Ingezonden persbericht


Ingekomen 31 augustus 2004


1

Mondelinge vragen SP (P.F.C. Jansen) tijdens gemeenteraad 2 september 2004.

De SP fractie heeft een aantal vragen aan het college over de vertraging bij het nemen van een sloopbesluit (en daarmee het afgeven van een urgentieverklaring voor de huidige bewoners) over de woningen Heemstedelaan 14-24 in het licht van eerdere uitspraken van de wijkwethouder en het wijkbureau.

Van Mitros hebben wij begrepen dat de vertraging veroorzaakt wordt doordat er nog steeds geen overeenstemming is over (voldoende) lokaties voor vervangende sociale woningbouw, die in de plaats moet komen van de te slopen woningen. Ook hier zouden we graag opheldering over krijgen.


---- --
Ingekomen 1 september 2004


2

Mondelinge vragen van Hans Berends (Leefbaar Utrecht) voor de gemeenteraadsvergadering van 2 september 2004 inzake de uitgifte van vergunningen in de Hardebollenstraat

Op 1 juli 2004 is met een grote raadsmeerderheid (uitgezonderd PvdA en SP) motie M76 aangenomen waarbij de Raad het College opdraagt te komen tot een oplossing voor het verplaatsen van de raamprostitutie uit de Hardebollenstraat. Reden hiervoor is de aanhoudende overlast in de Noordelijke Binnenstad van illegale straatprostitutie, drugsgebruikers en dealers, overlast bezorgende coffeeshopbezoekers en rondhangjongeren die mede door de raamprostitutie naar deze omgeving worden getrokken.

Mede aanleiding voor deze motie waren de 111 bezwaarschriften die de buurtbewoners hebben ingediend tégen het opnieuw aan een andere exploitant uitgeven van twee vergunningen (in dit geval voor vier ramen) op de Hardebollenstraat 9 en 11. Volgens de Raad kunnen deze vergunningen geweigerd worden op grond van artikel 70 (Seksinrichtingen) lid 10, b en c, van de APV indien er sprake is van "het voorkomen en beperken van de overlast" en "het voorkomen en beperken van de aantasting van de woon- en leefomgeving".

Nadrukkelijk wordt over het uitgeven van deze twee vergunningen in de motie aangegeven dat: het College wordt opgedragen om: "niet over te gaan tot de uitgifte van de vergunningen voor de Hardebollenstraat 9 en 11 tenzij juridisch aangetoond kan worden dat dit onvermijdelijk is".

Echter, wat schetst onze verbazing, zonder enige communicatie met de buurtbewoners, de bezwaarmakers én de Raad zijn deze ramen sinds begin juli weer volop in bedrijf. Leefbaar Utrecht vindt dit evenals de buurtbewoners en anderen te gek voor woorden! Daarom stellen we de volgende vragen:


1. Wat is de reden dat de raamprostitutievergunningen, voor de Hardebollenstraat 9/11, alsnog zijn uitgegeven?
2. Waarom is hierover niet gecommuniceerd met bewoners, bezwaarmakers en de Raad?
3. Is in deze nieuwe vergunningen aangegeven dat de raamprostitutie op termijn zal verdwijnen zoals door de burgemeester is toegezegd?
4. Wat voor een nut heeft het ter visie leggen van de uitgifte van de genoemde vergunningen als bezwaar maken daartegen toch geen enkele zin heeft?
5. Waarom zouden deze vergunningen niet geweigerd kunnen worden als daartegen zoveel bezwaren zijn aangetekend?
6. Waarom zijn slechts 30 bezwaren, door de politie zienswijzen genoemd, ontvankelijk verklaard?
7. Waarom worden de bezwaarschriften van de bewoners aangeduid als "zienswijzen" als zouden deze van minder belang zijn dan "bezwaren"?
8. In een brief aan een van de actieve bewoners van de buurt wordt aangegeven dat slechts de bezwaren van bewoners in straten die "rechtstreeks belang hebben op de ramen ontvankelijk zijn verklaard. Waarom heeft deze beperking niet vermeld gestaan in de aankondiging van de vergunningaanvraag?
9. Hoe omschrijft u "rechtstreeks belang"? En betekent dat dan als er een vergunningaanvraag zou zijn voor een locatie waarbij bewoners "geen rechtstreeks belang hebben" er geen bezwaar aangetekend kan worden?
10. Hoe is een dergelijke gang van zaken te rijmen met de motie M76 van 1 juli 2004?


---- --
Ingediend 1 september 2004


3

Mondelinge vraag raadsvergadering 2 september 2004 Ingediend door Marry Mos, GroenLinks
Betreft: speeltuinen

Steeds meer speeltuinen in Utrecht worden met bezuinigingen bedreigd. Gevolg hiervan is dat de openingstijden afnemen, de begeleiding verminderd en de kinderen steeds minder mogelijkheden hebben om te spelen in de speeltuin.

Op dit moment ligt bouwspeeltuin Fort Luna onder vuur: Portes stelt voor de openingstijden van 32 naar 16 uur per week terug te brengen en het aantal begeleidingsuren van 60 naar 24 uur per week. In juli demonstreerden de kinderen van de speeltuin in het Noordse Park tegen dreigende bezuinigingen en het vertrek van de speeltuinbegeleider. In de Kameleon in Hoograven vinden minder activiteiten plaats en is minder begeleiding. De speeltuin aan het Bankaplein heeft problemen met de bezetting, de speeltuin in Transwijk wordt alleen nog maar gebruikt voor naschoolse opvang. In de weekenden zijn speeltuinen in Hoograven en Rivierenwijk ook niet meer open. Speeltuinen zijn ook vaak dicht op momenten dat ze open zouden moeten zijn i.v.m. ziekte van de medewerkers. Verder zijn de openingstijden niet altijd in goede relatie met de leeftijdsgroepen. Veel speeltuinen zijn de hele dag of in de middag open, terwijl de doelgroep van 4 - 12 jarigen dan het grootste deel op school zit.

Al met al nemen de mogelijkheden voor kinderen om te spelen steeds verder af.

GroenLinks vindt dit een bijzonder slechte ontwikkeling. Speeltuinen zijn voor de ontwikkeling van kinderen zeer belangrijk. De vaardigheden die en het plezier dat met spelen wordt opgedaan zijn belangrijke bouwstenen in de stappen naar een zelfstandig functioneren in de samenleving. Tevens zijn speeltuinen centrale plekken in de wijk waar ouders elkaar treffen en waar sociale netwerken en cohesie ontstaan. Investeren in goede speeltuinen met ruime openingstijden en deskundige en enthousiaste begeleiding door professionals en vrijwilligers is daarom volgens GroenLinks zeer belangrijk. En het voorkomt vermoedelijk problemen in de toekomst met jongeren of anderszins. Problemen die op hun beurt ook weer energie vergen en de gemeenschap geld kosten.

Dit leidt bij GroenLinks tot de volgende vragen:

1. Is het college het met GroenLinks eens dat spelen belangrijk is voor kinderen en voor de wijken waarin de speeltuinen zijn gelegen, en de stad in voldoende mate moet voorzien in de gelegenheid hiertoe?
2. Welke acties heeft het college en in het bijzonder wethouder Gispen ondernomen om de speeltuinen in de subsidiebesprekingen met de wijkwelzijnsorganisaties overeind te houden?
3. Hoe verklaart het college dat eigenlijk overal de speeltuinen zich in een neerwaartse spiraal bevinden waar het begeleiding en openingstijden betreft?
4. GroenLinks wil graag de precieze omvang van het probleem in beeld krijgen. Is het college bereid de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling inzicht te geven in de openingstijden van speeltuinen bijvoorbeeld in 1994, 1998, 2002 en nu en bereid een zelfde vergelijking te geven voor wat de formatieruimte betreft dat beschikbaar is voor het speeltuinwerk?
5. Hoe beoordeelt het college de plannen om de openingstijden voor bouwspeeltuin Fort Luna terug te brengen van 32 naar 16 uur? Zeker als in de wijk Zuid ook nog andere speeltuinen, zoals de Kameleon, verminderd open zijn?


---- --