Raad voor de Transportveiligheid
PERSBERICHT 7 september 2004
Raad voor de Transportveiligheid onderzocht bus/trein aanrijdingen
Halterem kan oorzaak zijn van gevaarlijke situaties
De halterem op bussen, die moet helpen voorkomen dat bussen wegrijden
terwijl passagiers nog bezig zijn met in- en uitstappen, kan onbedoeld gaan
werken. Daardoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan, bijvoorbeeld als
een bus stilvalt op een spoorwegovergang. Tot deze conclusie komt de Raad
voor de Transportveiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van
Vollenhoven, in een verkort rapport dat is uitgebracht naar aanleiding van
een tweetal ongevallen met bussen op een spoorwegovergang bij Nootdorp. Bij
een van die twee ongevallen, dat plaatsvond op 8 september 2003, was een
bus van het Haagse gemeentelijke vervoerbedrijf HTM betrokken. Bij dat
ongeval konden de inzittenden nog maar net op tijd voor de aanstormende
trein de bus verlaten. De halterem was juist op deze kritieke plaats, op de
spoorwegovergang, in werking getreden. De oorzaak daarvan was, naar alle
waarschijnlijkheid, dat de bus kort tevoren tegen een stoeprand was
aangereden, waarna door de klap een van de deuren was gaan kieren. Als
gevolg daarvan werd automatisch het halteremsysteem ingeschakeld. Aangezien
de halterem gaat werken als de snelheid onder de 20 km per uur komt, is pas
bij het langzaam rijden over de spoorwegovergang de bijna fatale remming
opgetreden. Anderhalf jaar eerder was op precies dezelfde plek een
Connexxion bus stil gevallen, waarschijnlijk door een vergelijkbare
oorzaak. Ook in dit geval konden de inzittenden tijdig uitstappen en werd
alleen materiële schade veroorzaakt. Beide ongevallen hadden fataal kunnen
aflopen, bijvoorbeeld wanneer door de aanrijding de trein zou zijn
ontspoord en op het andere (voor tegemoetkomende treinen bestemde) spoor
was terechtgekomen. Iets dergelijks gebeurde in februari 2001 bij het
Britse Selby, met 70 dodelijke slachtoffers als gevolg.
In zijn rapport onderstreept de Raad dat de Nederlandse busbedrijven, die
allemaal werken met het systeem van de halterem, een evenwicht moeten
zoeken tussen twee veiligheidsbelangen: het risico dat de bus al gaat
rijden terwijl er nog passagiers in- of uitstappen en het risico dat een
bus niet meer verder kan op een gevaarlijke plek, zoals een
spoorwegovergang. De Raad wijst erop dat buschauffeurs nadrukkelijk moeten
worden geattendeerd op de mogelijkheid dat de halterem ook tijdens het
rijden onbedoeld inwerking kan treden. Bij beide onderzochte gevallen waren
de chauffeurs zich kennelijk niet bewust van de oorzaak waardoor hun bus
niet meer kon wegrijden. De Raad doet geen nadere aanbevelingen in dit
rapport, omdat de betrokken bedrijven reeds kort na het tweede ongeval zijn
gewezen op de risico's van de halterem. Wel vraagt de Raad met dit rapport
de aandacht van de Minister van Verkeer en Waterstaat voor een probleem dat
zich nu niet heeft gemanifesteerd maar waarmee wel rekening dient te worden
gehouden: de mogelijke beïnvloeding van de steeds geavanceerder wordende
elektronica in wegvoertuigen door de relatief sterke elektromagnetische
velden rondom overwegen.