Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
3 september 2004
218 MILJOEN VOOR BETERE COMBINATIE WERK EN PRIVE
Het kabinet besteedt in de periode tot 2009 in totaal 218 miljoen euro aan maatregelen en initiatieven
om zorg en betaald werk beter te combineren. Hierdoor stijgen vooral de kansen van vrouwen op de
arbeidsmarkt. Uitgangspunt voor de maatregelen vormen de resultaten van de Stimuleringsmaatregel
Dagindeling en het advies van de Stuurgroep Dagindeling. Het kabinet wil onder meer tussenschoolse
opvang verbeteren en onderwijs, opvang en vrijetijdsvoorzieningen vaker onder één dak brengen. Ook
streeft het kabinet naar flexibele werktijden en meer zeggenschap van werknemers over eigen
inroostering. In totaal 118 miljoen euro komt ten laste van de rijksbegroting in de komende vijf jaren,
100 miljoen euro moet komen vanuit het Europees Sociaal Fonds. Dat geld is bestemd voor
dagarrangementen, die gericht zijn op een meer sluitend dagprogramma voor kinderen. Hiermee heeft
de ministerraad ingestemd op voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Stimuleringsmaatregel Dagindeling werd vijf jaar geleden ingesteld met als doel maatschappelijke
organisaties, bedrijven en gemeenten uit te dagen met creatieve ideeën en oplossingen te komen om de
combinatie van werk en privé te vergemakkelijken. Hiervoor was destijds 27 miljoen euro beschikbaar,
waarmee 140 experimenten zijn gesubsidieerd. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft begin vorig
jaar geconstateerd dat tweederde van de experimenten onderdeel is geworden van beleid of zelfstandig
voortgezet. Het kabinet vindt het belangrijk om met een aantal nieuwe experimenten te beginnen en
met lopende projecten meer ervaring op te doen. Op basis van ESF-subsidie is met nog eens ruim 140
experimenten en projecten begonnen, terwijl een ronde voor 2005 wordt voorbereid.
De combinatie van arbeid en zorg kan werknemers veel stress opleveren. Het kabinet vindt het
belangrijk dat zorgtaken eenvoudiger te combineren zijn met een (deeltijd)baan. Hierdoor wordt het
met name voor veel vrouwen makkelijker om (weer) te gaan werken. Ook kan het ziekteverzuim
hierdoor dalen. Het kabinet streeft ernaar dat de groep personen die werk en zorg wil combineren maar
dat niet doet, in 2009 25 procent kleiner is. Het kabinet wil dat het aantal vrouwen met een baan van
minstens 12 uur per week toeneemt tot 65 procent in 2010.
Vrouwen kiezen er vaak voor (weer) te gaan werken als hun kind naar de basisschool gaat.
Nederland is één van de weinige Europese landen met een door een middagpauze gebroken schooldag.
Goede tussenschoolse opvang (overblijven) is daarom in Nederland een belangrijke voorwaarde voor
vrouwen om te gaan werken. In 2002 bleef 30 procent van de kinderen op de basisschool dagelijks
tussen de middag over. Het kabinet stimuleert de zogeheten brede school, waar kinderen de hele dag
worden opgevangen. Van de ruim 7000 basisscholen zijn er inmiddels 500 een brede school. Het
streven is dit aantal te verdubbelen in 2010. Door onderwijsorganisaties, opvang en
vrijetijdsvoorzieningen onder één dak te brengen, kan de aansluiting verder verbeteren. Dit kan ook
worden bereikt door verschillende functies uit bijvoorbeeld het onderwijs en de kinderopvang te
combineren.
Het kabinet wil stimuleren dat werktijden flexibel worden. Een mogelijkheid is een zogenoemd
moedercontract, waarbij de ouder alleen tijdens schooluren werkt. Ook zijn de afgelopen jaren de
wettelijke mogelijkheden voor betaald en onbetaald verlof verruimd. De bedrijfscultuur bepaalt in
belangrijke mate of daarvan daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt. Ook voor sociale partners is hier een
belangrijke rol weggelegd.
Om de ervaringen en resultaten op het gebied van dagindeling en ruimtelijke ordening te verspreiden, is
begin 2004 het kennisplatform Dagindeling, Ruimtelijke Ordening en Tijd opgericht. Uitgangspunt is
bij de inrichting van nieuwe wijken meer rekening te houden met de wensen van mensen die taken
combineren. Dit kan door bij de bouw van een wijk niet alleen rekening te houden met ruimtelijke
ordening zoals wegen en water, maar ook met sociale aspecten als onderwijs en kinderopvang.
Landelijke en lokale dienstenknooppunten zijn hiervan goede voorbeelden, waar persoonlijke diensten
zoals kinderopvang of een boodschappenservice wordt aangeboden.
Voor het verbeteren van de combinatie van werk en zorg wil het kabinet de openingstijden van
(semi)publieke voorzieningen beter afstemmen op de wensen van het publiek. Het gaat bijvoorbeeld
om postkantoren, gemeentehuizen en bibliotheken. Bekeken wordt of het verschuiven of aanpassen
van openingstijden van loketten en voorzieningen een oplossing is.
Met name op het platteland laat kinderopvang te wensen over. Om dit te verbeteren, worden
experimenten met kleinschalige kinderopvang mogelijk gemaakt. Het gaat om gastouderopvang met
maximaal zes kinderen (niet de eigen kinderen) in dunbevolkte landelijke gebieden. Op deze manier kan
opvang meer flexibel worden en kunnen meer vrouwen aan de slag worden geholpen. Om de bestaande
regelgeving rondom de kinderopvang vereenvoudigen, heeft het kabinet de Wet kinderopvang bij de
Tweede Kamer ingediend. Deze wet is door Tweede en Eerste Kamer aangenomen en zal per 1 januari
2005 in werking treden.
RVD, 03.09.2004
Ministerie van Algemene Zaken