Speech n.a.v. Interpellatiedebat bestuurscrisis Hbr door Marchel van Gent
Mijnheer de voorzitter,
Met verbijstering en ongeloof hebben wij afgelopen maandag mogen
vernemen dat 100 miljoen gemeenschapsgeld in de waagschaal is gesteld.
Er rijzen dan onmiddellijk een aantal vragen, zoals:
1) Hoe kon dit gebeuren ?
2) Wie is verantwoordelijk, resp. moet ter verantwoording worden
geroepen ?
3) Hoe nu te handelen ?
4) Hoe voorkomen we dit in de toekomst ?
Ingaand op vraag 1 denk je al snel: Hoe kan in vredesnaam 1 man de
tekenbevoegdheid hebben voor dergelijke bedragen ? en Hoe bestaat het
dat dit verder bij niemand binnen het HbR bekend is geweest en Hoe is
het mogelijk dat vanuit de betreffende banken blijkbaar geen enkele
verificatie bij het HbR nodig was en men dit kennelijk ook niet nodig
vond
Kan een enkeling dergelijke transacties voorbereiden en uitvoeren ?
Wanneer en voor welke bedragen zijn deze garanties getekend ?
Vanaf wanneer dateert deze ruime mandatering van de directeur
Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam en onder wiens politieke
verantwoordelijkheid is dit gebeurd ?
Is dit een actie tussen twee heren geweest of spelen nog grotere
zaken/belangen op de achtergrond een rol en wordt dit ook in het
onderzoek meegenomen ?
Vind er ook een onderzoek plaats door het College over de eigen rol in
deze aangelegenheid ?
Vragen, vragen, vragen en de speculaties en verdachtmakingen zijn niet
van de lucht. Iets waar wij ons verre van wensen te houden.
Dan komend op de vraag van de verantwoordelijkheid resp
verantwoording. Uiteraard wil de fractie van LR deze zaak tot op de
bodem uitgezocht hebben. Openheid en transparantie staan bij ons hoog
in het vaandel, hetgeen wethouder van Sluis duidelijk geëtaleerd heeft
in zijn hoedanigheid als President-Commissaris van het HbR.
Er werd gesuggereerd dat de wethouder de Gemeenteraad niet ingelicht
zou hebben toen hem eind mei jl bekend werd dat er een bankgarantie
tbv 25 miljoen door de heer Scholten aan de Commerzbank werd
verstrekt. Welnu, de betreffende Cie (COR) werd kort daarna wel
degelijk ingelicht en nadat afgelopen donderdagavond de heer Scholten
heeft opgebiecht daarbovenop nog eens voor 75 miljoen aan garanties
getekend te hebben, heeft hij direct gereageerd en de heer Scholten op
non-actief gesteld en op korte termijn ontslag aangezegd. Nog iets
waar LR voor staat en door de wethouder in de praktijk gebracht, nl
afrekenbaarheid. Wij zijn er ook van overtuigd dat de huidige
structuur van het verzelfstandigt HbR hiertoe ook bijgedragen heeft,
dus goed die verzelfstandiging van het Havenbedrijf.
Kortom: de wethouder heeft in zijn hoedanigheid als commissaris de
enige juiste conclusie getrokken en uitvoering hieraan gegeven en dit
ook op zeer korte termijn aan de Gemeenteraad kenbaar gemaakt.
Vraag 3: Hoe nu te handelen ?
Het onderzoek door ondermeer externe forensische accountants is al in
gang gezet door de RvC. Wij hebben begrepen dat bij het HbR letterlijk
de boel binnenstebuiten wordt gekeerd.
De schade dient zodoende beperkt te worden en alle feitelijkheden en
omstandigheden worden geïnventariseerd.
Een vraag die hierbij opdoemt is: Tot hoever terug gaat het onderzoek
van Price Waterhouse Coopers ?
Wij zien dan ook geen enkele reden om als Raad ook nog eens
gelijktijdig een onderzoek te laten uitvoeren of middels een Enquête
proberen alles boven tafel te krijgen.
Wij laten het College bij deze weten een Gemeentelijke Enquête aan te
vragen als de uitkomsten van het lopende onderzoek, die wat ons
betreft binnen 4 weken op tafel moeten liggen, voor ons niet
bevredigend zijn.
Vraag 4: Hoe voorkomen wij dit in de toekomst ?
Hierop is reeds door de RvC in een eerder stadium geanticipeerd. In de
opdracht aan het externe bureau staat ondermeer: te onderzoeken of een
andere structuur van het Management Team wenselijk is, ook mbt de
mandatering van de directieleden. Wij nemen aan dat hier nu minutieus
en met argusogen naar gekeken wordt.
Wij betreuren zeer dat het HbR en in zijn kielzog de Rotterdamse Haven
hierdoor wereldwijd een forse deuk in haar imago heeft opgelopen, een
reden temeer niet alleen voor onszelf maar ook aan de buitenwereld te
tonen bij de uitkomsten van het onderzoek niets onder de pet te
houden.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, wil ik nog even stil staan bij het
menselijke aspect in deze hele trieste zaak. Willem Scholten wordt nu
in een kwaad daglicht gesteld, maar is natuurlijk ook een man met
grote verdiensten voor het Rotterdams Haven en Industrie Complex. Hij
heeft bewezen op een wijze die veel respect heeft afgedwongen
strategieën uit te stippelen die er toe hebben geleid dat diverse
industrieën, maar uiteraard ook de grote containerterminals en
rederijen hier zich in deze omvang gevestigd hebben.
Steekwoorden als: Charisma, oliemannetje, flamboyant, maar ook
luisterend oor en bescheidenheid worden gebezigd door personeel en
ondernemers uit de haven.
Hij was ook niet bang zijn nek uit te steken, maar het lijkt erop dat
hij dit één keer teveel heeft gedaan.
Tot zover mijn bijdrage.