Rotterdam, 10 mei 2004
Hybride landschap
De integratie van stad en land als Nederlandse ontwerpopgave 1980 -
2004
Tentoonstelling in het Nederlands Paviljoen tijdens de
architectuurbiënnale in Venetië van 5 september t/m 7 november 2004
Nergens ter wereld wordt een kunstmatig verkregen landschap zo
gekoesterd en tot inzet van een nieuw ontwerp gemaakt als in
Nederland. In het Nederlands Paviljoen dat voor de negende keer door
het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) wordt ingericht, staat niet
de architectuur maar de verweving tussen stedenbouw en landschap
centraal. In 'Hybrid Landscapes' zal het gaan om drie
stedenbouwkundige projecten - Prinsenland (1982-1984), Leidsche Rijn
(1994-1995) en Maastricht Belvédère (1999-2009) - en een
toekomstscenario. De morfologie van het kunstmatig landschap wordt
gebruikt om differentiatie in de ontwerpen aan te brengen en om ze in
de omgeving te verankeren. Het is een zeer Nederlandse interpretatie
van de rol die het landschap kan innemen in een
verstedelijkingsproces. De ontwerpen zijn tot stand gekomen in een
periode waarin harde grenzen werden gesteld tussen stad en land uit
angst voor een compleet verstedelijkt Nederland. Hoewel de projecten
binnen duidelijk aangegeven stedelijke contouren zijn ontworpen,
behandelen ontwerpers als Riek Bakker, Frits Palmboom en Michael van
Gessel stad en land niet langer als tegenpolen, maar als elkaar
versterkende entiteiten.
Stad en land
De drie bovengenoemde projecten illustreren een zeer bewuste omgang
met het kunstmatige landschap, een natuurlandschap dat na een lang
proces van ontginningen en ruilverkavelingen voor de landbouw en
verstedelijking in een cultuurlandschap is veranderd. Het
cultuurlandschap wordt geanalyseerd en bestaande kwaliteiten worden
belangrijke dragers van het nieuwe ontwerp. Deze dragers zijn onder
meer boerderijen, pakhuizen, fabrieken, sluizencomplexen,
hoogteverschillen, waterlopen, infrastructuur en oude
verkavelingstructuren. De drie ontwerpen kenmerken zich door een grote
mate van vanzelfsprekendheid; ze zijn allesbehalve modieus, maar
stralen nuchterheid, doordachtheid en zelfbewustzijn uit. De projecten
belichten bovendien drie verschillende stedelijke schaalniveaus. Het
overheidsbeleid is decennia lang gericht geweest op een bijna angstige
scheiding tussen stad en land; verstedelijking mocht alleen binnen
duidelijk aangegeven contouren plaatsvinden en zo dicht mogelijk bij
de bestaande stad. De projecten staan dan ook niet op zichzelf, maar
verhouden zich tot belangrijke, vooral ruimtelijke ontwikkelingen
binnen Nederland.
Nieuwe opgaven
Nederland staat de komende decennia voor twee belangrijke opgaven: een
verdere intensivering van de steden en het bouwen in landelijk gebied.
De opgaven komen voort uit een oprukkende verstedelijking, een
herstructurering van het agrarisch bedrijf en het door de overheid
loslaten van de harde grenzen tussen stad en land. Hoewel het contrast
tussen stad en land nog steeds wordt nagestreefd, staan ze niet langer
meer tegenover maar naast elkaar. De potenties van een plek zullen een
cruciale rol gaan spelen in het verdichten van bestaand stedelijk
gebied én het bewust doorontwikkelen van het platteland.
Bestaande landschappen worden in de Nederlandse benadering
geanalyseerd, behouden en aangepast. Het landschap fungeert als
ondergrond voor nieuwe uitbreidingen waarin oude en nieuwe elementen
met elkaar worden verweven en een locatie daardoor in de geschiedenis
en in de omgeving wordt verankerd. Deze benaderingswijze kent mondiaal
een waardevolle inhoud temeer omdat landen zich in toenemende mate met
uitdijende steden geconfronteerd zien.
'Hybrid Landscapes' wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit
de HGIS Cultuursubsidie.
---
Voor nadere informatie en beeldmateriaal kunnen journalisten zich
wenden tot de persafdeling van het team Marketing en Communicatie van
het NAi:
Edwin Pelser (coördinator), tel 010-4401235
Carolien Ruigrok (perscontacten), tel 010-4401255
fax 010-4366975, e-mail press@nai.nl
NAi persbeelden
Nederlands Architectuurinstituut