"Geen ISV-middelen betekent einde herstructureringsproces"
Gedeputeerde Vrehen breekt lans voor Sittard-Geleen en Roermond
Gedeputeerde Herman Vrehen heeft de Limburgse Tweede Kamerleden op 6
september opgeroepen het voorstel van Minister Dekker over de
verdeling van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) aan
te nemen. Samen met de gemeenten Sittard-Geleen en Roermond pleitte
hij voor het betrekken van de achterstandswijken in Roermond en
Sittard-Geleen bij de 50-wijkenaanpak van het grotestedenbeleid.
Tijdens een bijeenkomst in Roermond zijn de Tweede kamerleden
geïnformeerd over het stedelijk vernieuwingsbeleid van de Provincie en
hebben de gemeenten hun plannen voor de sociaal zwakkere wijken
toegelicht.
De Provincie Limburg wil via het ISV-beleid en de daarbijbehorende
verdeling van middelen én via het provinciaal thema Vitale kernen en
buurten extra aandacht vestigen en accenten leggen op de
herstructureringsproblematiek van beide gemeenten. Gedeputeerde Herman
Vrehen: De sociaal zwakke wijken in de dertig grote steden van
Nederland (G30) krijgen van het Rijk extra aandacht en middelen via de
zogenaamde 50-wijkenaanpak die eind 2002 door oud-Minister Kamp aan de
Tweede Kamer is gepresenteerd. Meeliften met die 50-wijkenaanpak biedt
beide gemeenten een belangrijke handreiking voor het oplossen van de
herstructureringsproblematiek. Wij hebben de Tweede kamerleden
gevraagd een lans te breken om de sociaal zwakkere wijken in Roermond
en Sittard-Geleen te betrekken bij die 50-wijkenaanpak en gepleit voor
het behoud van middelen voor zowel de dorpen als de middelgrote
steden.
Tijdens de bijeenkomst gaven beide gemeenten een toelichting op hun
plannen voor de sociaal zwakkere wijken. Door middel van
herstructurering wordt getracht nieuwe woon- en leefkwaliteit toe te
voegen in die bewuste wijken. Daarbij gaat het niet alleen om het
aanpassen van de woningvoorraad, maar zeker ook om de aanpak van de
openbare ruimte in combinatie met specifieke maatregelen op
sociaal-maatschappelijk en economisch gebied.
Recente berichten over een mogelijk ophanden zijnde motie over
herverdeling van de beschikbare ISV-middelen voor de dertig grote
steden in Nederland (de G30) waren voor Herman Vrehen de aanleiding om
de Limburgse kamerleden uit te nodigen. Op 20 september aanstaande
vindt de behandeling van het nieuwe rijksbeleid in de Tweede Kamer
plaats.
---
Bijlage
Maastricht, 8 september 2004
ISV 2: Kansen voor de herstructurering in Roermond en Sittard-Geleen
Inleiding
Op maandag 20 september 2004 vindt in de Tweede Kamer de behandeling
plaats van de nota Samen werken aan de krachtige stad. In de nota is
het grotestedenbeleid (GSB3) geformuleerd, dat het Kabinet de komende
jaren voor ogen heeft. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de
verdeling van de voor het tijdvak 2005-2009 beschikbare middelen over
de G30 en de provincies. Het GSB3 is opgebouwd uit drie pijlers, te
weten Economie, Sociaal en Veiligheid, en Fysiek.
In tegenstelling tot de andere twee pijlers is de pijler Fysiek, ofwel
het ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing), in het voorstel
van het Kabinet bedoeld voor alle gemeenten en niet alleen voor de
G30. Ook in het huidige ISV-beleid kunnen de niet-rechtstreekse
gemeenten, via de Provincie, een beroep doen op ISV-middelen. Dit
position paper handelt over de problemen die in Limburg bij de
uitvoering van het stedelijk vernieuwingsbeleid ondervonden worden met
betrekking tot de stedelijke herstructurering en over kansen voor de
gemeenten Roermond en Sittard-Geleen om deze problemen op korte
termijn, met relatief eenvoudige middelen het hoofd te kunnen bieden.
Intensieve samenwerking tussen Rijk, Provincie, gemeenten en
marktpartijen is daarbij van doorslaggevend belang.
Stedelijke vernieuwing in Limburg
Limburg wordt in ruimtelijk opzicht gekarakteriseerd door de
verwevenheid van een aantal verstedelijkte gebieden met het landelijk
gebied. De steden zijn van oudsher ingebed in het omliggende
landschap. Het belang van een evenwichtige ontwikkeling van beide
gebiedstypen wordt in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)
onderkend. Limburg streeft bij de uitvoering van zijn ruimtelijk
beleid dan ook naar vitale steden en dorpen.
De Provincie Limburg voerde in de periode van 2000-2004 met behulp van
de thans beschikbare ISV-middelen een succesvol stedelijk
vernieuwingsbeleid in de (middelgrote) steden en dorpen. Bij de
verdeling van de beschikbare middelen over de programma- en de
projectgemeenten, is steeds gezocht naar een gezond evenwicht tussen
de aanpak van de stedelijke problematiek en de
plattelandsontwikkeling. Naast de overwegend succesvolle uitvoering
van de meerjaren ontwikkelingsprogrammas (MOPs) die de
programmagemeenten hebben geschreven, zijn ook in verschillende dorpen
goede projecten op het gebied van herstructurering van de
woningvoorraad en centrumontwikkeling met behulp van ISV-middelen
gerealiseerd.
In het kader van de uitvoering van het provinciaal coalitieakkoord
2003-2007, wil de Provincie zich in blijven zetten voor ontwikkelingen
in de stad en op het platteland. Met het provinciaal thema Vitale
buurten en kernen biedt de Provincie een kader om deze ontwikkelingen
te faciliteren. Het stedelijk vernieuwingsbeleid (waaronder de
beschikbare ISV-middelen) maakt integraal onderdeel uit van het
provinciaal thema Vitale buurten en kernen.
Herstructurering achterstandswijken
Eén van de belangrijkste opgaven en uitdagingen van het huidige
Kabinet op het gebied van de volkshuisvesting en stedelijke
vernieuwing, is het verbeteren van de leefbaarheid in wijken die te
kampen hebben met sociale achterstanden en verloedering van de
openbare ruimte. In het kader van het grotestedenbeleid is daartoe de
zogenaamde 50-wijkenaanpak geïntroduceerd. Deze 50-wijkenaanpak maakt
onderdeel uit van het Actieprogramma Herstructurering, dat
oud-minister Kamp van VROM eind 2002 aan de Tweede Kamer presenteerde.
Inzet hiervan is het concentreren van een aantal specifieke
maatregelen in circa vijftig wijken waar, omwille van het oplossen van
sociaal-maatschappelijke en fysieke problematiek, de herstructurering
een extra impuls nodig heeft. Het gaat daarbij onder meer om fiscale
maatregelen, wet- en regelgeving, de inzet van impulsteams, het
bevorderen van kennisoverdracht en de inzet van IPSV-middelen. De G30
hebben daartoe in totaal 56 wijken aangedragen welke door VROM voor de
50-wijkenaanpak zijn geselecteerd. De G30 leggen in hun MOP, dat zij
in het kader van het GSB3 opstellen, extra accenten op maatregelen in
deze 56 geselecteerde wijken, vooral daar waar het gaat om de
herstructurering in deze wijken.
Problematiek Roermond en Sittard-Geleen
Echter niet alle achterstandswijken in Nederland zijn gelegen in de
G30. De gemeenten Roermond en Sittard-Geleen, door de Provincie
aangewezen als programmagemeenten, hebben eveneens sociaal kwetsbare
wijken met probleemcumulatie op sociaal en fysiek gebied. Ik noem met
name de wijken Roermondse Veld en Kemp in Roermond en Stadbroek en
Sanderbout in Sittard-Geleen. Indien we indicatoren uit zowel de
fysieke als de sociale sector in samenhang bekijken, dan zien we dat
ook deze wijken (evenals de 56-wijken) slecht scoren. Ter illustratie
hiervan: een onderzoek van VROM in samenwerking met het CBS
(uitgevoerd in 2000) wijst uit dat de wijk Sanderbout mag worden
gerekend tot één van de elf wijken in Nederland die op het gebied van
kwaliteit en waarde van de woning, de woonomgeving, werkloosheids- en
uitkeringspercentages, segregatie tussen allochtonen en autochtonen en
leeftijd- en gezinsopbouw het slechtste scoren. Van die elf wijken
maken negen wijken deel uit van het grotestedenbeleid. Een en ander
wordt nog nader toegelicht door de wijkcijfers die zijn opgenomen in
de bijlage.
Van de niet-rechtstreekse ISV-gemeenten schrijven de
programmagemeenten (de middelgrote steden) evenals de G30 een MOP. De
Provincie begeleidt deze gemeenten daarbij, ziet toe op het naleven
van de randvoorwaarden en is verantwoordelijk voor de verdeling van de
beschikbare middelen. De herstructureringsopgave is één van de
belangrijkste doelstellingen in het MOP van Roermond en
Sittard-Geleen. Roermond en Sittard-Geleen hebben grote ambities in
deze wijken en er zijn ook al grote inspanningen verricht. Desondanks
ondervinden ook deze gemeenten moeilijkheden bij het proces van de
herstructurering. De herstructurering stagneert en zonder extra impuls
kan deze stagnatie nauwelijks worden doorbroken.
Wat betreft het tweede ISV-tijdvak heeft de Provincie, juist vanwege
de problematiek in de herstructureringswijken in Roermond en
Sittard-Geleen, besloten om in totaal 2,5 mln. extra ISV-middelen aan
deze gemeenten toe te kennen, ten kosten van het budget voor de
projectgemeenten. De beoogde verdeling wordt daarmee 17 mln. in de
middelgrote steden en 5 mln. in de dorpen. Ook hier zijn de gelabelde
budgetten voor bodem en geluid buiten beschouwing gelaten. De
Provincie wil dus verhoudingsgewijs meer middelen dan nu gaan besteden
aan de herstructureringsproblematiek in de gemeenten Roermond en
Sittard-Geleen.
Zowel de gemeente Roermond als Sittard-Geleen maakt geen deel uit van
het grotestedenbeleid. Hoewel de Provincie van mening is dat er
voldoende inhoudelijke argumenten aan te voeren zijn die zouden
pleiten voor het toekennen van de GSB-status aan beide, wil zij deze
oude discussie nu niet opnieuw voeren. Wel wil de Provincie u erop
attenderen dat ook Minister De Graaf, verantwoordelijk voor het
grotestedenbeleid, begrip heeft getoond voor de lastige situatie
waarin Sittard-Geleen verkeert. De Minister wilde niet ingaan op een
recent verzoek van deze gemeente om de GSB-status toe te kennen. Wel
wilde hij de mogelijkheid van een alternatief onderzoeken. Een
werkbezoek aan Sittard-Geleen dat eind mei was gepland, is echter op
het laatste moment niet doorgegaan.
De Provincie wil nu, samen met het Rijk, de mogelijkheden verkennen
van een haalbaar alternatief voor dit moment, namelijk het betrekken
van de genoemde achterstandswijken bij de 50-wijkenaanpak van VROM.
Bij dit alternatief hoeft geen rekening te worden gehouden met lopende
meerjarenprogrammas van de G30, hetgeen op dit moment een belangrijk
struikelblok vormt voor toetreding tot het grotestedenbeleid. Deze
optie heeft naar verwachting evenmin negatieve gevolgen voor lopende
besluitvormingstrajecten in het kader van het grotestedenbeleid.
Het meeliften met de 50-wijkenaanpak biedt voor de gemeenten Roermond
en Sittard-Geleen een belangrijke handreiking voor het oplossen van de
herstructureringsproblematiek. Het voordeel is gelegen in de
gecombineerde inzet van maatregelen op het gebied van wet- en
regelgeving, fiscale maatregelen, kennisoverdracht, de inzet van
impulsteams en zo mogelijk extra financiële impulsen. De Provincie zal
zelf via het ISV-beleid en de daarbijbehorende verdeling van middelen,
evenals via het provinciaal thema Vitale buurten en kernen extra
aandacht vestigen en accenten leggen op de genoemde
herstructureringsproblematiek. Ook wil zij in het kader van de dit
najaar op te stellen Provinciale Woonvisie, nader onderzoeken welke
rol het eigen Aanjaagteam Woningbouw (kortweg A-team) kan spelen.
Herverdeling van middelen
Recent bereikte de Provincie een bericht over een mogelijk ophanden
zijnde motie over herverdeling van de beschikbare ISV-middelen ten
faveure van de G30. Ondanks het feit dat deze motie inmiddels
ontzenuwd lijkt, wil ik toch uw aandacht vragen voor de gevolgen van
een mogelijke herverdeling van middelen. Zoals reeds gesteld hebben de
gemeenten Roermond en Sittard-Geleen, samen met hun partners,
ambitieuze plannen in de herstructureringswijken. De ISV-middelen
moeten worden beschouwd als smeermiddel voor het
herstructureringsproces. Geheel volgens de filosofie van het
ISV-beleid, zorgen deze middelen voor een vliegwieleffect in de
stedelijke vernieuwing. Het wegvallen van die middelen zal dus
desastreuze gevolgen hebben voor de herstructurering in Roermond en
Sittard-Geleen.
Conclusie
De Provincie pleit ervoor dat het voorstel van Minister Dekker over de
verdeling van ISV-middelen tijdens de behandeling van het
grotestedenbeleid op 20 september aanstaande door de Tweede Kamer
wordt aangenomen. Verder wil de Provincie een lans breken voor het
betrekken van de achterstandswijken in de gemeenten Roermond en
Sittard-Geleen bij de 50-wijkenaanpak van het grotestedenbeleid. De
Provincie verzoekt U als Kamerlid, om dit pleidooi bij de behandeling
van het grotestedenbeleid in de Tweede Kamer, actief te ondersteunen.
Gedeputeerde Stedelijke Vernieuwing
Ir. H.T.J. Vrehen
8-9-2004 10:41
Provincie Limburg