Zandwinning niet zonder gevolgen voor zeebodem
Grootschalige zeezandwinning, zoals voor de aanleg van de Tweede
Maasvlakte nodig is, heeft vérstrekkende gevolgen voor de zeebodem.
Zandwinputten beïnvloeden de natuurlijke patronen op de zeebodem, en
daarmee mogelijk ook vaargeulen, pijpleidingen en op termijn de kust.
Dit concludeert promovendus ir. Pieter C. Roos van de Universiteit
Twente uit modelberekeningen die het lange-termijn gedrag van de
putten voorspellen. Op 3 september promoveert hij aan de faculteit
Construerende Technische Wetenschappen.
Bij de Tweede Maasvlakte gaat het om honderden miljoenen kubieke
meters zand, een veelvoud van wat er nu jaarlijks wordt gewonnen. Zand
dat van de Noordzeebodem moet komen. "Het is de vraag wat zo'n
grootschalige verstoring van de zeebodem op lange termijn voor sporen
achterlaat", aldus Roos. Niet alleen krijgt de bodem het al zwaar te
verduren door intensief gebruik -olie- en gasleidingen, scheepvaart,
visserij-, ook is er sprake van een heel eigen natuurlijk dynamiek.
Morfodynamische modellen, zoals ontwikkeld door Roos, geven inzicht in
deze processen en patronen.
Zandbanken en -golven
De zeebodem heeft verschillende ritmische bodempatronen, gevormd door
de complexe interactie van getijstroom, golven en zand. Zandbanken
zijn veruit het grootst, met een hoogte tot soms tientallen meters,
een lengte van tientallen kilometers en een breedte van enkele
kilometers. Kleiner, maar erg dynamisch zijn de `zandgolven': ze
kunnen tot tien meter per jaar migreren en vormen daarmee soms een
bedreiging voor vaargeulen en pijpleidingen.
Een zandwinput kan op zijn beurt deze patronen weer beinvloeden,
concludeert Roos. Uit zijn modelberekeningen blijkt dat een zandwinput
in een vlakke bodem zich duidelijk anders gedraagt dan in een bodem
met banken of zandgolven. Bovendien speelt de vorm en oriëntatie van
de putten een belangrijke rol. En wordt het zand uit banktoppen
gewonnen, of juist uit banktroggen?
Een zandwinput heeft ook nog eens de neiging zich te verplaatsen, en
heeft daarmee ook gevolgen voor de omgeving van de zandwinlocatie.
Noot voor de pers
Pieter C. Roos (Bathmen, 1975) studeerde Toegepaste Wiskunde aan de
Universiteit Twente. Hij heeft zijn onderzoek gedaan bij de afdeling
Waterbeheer van de faculteit Construerende Technische Wetenschappen.
Bij zijn promotie zijn prof.dr. S.J.M.H. Hulscher en prof.dr.ir. H.J.
de Vriend promotoren.
Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel (053)
4894244, email: w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 03-09-2004 © Universiteit Twente Printversie
Universiteit Twente