een bevalling. Hierdoor ontstaat een constant
lekken van urine en /of faeces dat vrouwen sociaal stigmatiseert en
uitsluit. Genitaal verminkte vrouwen lopen extra risico op fistels.
De Nederlandse organisatie Plan constateerde, op basis van
evaluatie-onderzoek in Mali, dat in dat land FGM steeds minder in
groepsverband en als onderdeel van een ritueel worden besneden, maar
sterk is geïndividualiseerd. De evaluatie constateerde dat een niet
confronterende aanpak vanuit medisch perspectief, met op de langere
termijn een verbreding naar mensenrechtenperspectief, daar dan ook
beter geschikt lijkt.
Ministerie van Buitenlandse Zaken