http://www.minez.nl
MINEZ: Beantwoording vragen energiekosten sportverenigingen
Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Datum: 06-09-2004
Beantwoording vragen van de leden Hessels en Atsma (beiden CDA) over
energiekosten voor sportverenigingen (ingezonden 12 augustus 2004, met
nummer 2030419430)
De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1
Heeft u kennisgenomen van de problemen die sportverenigingen
ondervinden als gevolg van de nieuwe tarievenstructuur voor levering
van elektriciteit?
Uit de mediaberichten begrijp ik dat een sportvereniging uit
Maastricht recentelijk aandacht heeft gevraagd voor de sterk gestegen
kosten voor het transport op hun energienota. Ik maak hieruit op dat
dit verband houdt met de indeling circa vier jaar geleden naar
afnemerscategorieën op basis van verbruik en de daarbij horende
tarievenstructuur die ook reeds in 1999 is ingevoerd. Ik kan hier
overigens niet uit afleiden dat er sprake zou zijn van problemen die
ook door andere sportverenigingen zo worden gepercipieerd.
2
Acht u het gewenst dat sportverenigingen, die over een relatief hoge
transportcapaciteit beschikken, maar daar slechts weinig gebruik van
hoeven te maken, door de nieuwe tarievenstructuur hun energierekening
vaak zien verdrievoudigen?
In de Elektriciteitswet 1998 is expliciet geregeld dat het tarief voor
de netwerkkosten bestaat uit twee elementen: een transportafhankelijk
en een transportonafhankelijk tarief.
Met de in 1998 ingezette liberalisering van de energiemarkt is er na
uitgebreid overleg met de Staten-Generaal voor gekozen om af te
stappen van de systematiek waarbij de ene groep afnemers de andere
subsidieert en prikkels voor efficiencyverbetering afwezig waren.
Hiervoor in de plaats is een systematiek gekomen waarbij uitgegaan
wordt van het kostenveroorzakingsprincipe. Aspecten als bewust
energieverbruik en transparantie worden bevorderd indien de gebruiker
betaalt voor de kosten die hij veroorzaakt. Hierover is destijds breed
geconsulteerd en hebben gebruikersorganisaties de gelegenheid gehad
hun belangen in te brengen.
Dit heeft in 1999 geleid tot het besluit dat voor grootgebruikers een
capaciteitsgebonden tariefdrager geldt (men betaalt voor
piekbelasting), voor kleinverbruikers een verbruiksgebonden
tariefdrager en voor de middengroep een gemengde tariefdrager
(verbruik en capaciteit).
Bij individueel verbruik dat erg hoog is tijdens bepaalde perioden
dient het netwerk te worden gedimensioneerd op een bepaalde
piekbelasting voor de betreffende aansluiting. Het doorberekenen van
de kosten hiervan aan de eigenaar van de aansluiting is vanaf 1999
gefaseerd door de netbeheerders ingevoerd.
Ik wijs u er op dat de transporttarieven als zodanig recentelijk niet
fundamenteel zijn gewijzigd.
3
Was bij het vaststellen van de Tarievencode dit specifieke effect van
de nieuwe tarievenstructuur op sportverenigingen bij u bekend?
Het was in 1999 helder dat het kostenveroorzakingsprincipe zou leiden
tot een evenwichtiger en transparantere tarievenstructuur. Dat de nota
van bepaalde groepen afnemers hierdoor hoger zou worden omdat deze
vóór 1999 werd gesubsidieerd door andere categorieën afnemers was ook
duidelijk en een bewuste politieke keuze.
Overigens wijs ik u er op dat het Kabinet daarbij is uitgegaan van het
beginsel dat eventuele subsidiëring van bepaalde sociale of
maatschappelijke groepen dient te geschieden middels bestaande sociale
voorzieningen c.q. specifiek voor bepaalde doeleinden bestemde
subsidieregelingen.
4
Welke mogelijkheden ziet u om deze problemen op een zodanige manier op
te lossen, dat de toegankelijkheid tot sportbeoefening hier niet onder
lijdt?
Zoals ik u bij vraag 1 heb geantwoord heb ik geen signalen ontvangen
dat er sprake zou zijn van breed gevoelde problemen. Omdat de
verantwoordelijkheid voor het overheidsbeleid ten aanzien van
sportvoorzieningen primair bij het Ministerie van Volkshuisvesting,
Welzijn en Sport (VWS) en bij gemeente (in veel gevallen speelt de
gemeente een rol in de contractuele- relatie tussen energiebedrijf en
sportvereniging) en provincie ligt, heb ik hierover contact gehad met
het Ministerie van VWS.
Daaruit is gebleken dat ook daar geen informatie van betrokken
partijen bekend is over dusdanige negatieve gevolgen van het
kostenveroorzakingsprincipe in het kader van energietarieven, dat de
doelstelling van VWS met betrekking tot het stimuleren van
sportbeoefening hierdoor zou worden gehinderd.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51,
telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.
Voor journalisten: Dhr. J. van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070)
379 60 73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl
06 sep 04 15:08
Ministerie van Economische Zaken