Een dubbele nationaliteit staat de integratie van nieuwkomers niet in
de weg. Dat stelt D66-fractievoorzitter Boris Dittrich in het debat
over de conclusies van het rapport-Blok. De commissie-Blok onderzocht
het effect van overheidsmaatregelen rond integratie.
De regering wil dat migranten die kiezen voor de Nederlandse
nationaliteit hun oorspronkelijke nationaliteit opzeggen. Dittrich
noemt dat voorstel bekrompen. Het kabinet zegt dat je niet van twee
walletjes mag eten. Maar D66 gelooft niet dat de loyaliteit van een
immigrant kan worden georganiseerd met een bureaucratische maatregel.
Loyaliteit hangt niet af van een identiteitsdocument, het zit in de
harten en hoofden van mensen. De regering heeft een naïeve visie, het
afschaffen van de dubbele nationaliteit heeft geen praktische nut. Er
zijn hele andere maatregelen nodig om de integratie beter te laten
verlopen.
Dittrich citeert Tjechov, die stelt dat de ziel van de vreemdeling een
donker woud is. 'Je kunt nooit doorgronden waarom iemand die aan alle
vereisten voldoet om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen,
weigert zijn oorspronkelijke in te leveren. Misschien heeft het te
maken met het hebben van onroerend goed, met herinneringen aan het
geboortedorp of een loyaliteit aan de ouders die er begraven liggen.
Waar het om gaat is of iemand in Nederland geïntegreerd is. Dat wordt
getest. Dus waarom dan die dubbele nationaliteit dwarsbomen? Wij zijn
bang dat de afwerende houding van het kabinet sommige migranten er
juist van af zal houden om de Nederlandse nationaliteit aan te
vragen'.
D66 wil juist de andere kant op. 'Iedereen in het Europa van de 25 zou
dezelfde Europese nationaliteit moeten krijgen, naast de
oorspronkelijke nationaliteit van het land. Iedereen het zelfde
Europese paspoort met achterin een apart deel van die van het
specifieke land. Je kunt je prima Nederlander én Europeaan tegelijk
voelen'.
D66 stelt voor meer eisen te stellen aan migranten die naar Nederland
komen. 'Mensen die naar Nederland komen, moeten de kans hebben om
zelfstandig deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. Daarom
willen wij dat nieuwkomers hun kwalificaties aantonen: heeft iemand
een diploma, ervaring als loodgieter of timmerman, kan iemand lezen en
schrijven? Wie niet over de minimale vaardigheden bezit om in
Nederland te functioneren, die moet hier niet naartoe komen. Dat is
niet goed voor de Nederlandse samenleving en niet goed voor de
immigrant zelf'.
Lees hieronder de volledige bijdrage van Boris Dittrich aan het debat
over het rapport van de Commissie-Blok
Grote groepen migranten zijn de afgelopen veertig jaar naar Nederland
gekomen. Eerst op uitnodiging van de werkgevers, omdat hen dat goed
uitkwam. Later zijn er veel migranten hier naar toe gekomen om zich
bij hun familie of huwelijkspartner te voegen. Weer een andere groep
migranten zijn de asielzoekers die naar Nederland zijn gevlucht, omdat
zij in hun land van herkomst vervolging vreesden.
Het debat over het integratiebeleid wordt al vele jaren intensief
gevoerd. D66 heeft het onderzoek van de commissie Blok van harte
ondersteund. In onze beleving werd er weinig over de feiten gesproken
en veel op basis van aannames en emoties. Wij keken dan ook met
belangstelling uit naar de bevindingen van de parlementaire commissie.
Het verraste ons dat VVD en CDA het rapport, nog voordat het uitkwam,
al naar de prullenbak hadden verwezen. Dat zij de conclusie dat het
met veel allochtonen goed gaat hardnekkig ontkenden. Het leek er wel
op alsof voor hen de conclusie moest en zou zijn : de integratie van
allochtonen is mislukt.
Gelukkig bleek deze eerste reactie niet blijvend, want verreweg de
meeste conclusies en aanbevelingen van de parlementaire commissie
werden uiteindelijk in het kamerdebat van voor de zomer onderschreven,
ook door CDA en VVD.
De toon van een publieksdebat over integratie van allochtonen bepaalt
het klimaat, waarin zij aan de samenleving deelnemen. Politici hebben
een bijzondere verantwoordelijkheid in het publieke debat, omdat zij
de toon mede beïnvloeden. Respect en nuance zijn noodzakelijk in de
discussie over integratie. Het creëren van een wij-tegen-zij-sfeer
brengt de oplossing niet dichterbij. Met zijn allen maken we deel uit
van dezelfde samenleving. De anderen, dat zijn wij.
Eigenlijk willen wij dat elk mens op zijn eigen mogelijkheden wordt
beoordeeld. Maar een strikt individuele benadering is onmogelijk. Het
is onafwendbaar om over groepen te praten, terwijl we beseffen dat de
allochtoon niet bestaat. Een Marokkaanse jongen uit het Rif-gebied kan
een totaal andere achtergrond hebben dan een Marokkaanse vrouw uit
Casablanca. Iemand van de 2e of 3e generatie in Nederland is anders
dan iemand die recentelijk uit Afghanistan is gevlucht. Toch kunnen
zij soms vergelijkbare problemen in de samenleving ontmoeten.
Deze dagen discussiëren we met de regering over het integratiebeleid
van de afgelopen decennia.
Ik vind het heel belangrijk dat de minister-president hier aanwezig
is. Als premier is hij er voor alle mensen in Nederland. Mijn eerste
vraag aan hem is dan ook : ziet u voor zichzelf een taak weggelegd het
publieke debat over allochtonen en integratie niet te laten ontsporen?
Enkele maanden geleden mocht ik een toespraak houden op de landelijke
dag van de Vereniging van Tsjechen en Slowaken in Nederland. Na afloop
kwamen verschillende mensen naar me toe die zeiden dat ze zich de
laatste jaren door het publieke debat apart gezet voelden. Ze woonden
soms al dertig jaar in Nederland, hadden de Nederlandse nationaliteit
en voelden zich hier thuis. Maar de laatste jaren hadden ze het gevoel
gekregen dat ze verantwoording moesten afleggen, waarom ze in
Nederland waren en voelden ze een onzichtbare muur tussen hen en de
autochtone Nederlanders.
Ze voelden zich veel te vaak kop van Jut.
Ik hoop dat premier Balkenende zich er op toe wil leggen te stimuleren
dat er in Nederland een nieuw saamhorigheidsgevoel ontstaat.
Integratie
Wanneer is een persoon of een groep geïntegreerd in de Nederlandse
samenleving?
Criteria zijn voor D66 onder meer :
Gelijkwaardige deelname op sociaal-economisch terrein,
Actieve en passieve kennis van de Nederlandse taal,
Het respecteren van de in Nederland gangbare waarden, normen en
gedragspatronen,
Het hebben van contact met autochtone Nederlanders.
In de prive-sfeer mag best een hoofd-oriëntatie op het land van
herkomst zijn, zolang dit maar niet ten koste gaat van de hierboven
vermelde criteria. Dat betekent bijvoorbeeld dat D66 het niet
acceptabel vindt wanneer thuis een gedwongen huwelijk wordt
gearrangeerd. Zodra een meisje wordt uitgehuwelijkt, moet daar tegen
kunnen worden opgetreden of moet haar bescherming worden geboden,
wanneer zij daar om vraagt.
Oude wijken
Er is een concentratie van sociaal-economische problemen in sommige
oude wijken in grote steden. Er wonen veel mensen met een uitkering,
soms al generaties lang. De openbare ruimte is er aan het verloederen,
er heest anonimiteit. Middenstanders trekken weg en de achterblijvende
bewoners voelen zich aan hun lot overgelaten. Vaak worden woningen
illegaal onderverhuurd en door te veel mensen bewoond. In deze buurten
is vaak een cumulatie van problemen, waaronder drugsverslaving en
prostitutie.
D66 wil dat een stadsdeelbestuur of een gemeenteraad eisen kan stellen
aan nieuwkomers in de buurt. Bijvoorbeeld dat men inkomen uit werk
moet hebben van bijvoorbeeld minimaal 120% van een bijstandsuitkering.
Zon maatregel kan enkele jaren gelden, totdat er een meer evenwichtige
verdeling tot stand is gekomen. Medewerking van de woningcorporaties
is daarvoor onontbeerlijk. Wij zien dit niet als discriminatie van
mensen met een uitkering, maar van het proberen te verbeteren van het
leefklimaat in een bepaalde wijk.
Hierdoor kan een begin worden gemaakt met een economische versterking
van de buurt. Het is een milde variatie op de spreidingsgedachte. D66
wil dus niet dat mensen uit hun huis gehaald worden om hen verplicht
elders te laten wonen. Wij nemen afstand van termen als
allochtonenstop of een hek rond Rotterdam. In Charlois in Rotterdam
lijkt men het beleid dat wij voorstaan, nu te gaan voeren. Wat ons
betreft verdient het bredere navolging.
Uiteraard moet er veel meer gebeuren, willen dergelijke wijken zich
kunnen ontworstelen aan de ghetto-spiraal, waarin zij terecht zijn
gekomen. Er zal stadsvernieuwing moeten plaats vinden,
woningcorporaties zullen weer in de oude wijk moeten gaan investeren,
omliggende gemeenten in de regio moeten sociale woningbouw in hun
contingenten opnemen, het gemeentebestuur moet zorgen dat
huisjesmelkers zonder pardon worden aangepakt; woningen die dienen als
uitvalsbasis voor criminaliteit of prostitutie, moeten kunnen worden
onteigend.
Het kabinet neemt maatrgelen in het kader van het grote steden-beleid
om gemeentes die dit soort ambitieuze plannen hebben, ter wille te
zijn. Moet er niet een wet tegen de ghetto-vorming komen, die allerlei
instrumenten biedt om een wijk weer leefbaar te maken? Graag de visie
van de minister-president.
Witte en zwarte scholen
Onderwijs is bij uitstek een instrument om in mensen te investeren en
achterstanden weg te werken. Als sociaal-liberale partij zien wij in
goed onderwijs bij uitstek een kans om mensen verder op pad te helpen
hun mogelijkheden te benutten. Dat is dan ook de reden waarom D66
ervoor gezorgd heeft dat dit kabinet ondanks mega-bezuinigingen
vanwege de slechte economische situatie en de oplopende schulden,
netto 700 miljoen extra investeert in onderwijs en kenniseconomie.
Onderwijs en integratiebeleid gaan hand in hand. Ik beperk mij vandaag
tot het probleem van de witte en zwarte scholen. De discussie daarover
gaat eigenlijk over leer- en maatschappelijke achterstanden. D66 vindt
het onwenselijk dat er scholen zijn waar bijna alleen maar kinderen
met een achterstand op zitten. Ideaal is het wanneer de scholen
gemengd zijn, waarbij autochtone en allochtone kinderen gezamenlijk
onderwijs krijgen. Nu is dat best moeilijk, omdat in sommige grote
steden de meeste jongeren van allochtone afkomst zijn en een
evenwichtige verdeling onmogelijk is.
Wij vinden het niet acceptabel dat er bijzondere scholen zijn die
zwartekinderen weren, ondanks dat hun ouders hebben aangegeven dat zij
de grondslag van die school accepteren. D66 is voor een
acceptatieplicht. Wij willen graag dat scholen die aanvragen afwijzen
verplicht worden daar in het openbaar uitleg over geven, zodat
getoetst kan worden of de opgegeven redenen om de leerlingen te
weigeren, hout snijden.
Maar ook de omgekeerde situatie doet zich voor. Ouders die hun
kinderen noodgedwongen van een gemengde school afhalen en naar een
witte school doen vanwege de kwaliteit van het onderwijs of de
kwaliteit van de sociale omgeving.
Onlangs ontving ik een email van een mevrouw uit Amsterdam-Geuzenveld
die haar ervaringen op een zwarte school beschreef. Ze wilde haar
blonde zoontje in de eigen buurt op school doen, ook al waren de
meeste andere kinderen uit andere landen afkomstig.
Ik heb mijn zoontje Robin op een RK basisschool ingeschreven. Een
bewuste keuze op basis van ouderwets klassikaal onderwijs, een
schoolgids met beleid en een te verwachten verhouding van 60%
allochtone en 40 % autochtone kinderen. Toen Robin in één van de acht
kleuterklassen werd geplaatst, bleek de werkelijke verhouding 85%
allochtoon en 15% autochtoon te zijn. Ik heb mij daar echter niet door
laten tegenhouden, omdat het schoolbeleid mij vertrouwen gaf. De
schoolgids gaf bijvoorbeeld duidelijk aan dat zowel in de klas als op
het schoolplein door leerlingen en ouders Nederlands moest worden
gesproken.
Vanaf de eerste schooldag startte een lange reeks ervaringen die mij
uiteindelijk de ogen heeft doen openen.
De schrijfster somt hier allerlei voorbeelden op van meisjes die voor
jongens opstaan, en zich mede op verzoek van de ouders ondergeschikt
opstellen, meisjes die de rotzooi moeten opruimen, maar de jongens
niet, pesterijen omdat Robin langer haar draagt, docenten die niet
ingrijpen, passiviteit van de andere ouders etc.
Het probleem is structureel. Het percentage niet-geïntegreerde
allochtonen in de wijk is erg groot. De autochtone bevolking is
vrijwel weggetrokken. Veel allochtonen zijn nieuwkomers,
uitgehuwelijkt vanuit het geboorteland en zo midden in een wijk met
een concentratie van sociale achterstand geplaatst. De kersverse
bruiden doen boodschappen bij de allochtone ondernemers. De
buurtkranten verschijnen ook in het Turks en Arabisch. Er is geen
noodzaak om Nederlands te leren. De schotels brengen televisie in hun
eigen taal en cultuur. Zij zitten vast in de klassieke
man/vrouw-verhoudingen en hebben geen idee hoe men in Nederland met
elkaar omgaat. De vrouwen verzorgen de maaltijd en mannen en vrouwen
hebben in huis gescheiden vertrekken. Het gebeurde nooit dat een
klasgenootje bij Robin thuis kwam spelen of dat hij ergens uitgenodigd
werd.
De schrijfster besluit haar kind op een andere school te doen, een
witte school, iets verderop.
De allereerste dag, dat ik Robin naar school breng kom ik met
kippenvel thuis. Wat een gewaarwording. Zo kan het dus ook. In de klas
zitten 18 kinderen waarvan 1 Surinaams meisje en 1 meisje uit Iran. De
kinderen lachen en kijken vrolijk de kring rond. Ze zijn uitgelaten en
zitten vol met verhalen over vakantie. Kamperen, varen, vissen,
zwemmen, sporten. De ouders groeten me. Ze kijken me ook aan en ook
zij lachen. We spreken dezelfde taal, letterlijk en figuurlijk. Ik
besef op dat moment ook, hoe ongelooflijk somber de vorige school was.
Ouders die je niet aankijken, jonge moeders die voortsjokken op hun
sloffen, alsof ze de last van de wereld op hun schouders dragen,
kinderen die sip in de kring zitten en wezenloos voor zich uitstaren.
Wat een gigantische tegenstelling!...
Voor mijn gevoel heb ik mijn Robin nu gered. Ik maak me alleen heel
veel zorgen om de 650 kinderen die op de oude school zitten en die
niet geïntegreerd de samenleving zullen gaan instromen.
Dit verslag geeft mijns inziens haarscherp aan dat uit diverse
rapporten mag blijken dat de onderwijsachterstand op sommige zwarte
scholen niet groot is, er is wel degelijk sprake van een
sociaal-culturele achterstand. Ouders willen kwalitatief goed
onderwijs voor hun kinderen, maar ook een sociaal stimulerende
omgeving.
We zullen dus alles op alles moeten zetten om ervoor te zorgen dat
Nederlandse waarden, zoals de gelijke behandeling van mannen en
vrouwen, van homos en heteros, al van jongs af aan op school wordt
bijgebracht.
Kan de minister-president aangeven op welke manier de segregatie in
het onderwijs wordt tegengegaan? Wat voor effect heeft de bezuiniging
op het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA) op het inlopen
van die achterstanden?
De aanname bij het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord was dat er
veel geld verdween in de gemeentelijke bureaucratie dat niet
daadwerkelijk aan achterstanden werd besteed. D66 krijgt veel
verontruste reacties van scholen. Bijvoorbeeld uit Den Haag, waar na
de moord op leraar Hans van Wieren de problemen op de VMBO-scholen
alleen maar groter zullen worden vanwege dreigend ontslag van
leerlingbegeleiders, docenten die extra taallessen geven of aan
conflicthantering doen. Door de investeringen in de veiligheid op
school wordt een deel van de kaalslag weer ongedaan gemaakt, maar de
vraag blijft of het kabinet hier niet pennywise and poundfoolish bezig
is.
Graag een reactie van de premier.
Huwelijksmigratie
Doordat drie kwart van de allochtonen van de 2e generatie met een
partner uit het land van herkomst trouwen, terwijl die partner het
Nederlands niet of onvoldoende beheerst, ontstaan er steeds weer
nieuwe integratie-achterstanden in de samenleving. De kinderen uit
deze huwelijken hebben dezelfde achterstand als hun ouders. Er is geen
vooruitgang. D66 vindt het logisch dat er eisen worden gesteld aan
huwelijksmigranten, zonder overigens het recht op vrije partnerkeuze
onmogelijk te maken. Ons gaat het er om dat het niet sociaal is mensen
naar Nederland te laten komen van wie bij voorbaat vaststaat dat ze
zich niet in de samenleving kunnen redden. En sociaal is het ook niet
om bepaalde wijken in grote steden op te zadelen met een cumulatie van
problemen.
In onze integratienota : De anderen, dat zijn wij hebben we een aantal
voorstellen gedaan om het beleid aan te passen., zoals verhoging van
de minimumleeftijd naar 21 jaar alsmede de verhoging van de
inkomenseis tot 120 % van het wettelijk minimumloon. Daarnaast willen
wij dat de nieuwkomer in zijn land van herkomst een bepaald
basisniveau van scholing heeft voordat hij naar Nederland mag komen.
Iemand moet tenminste in zijn eigen taal kunnen lezen en schrijven.
Dat betekent dat mensen die analfabeet zijn, dus eerst in eigen land
scholing moeten genieten. In Turkije en Marokko wil de overheid juist
graag dat mensen naar school gaan en zijn er alfabetiseringsprogrammas
opgesteld. Als meisjes op het platteland niet naar school mogen van
hun familie, dan moet diezelfde familie weten dat het dus voor hun
dochter onmogelijk wordt om met een partner uit Nederland te trouwen
en in Nederland te gaan wonen.
Het basisniveau moet dusdanig zijn dat aansluiting kan worden gevonden
bij de Nederlandse arbeidsmarkt. Men moet zelfredzaam kunnen zijn.
Voor D66 zijn sleutelwoorden: participatie en emancipatie. Die eisen
zijn in het belang van de nieuwkomer en de samenleving.
Van een nieuwkomer mag verwacht worden dat hij zich een beeld vormt
van onze samenleving. Een basiscursus Nederlands en Nederlandse
maatschappij-oriëntatie in het land van herkomst kan daarbij helpen.
Wel moeten we oppassen dat we geen bureaucratisch, duur en
fraudegevoelig systeem opzetten. D66 vindt in navolging van de
Commissie Franssen dat er een kosten-batenanalyse moet worden gemaakt
naar de invoering van de inburgeringscursus in het land van herkomst.
De nadruk moet blijven liggen op een kwalitatief goed aanbod van
inburgeringscursussen in Nederland.
Hoe schat de minister van integratiebeleid in dat het nieuwe systeem
in de praktijk zal werken? Hoofdlijn van kabinetsbeleid is ook minder
regels, minder bureaucratie. Staan alle voorgenomen plannen rond de
inburgeringscursussen in het land van herkomst daar niet haaks op?
Oudkomers die niet geïntegreerd zijn, zullen alsnog een
inburgeringscursus moeten volgen. Mijn collega Ursie Lambrechts
ontving een telefoontje van een hoogleraar uit een niet-westers land
die al tientallen jaren in Nederland woont en vlekkeloos Nederlands
spreekt. Zijn kinderen volgen op Nederlandse universiteiten een
studie. Hij kreeg een brief in dreigende taal met nogal wat taalfouten
van het gemeentehuis, dat hij zich moest melden in verband met een
gesprek over het eventueel volgen van een cursus. Toen hij de
burgemeester belde, werd hij na het noemen van zijn naam niet
doorverbonden, maar moest hij maar de afdeling sociale zaken van het
stadhuis bellen.
Laten we toch vooral oppassen dat we mensen die volkomen geïntegreerd
zijn, niet voor het hoofd stoten. De uitvoering van op zich zelf
verantwoorde regels moet met respect gebeuren.
Dubbele nationaliteit, remigratie
Het kabinet heeft besloten de dubbele nationaliteit onmogelijk te
maken vanuit het adagium : je moet kiezen en niet van 2 walletjes
eten.
D66 is het hier niet mee eens. Wij willen juist de andere kant op.
Iedereen in het Europa van de 25 zou dezelfde Europese nationaliteit
moeten krijgen, naast de oorspronkelijke nationaliteit van het land.
Iedereen het zelfde Europese paspoort met achterin een apart deel van
die van het specifieke land.
De ziel van de vreemdeling is een donker woud, zei Tjechov. Je kunt
nooit doorgronden waarom iemand die aan alle vereisten voldoet om de
Nederlandse nationaliteit te verkrijgen, weigert zijn oorspronkelijke
in te leveren. Misschien heeft het te maken met het hebben van
onroerend goed, met herinneringen aan het geboortedorp of een
loyaliteit aan de ouders die er begraven liggen. Waar het om gaat is
of iemand in Nederland geïntegreerd is. Dat wordt getest. Dus waarom
dan die dubbele nationaliteit dwarsbomen? Wij zijn bang dat de
afwerende houding van het kabinet sommige migranten er juist van af
zal houden om de Nederlandse nationaliteit aan te vragen. Dus levert
het kabinet zelf wel een positieve bijdrage met deze maatregel aan de
integratie van migranten?
Er zijn veel oudere migranten die hun oude dag niet in Nederland, maar
in het land van herkomst door willen brengen. Daar hebben we de
Remigratiewet voor. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken om
remigratie met overheidssteun volgens de wet te stoppen. De gedachte
was dat dit geld zou opleveren. Daarna is uit berekeningen van bureau
Regioplan gebleken dat het afschaffen van de Remigratieregeling veel
meer geld kost dan wanneer hij in tact blijft. Wat D66 betreft blijft
de regeling bestaan. We doen er de oudere migranten een plezier mee en
het kost ons geen extra geld.?
Onderkant arbeidsmarkt
Uit de onderzoeken blijkt dat zich aan de onderkant van de
arbeidsmarkt veel mensen van allochtone afkomst bevinden. Ook zijn
veel migranten afhankelijk van een uitkering. Wil de verzorgingsstaat
niet al te zeer onder druk komen te staan vanwege de vergrijzing en de
toegenomen vraag naar medische hulp, dan zullen er rigoureuze
maatregelen moeten worden genomen. Eén daarvan is dat nieuwkomers die
per definitie geen relevant arbeidsverleden in nederland hebben, niet
toegelaten worden tot sociale voorzieningen. Pas nadat zij een
relevant arbeidsverleden hebben opgebouwd, kunnen zij gefaseerd tot
die voorzieningen worden toegelaten. Is de regering bereid een
dergelijk ingroeimodel uit te werken? Daarna kunnen we er verder over
door discussieren, want er zitten haken en ogen aan het plan.
Achterstanden in de integratie vallen vaak samen met
sociaal-economische achterstanden. Deze achterstanden versterken
elkaar in het gevoel van uitzichtloosheid en isolatie van de
Nederlandse samenleving. D66 is ervan overtuigd dat een succesvolle
integratie-aanpak niet kan zonder activering van de onderkant van de
arbeidsmarkt. : de zwakste schouders zullen geholpen moeten worden
sterker te worden.
Allereerst moet de armoedeval worden verkleind. Wie eerst een
uitkering had, maar daarna betaald werk vindt, moet er flink op
vooruit gaan. Werk moet lonen.
Door het verlenen van allerhande diensten met een economisch gezien
lage toegevoegde waarde ( zoals boodschappen doen, babysitten, wassen
en strijken, de hond uitlaten) kan een eerste aansluiting met de
arbeidsmarkt worden verkregen. Deze werkzaamheden moeten worden
vergemakkelijkt. Niet alleen door de eerste verdiensten belastingvrij
te maken, maar vooral ook regelvrij. Hierdoor maken mensen een eerste
stap richting betaalde arbeid en leggen zij contacten in de
Nederlandse samenleving, waar zij anders geïsoleerd aan de kant zouden
blijven staan. Door op deze manier de capaciteiten van mensen aan de
onderkant te erkennen zou de cultuur van uitzichtloosheid die sommige
delen van de samenleving in haar greep heeft, doorbroken kunnen
worden.
Ook het beginnen van een eigen bedrijfje moet worden gestimuleerd door
een regelvrije zone te creëren voor persoonlijke dienstverlening en
kleine bedrijfsmatige activiteiten. Etnisch ondernemerschap moet
worden gestimuleerd. Dat kan door in achterstandswijken economische
bedrijvigheid zonder overtollige regeldruk toe te staan.
Sport
Er is één terrein bij uitstek, waar integratie spelenderwijs gestalte
krijgt zonder dat de overheid er bemoeienis bij heeft en dat is het
sportveld. Hier ontmoeten autochtone en allochtone jongeren elkaar en
delen zij dezelfde hobby. In Groot-Brittannië organiseren
professionele voetbalclubs veel sociale evenementen rond de
sportwedstrijden om de binding met de samenleving te versterken. Via
de sport en de activiteiten eromheen kunnen belangrijke waarden als
tolerantie, non-discriminatie, gezonde prestatiedrang, opoffering,
competitie, doorzettingsvermogen worden overgedragen. De Vlaamse
schrijver Raf Willems heeft er een prachtig boek over geschreven : Kan
voetbal de wereld redden?
Is de regering bereid met de KNVB in contact treden om te bezien of de
Nederlandse professionele voetbalclubs gestimuleerd kunnen worden aan
maatschappelijk ondernemen te doen?
Bij de amateursport is het opvallend om te zien dat allochtone ouders
zich nauwelijks als vrijwilliger inzetten bij de sportvereniging van
hun kinderen. Het is zaak om hier gericht aandacht voor te vragen,
bijvoorbeeld in het kader van de inburgering.
Eén van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie is
een permanente kamercommissie integratiebeleid te formeren en
regelmatig met de regering van gedachten te wisselen. Wij zijn daar
een voorstander van. Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor.
Ik spreek de hoop uit dat als gevolg van dit debat steeds meer
migranten het gevoel zullen hebben dat ze welkom zijn in Nederland en
dat de toekomst in hun handen ligt. De maatregelen die genomen worden
zijn er om achterstanden weg te werken en hebben als inzet om
migranten volwaardig aan de nieuwe Nederlandse samenleving te laten
deelnemen.
1-9-2004 17:55
D66